
Sjoerd Sjoerdsma (D66): ‘Het revolverend fonds is een recept voor ruzie’
Begin april presenteert minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking haar visie en beleid. Vice Versa vraagt de woordvoerders Ontwikkelingssamenwerking in de Tweede Kamer naar hun mening. Vandaag Sjoerd Sjoerdsma (D66). Hoe kijkt hij aan tegen de combinatie hulp en handel? Waar mag absoluut niet op bezuinigd worden? En waarom is de gender- en HIV/Aids lobby zo succesvol?
Alsof hij in de wachtkamer voor de tandarts zit. Zo voelt Sjoerd Sjoerdsma, D66 Kamerlid voor Ontwikkelingssamenwerking zich op het moment. ‘Moet er hard in mijn gebit geboord worden of verklaren ze het schoon? We weten wel van de 1 miljard bezuinigingen, maar hoeveel geld gaat er naar het klimaat? En hoe ontwikkelingsrelevant wordt het revolverend fonds? Je weet nog niet hoeveel kiespijn je gaat hebben na de behandeling.’
Sjoerd Sjoerdsma, oud-diplomaat en sinds de laatste verkiezingen Kamerlid en woordvoerder ontwikkelingssamenwerking van D66, heeft weinig aanmoediging nodig als hij begint spreken over de huidige situatie rondom het ontwikkelingsbeleid. Dat hij net herstellende is van een griepje, belet hem niet kritiek te uiten aan het adres van de nieuwe minister en af en toe een flinke klap op tafel te geven om zijn woorden kracht bij te zetten. ‘Het is frustrerend. Wij zijn aan het wachten en zien dat minister Ploumen de aansluiting verliest bij discussies zoals die over de Post-2015 agenda. Ondertussen krijgen wij slechts oneliners naar ons hoofd geslingerd. In november zei ze: ik wil evenveel resultaten met minder geld, in december zei ze: ik word koningin van de coherentie. En nu zegt ze dat ontwikkelingssamenwerking passé is. Ze is heel ambitieus begonnen en dat is goed. Maar voorbij de oneliners maak ik me zorgen over met wat voor een visie ze komt om alle bezuinigingen goed te maken. ’
Hoeveel kiespijn zou voor u acceptabel zijn?
‘Dat hangt samen met je visie. Er zijn veel manieren waarop Nederland weer toonaangevend kan zijn. Bijvoorbeeld op het gebied van 3-D samenwerking. Nederland heeft een enorm track record opgebouwd op dit gebied. Wat belemmert ons om in beleid en theorievorming daarop verder te gaan? Ten tweede zijn er de taboedoorbrekende onderwerpen, zoals vrouwenrechten, homorechten, HIV/aids, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Daar kan Nederland echt een voorloper in zijn. Wij geven wel geld, maar we zijn afwezig in de discussie. Het derde gebied waarin Nederland toonaangevend in is zijn onze maatschappelijke organisaties. Die zijn bij uitstek geschikt om mensen weerbaarder te maken en te werken aan inkomensongelijkheid. Maar ik hoor minister Ploumen hier nog niet zoveel over zeggen.’
Lachend: ‘Helaas hebben we maar 12 zetels, dus we zullen het wel moeten accepteren. Maar het zou mij teleurstellen als er op deze drie terreinen zou worden gesneden.’
Wat als u Ploumen haar post had, en zou moeten bezuinigen. Waar zou u dan op bezuinigen?
‘We moeten ervoor waken dat we als oppositie de bezuinigingen gaan invullen. Wij hebben er heel hard aan gewerkt om dat budget overeind te houden tijdens het Lente akkoord. Van ons hadden die bezuinigingen niet gehoeven. Als de PvdA daar dan toch voor kiest, dan moet minister Ploumen het er maar doorheen drukken. Ploumen zegt dat ze geen kaasschaaf wil, maar ik ben bang dat 1 miljard aan bezuinigingen haar dwingen tot de botte bijl.
Als je dan toch echt ergens op moet bezuinigen, kun je kijken naar de komende multilateral review. Als daar een aantal multilaterale organisaties heel zwak uit de bus komen, zou je daarop kunnen korten.
Vergeet ook niet dat die 1 miljard niet het enige is. Er zit nog een koekoeksjong klimaat in en dan heb je nog die twee fondsen: het revolverend fonds en het vredes-en veiligheidsfonds. Dat zijn recepten voor ruzie.’
Waarom recepten voor ruzie?
‘Wat betreft het potje voor vrede en veiligheid: het is goed dat we de samenwerking tussen Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking en Defensie willen versterken, maar met deze opzet krijg je het geheid aan de stok met minister van Defensie Hennis-Plasschaert. Het fonds is ofwel een buitenboordbegroting van Hennis-Plasschaert, die geïrriteerd is omdat zij er niet meer bij kan, ofwel een verkapte bezuiniging op defensie – en dan is ze minstens zo geïrriteerd. Hoe dan ook, het wordt getouwtrek.
‘En het revolverend fonds – ik noem het maar een wonderfonds’, voegt Sjoerdsma er met een licht spottende lach aan toe. ‘Álles kan ermee. We gaan het MKB hier helpen, we gaan het MKB in Afrika helpen, het gaat ontwikkelingsrelevant zijn, het worden investeringen, handel, hulp ineen…. En ook nog eens revolverend, dus het komt allemaal terug. In drie jaar! Het risico op ruzie tussen Kamp (minister van Economische Zaken, red.) en Ploumen lijkt me groot.’
Die zaken kunnen niet allemaal samen gaan?
‘Hulp en handel zijn beiden belangrijk, maar het is problematisch om dat kunstmatig in elkaar te plakken. Zeker als je bedenkt dat Diederik Samsom in Pauw en Witteman vertelde dat de 1 miljard bezuinigingen pijn doen, maar er gelukkig een fonds tegenover staat alsof je de bezuinigingen daarmee goed kunt maken.
Ik zou graag de discussie breder zien. We kunnen kijken naar het hele spectrum van het bedrijfsleveninstrumentarium. Aan de rechterflank heb je fondsen die zich op handel richten, en aan de linkerkant fondsen die zich op ontwikkelingssamenwerking richten. Een instrument als exportfinanciering bijvoorbeeld is een interessante manier om handel naar Afrika te stimuleren. Maar dan moet je niet pretenderen dat je ontwikkelingsrelevant bent. Waarom haal je dat niet uit elkaar? In Ethiopië zei Ploumen dat de Ethiopische president handel ook belangrijk vindt. Ja, natuurlijk vindt hij dat belangrijk. Maar de 10 % armste mensen in Ethiopië vinden hulp ook nog belangrijk.’
Toch is het zogenaamde wonderfonds een realiteit. Hoe vindt u dat het ingevuld moet worden?
‘Het enige wat ik me zou voor kunnen stellen zijn constructies zoals de GAVI Alliance, een publiek-privaat-partnerschap dat zich richt op vaccinaties in ontwikkelingslanden. Zij lenen geld van de markt via obligaties. Normaal zijn die vaccinaties niet interessant voor de farmaceutische industrie, maar wel als we een kunstmatige markt creëren. Dat zou nu een leuke ontwikkelingsrelevante manier zijn om het fonds in te vullen, maar de kans dat Ploumen dit mag van de VVD is niet zo heel groot.’
Kunnen de PvdA en de VVD wel samenwerken op dit gebied?
‘Dat vraag ik me af. De VVD wil 3 miljard bezuinigen en heeft een totale afkeer van alles wat met OS te maken heeft. Die staan tegenover een partij die vind dat je in goede tijden de 0,8 % gewoon moet behouden en dat de morele plicht voorop staat. Dat botst natuurlijk. Wat dat betreft is het ook geen gemakkelijke opgave voor Ploumen om die beide visies bij elkaar te brengen. Maar ze maakt het zichzelf ook niet makkelijk door hoge verwachtingen te scheppen bij dit verhaal.’
Wie gaat winnen? PvdA of VVD?
‘Op het moment zien we een PvdA-minister in een VVD-jasje. Ploumen heeft het VVD-verhaal zo omarmd, dat ik me soms afvraag of er wel iets over is van de PvdA die zei: bezuinigen op OS is kwartetten met de allerarmsten..
Maar mijn grootste angst is dat geen van tweeën wint. Dat de Tweede Kamer wordt opgezadeld met een visieloos compromis, waarbij de VVD de nadruk legt op handel, en de PvdA op armoedebestrijding. Maar dat het in werkelijkheid geen van beide gaat worden.’
Kunnen hulp en handel binnen 1 ministerie samengaan?
‘Ja, er zit overlap in. Je wilt dat bedrijven voldoen aan een aantal OESO- en IMVO richtlijnen: dat past goed bij Buitenlandse Zaken thuis. Ook is het goed dat we via Buitenlandse Zaken in landen zitten waar het bedrijfsleven niet zo snel zou gaan zitten. Neem nu Ethiopië: toen het daar twintig jaar geleden zo slecht ging zijn we niet weggegaan. Dat zijn ze niet vergeten als minister Ploumen hen bezoekt. En nu verdienen we geld in Ethiopië. Het verbaast me van de VVD dat ze dat niet snappen en ambassades willen sluiten zoals in Burundi, Uganda, Rwanda of Sudan, omdat we daar niets kunnen verdienen. Dat is het probleem van Ploumen: ze heeft een coalitiepartner die kortzichtig gericht is op handel.’
Wat zou Ploumen moeten doen om eerlijke handel te bewerkstelligen?
‘Als het gaat over de vraag of handel niet kapot maakt wat we met hulp proberen op te zetten, moet je in Europa zijn. Tijdens het debat over de Europese ontwikkelingssamenwerking heb ik minister Ploumen hierop uitgedaagd: wat zijn je ambities? Ze kwam niet verder dan dat ze een index bij gaat houden van hoe coherent we zijn. Tsja…’
Sjoerdsma vervolgt: ‘Ze komt nog met een visie, dus we gaan haar het voordeel van de twijfel geven.’
De kans bestaat dat ook het maatschappelijk middenveld niet ontkomt aan de bezuinigingen. Van welke ngo’s vindt u dat ze overeind moeten blijven, hoe dan ook?
‘Volgens mij is er in de toekomst nog maar ruimte voor drie soorten organisaties. Organisaties die goed zijn in het mondiger en weerbaarder maken van mensen in middeninkomenslanden en het versterken van het maatschappelijk middenveld in dat soort landen. Ten tweede organisaties die hier in Nederland normstellend zijn, zoals keurmerkorganisaties en organisaties die ketens doornemen. Kritische luizen in de pels, die beseffen hoe de buitenwereld gelinkt is aan Nederlandse bedrijven. En verder organisaties die in fragiele staten diensten verlenen waar de overheid dat niet kan.
Het zou goed zijn als sommige organisaties een wat duidelijker rolopvatting zouden hebben. Tijdens de eerste bijeenkomst van Partos met de nieuwe woordvoerders Ontwikkelingssamenwerking, bekroop me het gevoel dat het besef van urgentie mist bij sommige organisaties. We hadden net verkiezingen gehad waaruit bleek dat het draagvlak naar een dieptepunt was gedaald en de bereidheid om te snijden op OS buitengewoon groot was. Maar tijdens die bijeenkomst was het overheersende gevoel: “Ja maar, we doen toch goed werk?” Terwijl ze duidelijker keuzes moeten maken welke rol ze precies willen spelen.’
Wat u betreft geen verlengstukken van de overheid meer?
‘Nee.’
Ziet u nog een financieringsrol van de overheid voor ngo’s?
‘Ja. Je moet naar een financieringsstelsel die recht doet aan de rollen die ik zojuist beschreef en dat ngo’s ook niet een tik op de neus krijgen als ze dingen doen die niet conform het overheidsbeleid zijn.’
In de sector lijkt het stil te zijn rondom de bezuinigingen.
‘Het is echt stilte voor de storm. Soms krijg ik het idee dat mensen zich in bunkers aan het ingraven zijn. Achter de schermen proberen ze Ploumen ongetwijfeld dingen mee te geven. Ik verwacht dat men zich vanaf april wel publiekelijk uit gaat spreken.’
Van twee lobbies horen we wel veel: gender en HIV/Aids. Hoe komt het dat die lobby wel zo succesvol is?
‘Op een bepaalde manier is er een soort status aparte gecreëerd voor die thema’s. Alle partijen, met uitzondering van SGP en PVV, vinden dat dat echt iets is waar Nederland in uitblinkt. Wat er ook gebeurt, dáár mag de minister niet aankomen.’
Zou het niet juist een taak voor de Tweede Kamer zijn om ook de minder ‘populaire’ maar juist moeilijker thema’s aan te pakken, op het gebied van coherentie bijvoorbeeld?
‘Ja en nee. HIV en gender is iets waar ik me persoonlijk hard voor wil inzetten. Dus of die thema’s nu zogenaamd populair zijn of niet, ík vind ze enorm belangrijk. Wat betreft coherentie.. ik vraag er vaak naar, maar het probleem is dat ik geen antwoord krijg. Het is ook lastig een Meerpartijeninitiatief op coherentie op te richten. Mensen zijn het niet eens wat coherentie precies inhoudt en coherentie doet ook pijn. Vrouwenrechten in het Midden Oosten raken onze nationale belangen niet. Maar op het moment dat het ons geld gaat kosten omdat hetgeen we doen oneerlijk is ten opzichte van ontwikkelingslanden, zie je dat het bij sommige andere partijen even wat minder populair is. Daar krijg je de handen niet breed genoeg voor op elkaar. Helaas.’