Vrijdagmiddagborrel: De ongelukkige week van Lilianne Ploumen

Minister Lilianne Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking had een belabberde week. Marc Broere vat hem nog een keer samen en stelt zijn eigen diagnose.

Het was niet de week van Lilianne Ploumen. Dat begon al met een aantal ongelukkige uitspraken in de Volkskrant van afgelopen zaterdag. ‘Nederlandse ondernemers maken winst in Ethiopië, maar bieden ook werkgelegenheid aan de lokale bevolking, met fatsoenlijke salarissen en soms zelfs een bord eten op de werkplek. Daar wordt iedereen beter van’, zo sprak de minister onder meer.  Ook maakte ze gebruik van de gelegenheid om flink uit te halen naar de hoogleraren Paul Hoebink en Paul Collier die vraagtekens hadden gezet in Vice Versa bij het nieuwe beleid van Ploumen. De minister deed deze kritiek in de Volkskrant af als ‘ouderwets.’ Collier en Hoebink waren volgens haar blijven hangen in de jaren zestig.

Roman Baatenburg van Hivos zei tegenover Vice Versa ‘ontsteld’ te zijn door de uitspraken van Ploumen. Ook professor Ton Dietz, directeur van het Afrika Studiecentrum, was verbaasd. Heel vilein zei hij in de Volkskrant: ‘Dit is extremer dan ik haar tot nu toe heb horen zeggen. Het is wellicht ingegeven door de euforie van zo’n bezoek, maar niet verstandig gezien de politieke betekenis van haar functie.’

Stempeltje plakken

Ook Paul Hoebink reageerde op de website van Vice Versa. Met de term ‘ouderwets’ was hij het absoluut niet eens. ‘Politici denken vaak dat ze er met een stempeltje plakken op het voorhoofd van een criticus vanaf zijn. De stempel “ouderwets” is dan een heel populaire, want je suggereert dan dat je zelf heel modern en vernieuwend bent.’

Vernieuwend is Ploumen volgens Hoebink allerminst. ‘Ik kan slechts constateren dat minister Ploumen nieuwigheid suggereert over zaken die al vijftig jaar tot het terrein van de ontwikkelingssamenwerking behoren. Het punt is juist dat Nederland hierop is weggezakt. Op het terrein van beleidscoherentie hoor je Nederland niet meer en op het terrein van handelsbevordering van ontwikkelingslanden hebben we ook al heel lang niets origineels vernomen. Minister Ploumen zal toch met heel wat anders moeten komen dan met losse klodders verf.’

Kritische Senaat

Op dinsdag moest Ploumen naar de Eerste Kamer waar ze opnieuw op veel weerstand stuitte.

‘Bedrijfsleven en armoedebestrijding bij elkaar brengen is niet zo makkelijk als het lijkt’,  stelde Eric Smaling, senator van de SP en hoogleraar duurzame landbouw. Ook haar eigen partijgenoot, senator Nico Schrijver (tevens hoogleraar volkenrecht en PvdA prominent op het terrein van ontwikkelingssamenwerking), was kritisch. ‘Handel en bedrijfsleven kunnen naar ons inziens een belangrijke rol spelen, maar mogen niet het hoofddoel worden. Dan dreigt het gevaar dat onze eigen belangen gaan overheersen over dat van onze kwetsbare partners. Hulp blijft nodig in Ethiopië en andere landen waar de regering nog altijd mensenrechten op ernstige wijzen schendt. Handel van buitenlandse investeerders zet deze regeringen aan tot bijvoorbeeld landgrabbing. Naar onze mening gaat hulp daarom niet via handel en buitenlandse bedrijven.’

Het was opvallend dat Ploumen in de Senaat een uiterst onzekere en povere indruk achterliet. Wat ook de vraag bij luisteraars naar dit debat opriep of ze wel ministeriabel is en wel voldoende grip heeft op het politieke ambacht.

Kritische berichtgeving in Volkskrant

Op woensdag reageerde ook Farah Karimi van OxfamNovib middels een interview in de Volkskant. ‘Als je als PvdA zelf geen visie hebt, gaan anderen zoals de VVD de koers bepalen’, stelde ze. Ze gaf aan te schrikken van de woorden van Ploumen dat iedereen wel beter zal worden van handel. ‘Het is gewoon niet waar. Inmiddels is in meerdere sectoren aangetoond dat marktwerking niet de oplossing is voor alle problemen. Naast marktwerking is ook regulering nodig. Ik vind het verbazingwekkend dat de minister uitgerekend tegen de allerarmsten zegt: laat de markt haar werk maar doen.’

Ook viel columniste Sheila Sitalsing de minister af. Ze verbaasde zich erover dat Ploumen dolenthousiast rozenkwekerijen bezoekt ‘waar uitgeweken Hollandse kwekers personeel hebben dat een fractie van de prijs kost die ze in het Westland zouden betalen. Een miljard korting op ontwikkelingssamenwerking verkoopt ze met peptalk als: “Ontwikkelingshulp, zo jaren zestig. Handel is de nieuwe hulp. Kritiek van mensen die vinden dat dit riekt naar imperialisme à la China. Zo jaren zestig.”’

Eerst een coherent ontwikkelingsbeleid ontwerpen, vervolgens daar een prijskaartje aan hangen, aldus Sitalsing.

Pijnlijk

Pijnlijk voor Ploumen was het ondertussen ook geworden dat minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken haar uitspraken tijdens de reis in Ethiopië moest nuanceren tijdens het vragenuurtje.

En alsof het nog niet genoeg was werden alle mensen die vinden dat Ploumen vooral VVD-beleid uitvoert nog eens op hun wenken bediend door het debat van woensdag in de Tweede Kamer over begrotingsteun. Ploumen ging hier recht tegen het advies in van haar eigen inspectiedienst, de IOB, en ook tegen het standpunt van haar eigen PvdA.

Zoals Sjoerd Sjoerdsma, woordvoerder Ontwikkelingssamenwerking van D66, tegen het einde van de vergadering opmerkte is het beleid van de PvdA opeens 180 graden gedraaid en op één lijn gekomen met coalitiepartner VVD. Ploumen beaamde dit en zei over de samenwerking tussen beide coalitiepartijen: ‘Wij zijn zo één in de coalitie, voorzitter.’

Conclusies

Wat moet je na zo’n week als conclusies trekken?

Zorgwekkend vind ik vooral de manier van debatteren van Ploumen, haar ongelukkige uitspraken en de manier waarop ze met kritiek omgaat. Ze zet eigenlijk de trend voort waarmee ze al was begonnen op haar maidenspeech op de Afrika Dag van de Evert Vermeer Stichting in november 2012. Daar verklaarde ze zonder bescheidenheid dat ze de eerste minister uit de geschiedenis was die serieus werk van de combinatie hulp en handel zou gaan maken. Daar is toen wat lacherig over gedaan, nadat bleek dat Ploumen vooral de geschiedenis van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking uit de jaren zestig en zeventig niet bleek te kennen. Toch blijft het eigenlijk heel serieus: wat zegt het namelijk over het zelfbeeld van een minister als deze bewust de geschiedenis naar haar hand zet om zichzelf deze onterechte credits toe te eigenen?

Een aantal maanden later worden mensen die kritiek leveren op Ploumen door haar afgeschilderd als ‘ouderwets’ en wordt hen verweten dat ze zijn blijven hangen in de jaren zestig. Ploumen doet er, zoals Hans Beerends in zijn opiniestuk deze week al aangaf, goed aan om zich maar eens te verdiepen in de jaren zestig. Want juist toen was het adagium: ‘trade, not aid.’ Handel als hoofdgerecht en hulp als katalysator om voor ontwikkelingslanden eerlijke handel te bevorderen.

Mensen die kritische vragen stellen consequent wegzetten als ‘ouderwets’ en als lieden die ergens in het verleden zijn blijven hangen, is eigenlijk een hele boosaardige manier van framing. Ook Ploumen zou gezien haar achtergrond bij Mama Cash en Cordaid moeten weten dat de ontwikkelingssamenwerking in Nederland eigenlijk altijd in vernieuwing is en een lerende sector is.

De diagnose

Wat is nu mijn eigen diagnose van wat er de afgelopen week gebeurd is? Eigenlijk is het volgens mij heel simpel. De PvdA heeft tijdens de coalitieonderhandelingen met de VVD ontwikkelingssamenwerking opgegeven als uitruildossier. Om de protesten uit vooral de eigen achterban te dimmen is er iemand met een achtergrond en een groot netwerk in de sector zelf aangesteld als minister met ook de post ontwikkelingssamenwerking. ‘Die kan toch niet verkeerd zijn’ zullen veel mensen hebben gedacht.

De afgelopen maanden is Ploumen bezig geweest om ook de bezuinigingen op een gemakkelijke en misleidende manier te framen. Bezuinigingen zijn pijnlijk, vond ze, maar het wordt allemaal gecompenseerd door meer handel. Dat we gaan naar een bezuiniging van uiteindelijk een miljard euro per jaar, nadat de ontwikkelingssamenwerking onder Rutte-1 ook al met een gigantische kaalslag te maken kreeg, werd bijna vergeten. Er blijft geen laagje vet op het bot meer over. Door daar zo makkelijk overheen te stappen en dit te bagatelliseren, en zo gewiekst al je tegenstanders als ouderwets framen, wordt er door Ploumen en haar entourage een hele ongemakkelijke werkelijkheid achter het gordijn verborgen gehouden.

Afgelopen week zijn echter de eerste alarmbellen afgegaan bij een aantal grote organisaties en prominente wetenschappers die weigeren om zich nog langer zand in de ogen te laten strooien. Ik vind het heel positief dat bijvoorbeeld OxfamNovib en Hivos lieten zien dat hun oprechte zorgen en verbijstering over de uitspraken van Ploumen belangrijker waren dan hun eigen institutionele belang. Ploumen moet immers dit jaar ook nog over hun toekomst gaan beslissen. Het zou goed zijn als ook andere organisaties nu uit hun schulp gaan kruipen en zich roeren. Niet omdat ze ouderwets zijn en in de jaren zestig zijn blijven hangen, maar omdat de zorgen over het beleid van Ploumen heel oprecht en terecht zijn.

 

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
08 maart 2013
Categorieën: