Sterk kritisch geluid vanuit Eerste Kamer tegen EPA’s en beleid Ploumen

Ook in de Eerste Kamer stuit minister Ploumen op veel weerstand tegen haar beleid en tegen de omstreden EPA’s. Gisteren werd ze geconfronteerd met kritiek vanuit verschillende fracties, waaronder haar eigen partij de PvdA. ‘Bedrijfsleven en armoedebestrijding bij elkaar brengen is niet zo gemakkelijk als het lijkt’, waarschuwt SP-Eerste Kamerlid Eric Smaling.

Op dinsdag komt minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking sinds haar inauguratie voor het eerst samen met de Eerste Kamer in een debat over een wetsvoorstel op haar beleidsterrein. Herziening van het Cotonou-verdrag en een eventuele goedkeuring van het onderdeel Economic Partnership Agreements (EPA’s) komen aan de orde. Deze zijn bedoeld om vrije handel te creëren tussen de Europese Unie en de leden van de groep van staten in Afrika bezuiden de Sahara, het Caribisch gebied en de Stille Ocean. De ogenschijnlijke mislukking van deze EPA’s zijn in vakblad Vice Versa al eens uitgelicht. Een felle stroom aan kritiek op de EPA’s en op Ploumen’s uitspraken over ‘het einde van ontwikkelingshulp’ komt tijdens de bijeenkomst van fractieleden in de Eerste Kamer Eric Smaling (SP) en Nico Schrijver (PvdA).

Schrijver (PvdA): ‘Naar onze mening gaat hulp niet via handel’

Schrijver stelt de minister voor het feit dat het verdrag tot op heden weinig vruchtbaar is gebleken en dat de regering daar altijd ‘vaag’ over bleef: ‘De betrokken lagelonen staten hebben nooit enig ownership gevoeld in deze delicate kwestie. Ook heeft de EU de fout gemaakt om deskundigen van handel de boventoon te laten voeren, in plaats van ontwikkelingsdeskundigen in de onderhandeling van de EPA’s. Zij hadden weinig ervaring met de speciale problemen in de ontwikkelingslanden. Welke politieke lessen denkt de minister te gaan trekken uit het EPA-hoofdstuk?’ Hij benadrukt dat handel hulp niet moet wegdrukken. ‘Duurzame ontwikkeling, mensenrechtenbeleid, het terugdringen van kinderarbeid en goede arbeidsvoorwaarden moeten niet ontbreken in de EPA’s en het Cotonou-verdrag.’

Daarnaast roept Schrijver minister Ploumen op om kritisch stil te staan bij het beleid zoals zij dat zelf heeft opgeroepen in een interview met de Volkskrant van afgelopen zaterdag. Hij spreekt namens zijn eigen partij en de partijen GroenLinks, D66 en CDA wanneer hij de minister er op wijst dat haar uitlatingen in dit interview niet overeenkomen met de standpunten van de vier fracties.

Schrijver: ‘Handel en bedrijfsleven kunnen naar ons inziens een belangrijke rol spelen, maar mogen niet het hoofddoel worden. Dan dreigt het gevaar dat onze eigen belangen gaan overheersen over dat van onze kwetsbare partners.’ Hij benadrukt het belang van ontwikkelingshulp in landen als Ethiopië, waar minister Ploumen twee weken geleden op economische missie was. ‘Hulp blijft nodig in Ethiopië en andere ontwikkelingslanden waar de regering nog altijd mensenrechten op ernstige wijze schendt. Handel van buitenlandse investeerders zet deze regeringen aan tot bijvoorbeeld landgrabbing. Naar onze mening gaat hulp daarom niet via handel en buitenlands bedrijfsleven.’

Smaling (SP): ‘trap niet in de val van één goedlopende Ethiopische bloemenfarm’

Smaling, fractielid in de Eerste Kamer namens SP, uit zich nog sterker tegenover de eerste maanden beleid van Ploumen’s nieuwe ministerpost. Daarbij haalt hij, net als Schrijver, het Volkskrant interview erbij om Ploumen te wijzen op haar misplaatste enthousiasme en uitspraken. ‘Trap niet in de val van één goedlopende Ethiopische bloemenfarm’, waarschuwt hij de Minister. ‘Bedrijfsleven en armoedebestrijding bij elkaar brengen is niet zo simpel als het lijkt. Hier en daar een lichtpuntje, meer is het niet.’

Over het verdrag Cotonou en het onderdeel EPA’s is Smaling ook niet mild. ‘Het handelsdeel Cotonou is geïnfecteerd met de EPA’s. In de laatste uitgave van Vice Versa, toch hét blad voor onze sector, wordt nog eens benadrukt dat de EPA’s totaal mislukt zijn. In plaats van regio’s verbinden zorgen de EPA’s juist voor economische verwijdering. De EPA’s staan lijnrecht tegenover de doelstellingen van internationale samenwerking.’

Ploumen: ‘We hebben nog een weg te gaan in de EPA’s’

Ploumen noemt de kritiekstroom in haar reactie een ‘interessante gedachtewisseling’. De minister probeert het belang van een herdefinitie van ontwikkelingshulp en de mogelijkheden van EPA’s te verdedigen, maar blijft daarin vaag. Daarnaast blijkt duurzaamheid een belangrijke focus voor Ploumen.

Op de concrete vraag van Smaling wat de herdefinitie van ontwikkelingshulp volgens de minister inhoudt, of dat het openstellen van de markten betekent of een andere manier van communiceren, kan zij geen eenduidig antwoord geven. Na het opnieuw stellen van de concrete vraag antwoordt Ploumen: ‘Nederland zet zich in voor vrijhandelsverdragen, maar wel ontwikkelingsvriendelijk.’ Wat ontwikkelingsvriendelijk inhoudt, kan de minister nog niet zeggen, maar ze weet wel dat de definitie zal veranderen.

Om het Cotonou-verdrag en de EPA’s te verdedigen hamert de minister op het belang van ‘met één mond spreken’. ‘Alle dilemma’s en moeilijkheden die daarbij komen kijken, zie ik tegemoet.’ Ze erkent uiteindelijk het gebrek aan ownership door de EPA’s. ‘Maar dat is waar de landen voor hebben getekend. We hebben daar wel nog een weg te gaan, we hadden wat meer stappen willen zetten.’ Ondanks het gebrek aan steun vanuit de fracties en de kritiekstroom die in het publieke debat is ontketend blijft Ploumen optimistisch: ‘Er is nog steeds realistisch zicht op het afsluiten van de EPA’s.’

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
06 maart 2013