
‘Agents of Change’
Jongeren kunnen de wereld veranderen, is de hoopvolle gedachte achter veel ontwikkelingsprogramma’s. Kunnen zij die hoop waar maken, ook daar waar oudere generaties het voor het zeggen hebben? En zijn ze beter in staat om over verschillen heen te stappen? Religiewetenschapper Brenda Bartelink doet inspiratie op bij middelbare scholieren en twee jeugdige onderzoekers.
‘Mijn bezoek aan Malawi heeft mijn leven veranderd, ik ben niet meer dezelfde’, vertelt de 15 jarige Milan aan zijn klasgenoten op een school in Leeuwarden. Hij is vier weken geleden terug gekomen van een ‘Going Global’ reis waarin de ontmoeting met scholieren in Malawi centraal stond ). En nu gaat hij actievoeren. Samen met reisgenoten uit heel Nederland organiseren ze een actiedag op hun school om geld in te zamelen om onderwijs in Malawi te verbeteren.
Ik ben geraakt door Milan’s verhalen en het vuur waarmee hij ze vertelt. Hoe belangrijk is zo’n persoonlijke verandering als basis voor actie? En meer nog, hoe stelt zo’n persoonlijke ervaring jongeren in staat om over sociale grenzen heen te stappen? In twee scripties die ik onlangs las stonden jongeren als ‘agents of change’ centraal. Jongeren hebben een bijzondere rol in de samenleving. In de fase tussen kind zijn en volwassenheid, zijn ze bij uitstek een bedreiging voor de sociale orde en een belangrijke bron van verandering, aldus antropoloog Victor Turner.
Gezamenlijke ervaring
Kathrine van den Bogert illustreert dit in haar scriptie over de protesten op het Tahrir plein in Caïro Ze vertelt hoe jongeren op het plein zich verenigen ondanks de verschillen in klasse, gender of geloof. Die gezamenlijke ervaring, bekrachtigd door de fysieke rituelen zoals het gezamenlijke gebed, vormen een belangrijk motor voor verandering die op het plein zelf al praktisch vorm kreeg. Salafistische jongeren startten bijvoorbeeld een sociale beweging die zich richt op dialoog tussen jongeren met allerlei ideologische achtergronden. Al deze verschillende jongeren ontmoeten elkaar in een hippe coffeeshop in Cairo. Zulke initiatieven overbruggen niet alleen verschillen tussen jongeren, maar veranderen de beleving van klasse, gender of religie als bron van verschil.
Dit illustreert Erik Meinema ook in zijn scriptie over vredesopbouw door christelijke en moslim jongeren op Ambon. In reactie op het geweld tussen moslims en christenen op Ambon, brengen zij moslim en christelijke jongeren samen door middel van kunst en muziek. Waar op Tahrir de gezamenlijke rituelen belangrijk waren, richten deze jongeren zich juist op creativiteit in plaats van religie. Dialoog is in dit geval heel praktisch. Door samen muziek te maken dagen ze uit tot vrede in plaats van geweld.
De jongeren op Ambon hebben geen politieke macht of invloed en dat wekt vertrouwen. De andere kant daarvan is dat hun bijdrage aan vredesopbouw vaak niet door de overheid, ngo’s en internationale organisaties wordt opgemerkt.
Uit comfort zone halen
Hoe anders was de impact van het jeugdige verzet tegen de gevestigde macht op het Tahrir plein, die Egypte en de hele wereld hoop gaf op verandering. Jongeren zijn inderdaad ‘agents of change’. In hun verzet tegen het politieke spel van oudere generaties, scheppen ze nieuwe sociale ruimtes waarin verschillen er niet toe doen.
De ervaring van Milan en zijn reisgenoten was verstorend. Het haalde hem uit z’n comfort zone. Maar het gaf jongeren in Malawi ook een gezicht, hij werd zelf deel van dat verre verhaal. Persoonlijke ervaring is een belangrijke basis voor verandering. Zoals één van Kathrine’s informanten het verwoordt: ‘De eerste revolutie is die in jezelf’!
Over de schrijver
Brenda Bartelink is religiewetenschapper en werkzaam bij het Kenniscentrum Religie en Ontwikkeling. Daarnaast werkt ze aan de afronding van haar proefschrift over religie, seksualiteit en HIV/aids in ontwikkelingssamenwerking. In haar column op deze website kijkt ze naar ontwikkelingssamenwerking vanuit een religiewetenschappelijk perspectief en vraagt zich af aan welke inzichten uit het onderzoek naar religie, cultuur en identiteit de sector wat zou kunnen hebben.