Vrijdagmiddagborrel: Wie moeten de nieuwe directeuren van Hivos en Cordaid worden?

Op welke cruciale tweesprong staan de grote Nederlandse ontwikkelingsorganisaties? En welk type nieuwe directeur hebben Cordaid en Hivos eigenlijk nodig? Waarom is Loe Schout de ideale opvolger van Manuela Monteiro? En waarom zal OxfamNovib altijd het sterkste merk van de Nederlandse ontwikkelingssector blijven? Marc Broere doet verslag in zijn nieuwe vrijdagmiddagborrel.

Cordaid en Hivos zijn op zoek naar een directeur, en wel liefst zo snel mogelijk. Zodra er goede vervangers zijn gevonden stappen René Grotenhuis en Manuela Monteiro op. Daarmee zijn eigenlijk de laatste twee directeuren van een gezichtsbepalende generatie van vier vertrokken, omdat Sylvia Borren en Jack van Ham de afgelopen jaren al eerder van het toneel verdwenen als directeuren van respectievelijk OxfamNovib en ICCO.

Afgelopen maandag hoorde ik uit ‘betrouwbare bron’, zoals dat zo mooi heet, dat Cordaid en Hivos haar nieuwe topman of vrouw zouden zoeken in het bedrijfsleven. Dit lijkt een nieuwe trend te zijn, want kortgeleden vond ook Simavi een directeur uit het bedrijfsleven. Ik vond dat opmerkelijk want het was juist scheidend directeur Rolien Sasse van Simavi die eind vorig jaar nog in Vice Versa de ngo-sector opriep om terug te gaan naar haar kernwaarde, namelijk het organiseren van tegenmacht in de samenleving en de horzel in de pels functie weer op te pakken. De nieuwe hype, en het idee dat alles en iedereen wat uit het bedrijfsleven komt per definitie goed is, lijkt echter niet meer te stoppen te zijn.

Terughoudend

Toch denk ik dat Cordaid en Hivos hierin terughoudend moeten zijn en beter nog eens goed kunnen nadenken alvorens overhaaste stappen te nemen. Een directeur van buiten de sector hoeft niet per definitie goed te zijn. Denk aan Dirk Elsen, die met veel tam tam vanuit de bankensector werd binnengehaald door SNV, en uiteindelijk besmeerd met pek en veren eind 2011 de sector weer verliet. De langdurige weigering van Elsen om zijn salaris onder de zogeheten DG-norm terug te brengen en andere incidenten zorgden ervoor dat de ontwikkelingssamenwerking mede dankzij hem een steeds slechtere reputatie kreeg bij de gemiddelde Nederlander.

Veel principiëler nog is de vraag of iemand uit het bedrijfsleven ook per definitie een ngo kan leiden. Of heb je daar toch ook een soort van ngo-DNA voor nodig? Laten we de vraag ook eens omdraaien. Kunt u zich voorstellen dat Hivos-directeur Manuela Monteiro de CEO zou zijn van Heineken? Of Farah Karimi van OxfamNovib de topvrouw van Friesland Campina? Ik kan me daar geen voorstelling van maken en het lijkt me ook niet verstandig omdat ze nog nooit eerder een onderneming hebben geleid. Maar waarom zou het andersom dan wel kunnen? Waarom zou iemand uit het bedrijfsleven zonder ervaring in de ontwikkelingssector dan wél een ngo kunnen leiden? Door zomaar mensen uit het bedrijfsleven naar binnen te halen als directeur nemen ontwikkelingsorganisaties eigenlijk hun eigen professionaliteit en de moeilijkheidsgraad van hun werk niet serieus.

Opvolging René Grotenhuis

Laten we Cordaid en Hivos eens nader onder het vergrootglas leggen. Wie is er bijvoorbeeld geschikt om ‘de denker’  René Grotenhuis op te volgen?  Allereerst is het belangrijk om te constateren dat Cordaid naast de algemeen directeur altijd ook nog een tweede directeur heeft.

Deze positie wordt sinds 2010 bekleed door Henri van Eeghen, iemand die afkomstig is uit het bedrijfsleven. Van Eeghen is een telg uit een roemrijk ondernemersgeslacht (de Van Eeghen Groep) die haar oorsprong al heeft in 1662. Zijn drie voorgangers Peter Konijn (ad-interim), Godelieve van Heeteren en Lilianne Ploumen (de huidige minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) waren allen mensen uit de ontwikkelingssector zelf.

Cordaid heeft de afgelopen jaren dus al een stap gemaakt om naast Grotenhuis iemand uit het bedrijfsleven te benoemen als tweede man. Het zou daarom onlogisch zijn om voor de vacature Grotenhuis nog eens iemand uit het bedrijfsleven aan te stellen, omdat het OS-profiel van de organisatie dan wel erg klein wordt.

Interessante spagaat

Toch weet je het maar nooit. Cordaid is vanaf dit jaar georganiseerd langs 11 thematische business units die hun eigen broek moeten gaan ophouden. Oudgedienden raakten hun baan kwijt en er komt nu fris volk binnen met een commerciële achtergrond. René Grotenhuis laat de organisatie straks in een interessante spagaat achter. Er lijkt namelijk een contrast te zijn tussen Grotenhuis als misschien wel de slimste denker binnen de ontwikkelingssamenwerking van zijn generatie en Grotenhuis de manager die een systeem achterlaat waarin het bijna niet anders kan dan dat zijn business units de markten gaan afstropen waar het geld zit. Dat geld zit niet per definitie op de inhoudelijke terreinen die Grotenhuis persoonlijk het belangrijkste zal vinden.

Vaak is het meeste geld te vinden voor klassieke hulpprojecten, niet voor programma’s die ook de harde politieke werkelijkheid van het ontwikkelingsprobleem raken. Grotenhuis zal het denk ik nooit over zijn hart verkrijgen om de minder commercieel succesvolle business units waar zijn inhoudelijk hart ligt af te stoten, maar wie weet zijn opvolger wel; misschien kijkt een opvolger uit het bedrijfsleven daar met een veel nuchtere en zakelijke blik naar. En dan kan het profiel van Cordaid na het vertrek van Grotenhuis wel eens razendsnel veranderen.

Wie dan wel?

Ik hoop dat Cordaid kiest voor een inhoudelijk zwaargewicht op het terrein van internationale samenwerking. Iemand die in de geest van Grotenhuis ook een intellectueel en visionair zwaargewicht is. Dat past bij de organisatie. Namen die in mij opkomen zijn bijvoorbeeld de al eerder genoemde Peter Konijn, die tegenwoordig directeur is van het door hemzelf opgerichte Knowing Emerging Powers, en tot dé deskundige in Nederland is uitgegroeid op het terrein van nieuwe donoren en de nieuwe internationale hulparchitectuur. Hij kent Cordaid door en door omdat hij er al eens voor een ad-interim periode tweede directeur was en acht jaar als manager policy and evaluation werkte.

Je kunt ook denken aan iemand als Cor van Beuningen, de directeur van Socires; hij werkte eveneens al eerder bij Cordaid en is een man met een uitermate scherpe kijk op ontwikkelingsprocessen en de rol en ook beperkingen van internationale samenwerking daarbinnen. Ook komt de naam van schrijver/journalist Ralf Bodelier bij me op. Hij promoveerde vorig jaar met zijn spraakmakende onderzoek naar kosmopolitisme door de eeuwen heen. Bodelier is net als Grotenhuis theoloog van origine, heeft prachtige boeken over ontwikkelingssamenwerking en globalisering geschreven en beschikt in ieder geval over hetzelfde intellectuele grandeur als de huidige Cordaid-directeur. 

Mocht Cordaid het aandurven om voor jong talent te gaan, dan zou dertiger Brenda Bartelink een goede optie zijn. Zij werkt bij het kenniscentrum Religie&Ontwikkeling en is de deskundige bij uitstek als het gaat om identiteit van ontwikkelingsorganisaties.

Met andere woorden: er zijn geschikte kandidaten genoeg voor de opvolging van René Grotenhuis.

De opvolging van Manuela Monteiro

Dan Hivos, daar is het zeker zo interessant. Manuela Monteiro, misschien wel de grootste strijdster in Nederland voor het medefinancieringsprogramma, vertrekt.  De organisatie heeft met Ben Witjes ook nog een directeur-projecten die eveneens uit de sector zelf afkomstig is. Daarvoor zat Allert van den Ham, tegenwoordig directeur van SNV, op deze stoel. Monteiro heeft er dus altijd een sterke OS-georienteerde tweede man bij gehad. De afgelopen maanden werd herhaaldelijk gefluisterd dat Femke Halsema, de voormalig fractievoorzitter van GroenLinks, een droomkandidaat was om Monteiro op te volgen. Deze geruchten lijken nu wat verstomd te zijn. Dat is misschien maar goed ook, want Halsema liet bij GroenLinks zien dat ze vóór de bühne misschien wel een perfecte politiek leider was, maar ook dat ze de identiteit en roots van de partij in no-time aan de wilgen hing. Daar plukte eerst Jolande Sap en daar plukt nu Bram van Ojik nog de wrange vruchten van.

Moet Hivos dan iemand uit het bedrijfsleven halen? Met een directeur uit het bedrijfsleven zal de organisatie nog meer de kant op gaan van waar het nu ook al met succes mee bezig is, namelijk het binnenhalen van nieuwe donoren en met succes inschrijven op tenders. Zo was Hivos een van de eerste organisaties in Nederland die successen boekte op de Amerikaanse markt bij de grote Foundations.

Toch waarschuwde Johan van de Gronden, directeur van het Wereldnatuurfonds, in een interview met Vice Versa Hivos er vorig jaar al voor dat het kans loopt haar identiteit kwijt te raken. Hij raadde Hivos juist aan om haar humanistische wortels veel meer in de verf te zetten omdat de organisatie zich daarmee onderscheid van andere ontwikkelingsorganisaties. ‘Hivos heeft daar een diamantje, die moeten ze alleen nog wat meer slijpen’, aldus Van de Gronden.

Loe Schout ideale kandidaat

Volgens mij is het voor Hivos heel makkelijk: kies voor Loe Schout als nieuwe directeur. Schout is hoofd van het succesvolle bureau Cultuur, ICT en Media van Hivos. Hij werkt al vanaf de jaren tachtig bij Hivos en was zo’n beetje de eerste die in Nederland  binnen de ontwikkelingssamenwerking  thema’s als ICT, nieuwe media en Cultuur op de agenda zette; onderwerpen met een echt Hivos-gevoel ook. Loe Schout is voor honderd procent behept met het Hivos-DNA en is bovendien buitengewoon succesvol in het binnenhalen van internationale donoren en fondsen voor zijn organisatie.

Wie Hivos ook van buiten probeert te krijgen, hij of zij is altijd minder geschikt dan Loe Schout. Loe Schout is namelijk én honderd procent Hivos én succesvol op de markt. Een perfecte combinatie.

En nu ik toch bezig ben: laat Hivos dan ook Tabitha Gerrets terugvragen en haar vast opleiden om het directeursstokje van Loe Schout over te nemen wanneer deze met pensioen gaat. Tabitha Gerrets, die nu werkzaam is bij Aqua for All en furore maakt als voorzitster van ID-leaks, deed haar eerste echte werkervaring in de sector op bij Hivos onder Loe Schout. Ze is een van de weinige potentiële mediasterren die de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking heeft. Zet haar bij Pauw&Witteman of in De Wereld Draait Door en het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking krabbelt weer op.

Tenderaar en onderaannemer?

Onder al deze bespiegelingen op de hele vroege vrijdagochtend waarop ik deze column schrijf, ligt natuurlijk ook straks een meer fundamentele vraag. Ga je verder als ngo, of word je nog meer tenderaar en onderaannemer van grote internationale donoren en misschien wel de Nederlandse overheid in een nieuw stelsel? Een beetje de richting dus die SNV de afgelopen jaren al is ingeslagen. Een richting ook die de beroemde ontwikkelingseconoom Paul Collier ziet weggelegd voor ontwikkelingsorganisaties; als projectuitvoerders voor lokale overheden in ontwikkelingslanden waarbij deze lokale overheden de beste partij uit alle ngo’s kunnen kiezen om projecten uit te voeren. ‘Als ngo’s met elkaar moeten concurreren om een bepaalde dienst te mogen leveren, zal de verhouding tussen prijs en kwaliteit automatisch verbeteren’, aldus Collier in een vraaggesprek voor de laatste Vice Versa met mijn collega Siri Lijfering.

Het is niet onwaarschijnlijk dat Hivos en Cordaid in de voetsporen van SNV ook voor deze weg gaan kiezen. En laten we wel wezen: je mag blij zijn dat internationale donoren of (lokale)overheden straks voor organisaties als SNV, Hivos en Cordaid gaan kiezen omdat het hele deskundige organisaties met veel ervaring zijn in de uitvoering van projecten. Ik zeg niet voor niets al langere tijd dat ontwikkelingssamenwerking óók als topsector van Nederland zou moeten worden bestempeld en dat het zonde is dat we zoveel opgebouwd kapitaal weggooien door hier nu zo drastisch op te bezuinigen.

Activistische kant benadrukken

Toch kun je ook principieel voor een andere weg kiezen. Je kunt er ook voor kiezen om meer die luis in de pels te zijn en die activistische kant te benadrukken; je energie krijgen uit woede. Zoals Sylvia Borren bij haar afscheid als directeur van OxfamNovib ooit zo treffend verwoordde: ‘Ik vind de machtsverhoudingen in de wereld heel ordinair. Het is gewoon vals spel. Dat is zo concreet voor mij geworden in alle delen van ons werk, op elke dienstreis, op elk lobbyonderwerp. Het is allemaal terug te vertalen op vals spel. Ik ben diep onder de indruk van hoe onrechtvaardig het allemaal is.’ En vanuit die woede kun je veel voor elkaar krijgen, benadrukte ze. ‘In termen van machtsverhoudingen is het een strijd tussen David en Goliath, maar met goede strategische acupunctuur kun je veel successen boeken.’

Het luis in de pels geluid wordt vandaag de dag vooral verwoord door Frank van der Linde, de voormalig directeur van Fairfood, die zich als spreekbuis voor deze stroming steeds nadrukkelijker begint te profileren. Hij vindt dat Nederlandse ngo’s zich vooral op de Nederlandse samenleving moeten richten en daar de oneerlijkheid en incoherentie aan de kaak moeten stellen. Als Nederland stopt met het zijn van een belastingparadijs voor multinationals zet dat meer zoden aan de dijk dan projecten tegen kinderarbeid ver weg; of als wij stoppen met het een van de grootste wapenexporteurs ter wereld te zijn heeft dat meer effect dan het opzetten van projecten in fragiele staten om de gevolgen van geweld te bestrijden. ‘Het gaat er in beginsel om hoe Nederland zich in z’n geheel gedraagt in de wereld, dus hoeveel geld Nederland naar zich toehaalt door haar machtspositie (samen met andere westerse landen) uit te buiten en door oneerlijk beleid’, aldus Van der Linde in zijn laatste bijdrage op de website van Vice Versa. Of neem een organisatie als Tax Justice, die belastingontwijking door multinationals aan de kaak stelt.

Hoe nu verder?

We zullen binnenkort gaan zien welke richting Cordaid en Hivos op zullen gaan. Ik hoop dat ze mijn adviezen ter harte zullen nemen, maar ik ben bang van niet. Het zal mij niet verbazen als er straks twee mensen uit het bedrijfsleven als ‘nieuwe Messiassen’ worden binnengehaald en dat Cordaid en Hivos verder op jacht zullen gaan naar het grote geld binnen de internationale ontwikkelingssamenwerking; dat ze echte vrije jongens en beroepstenderaars worden en steeds minder luis in de pels.

ICCO had na het vertrek van Jack van Ham al eerder besloten om die luis in de pels functie  op te geven en zich vooral als makelaar aan het bedrijfsleven aan te bieden. Het lijkt erop dat van de vier oorspronkelijke medefinancieringsorganisaties alleen OxfamNovib nog echt ngo wil zijn. De organisatie laat zich niet gek maken door allerlei hypes en blijft jaar in jaar uit trouw aan haar eigen DNA en is daar ook zeer succesvol mee door het voeren van ijzersterke campagnes. Ook haar alliantiepartners als SOMO en Fairfood zijn nog echte ngo’s die op zoek zijn naar de ongemakkelijke waarheid achter armoede en consequent de vinger op de zere plek blijven leggen. OxfamNovib blijft zo met afstand het sterkste merk binnen de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. Dat kun je denk ik ook alleen maar blijven als je trouw blijft aan je roots. Zo zijn we eigenlijk weer terug bij af, omdat OxfamNovib in 1956 werd opgericht door Simon Jelsma met als doel de enige nationale ontwikkelingsorganisatie van Nederland te zijn. Dat dreigt het als luis in de pels zo langzamerhand weer opnieuw te worden.

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
01 maart 2013
Categorieën: