
Ploumen geeft Tweede Kamer uitleg over opstellen handelsmissieagenda
Welke criteria komen kijken bij het vaststellen van de handelsmissieagenda van minister Ploumen? En hoe kan de garantie worden geboden dat hierbij niet alleen de nadruk op handel ligt, maar ook op ontwikkelingssamenwerking? Op deze en andere vragen wilde de voortouwcommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking donderdag antwoord krijgen van Ploumen tijdens de allereerste vergadering over handelsmissies en exportpromotie ooit.
‘Het reisschema ziet er goed uit en ik ben blij dat de minister hier snel mee aan de slag is gegaan, maar waar is de onderbouwing? Waarom is er bijvoorbeeld wel gekozen voor een bezoek aan China en niet voor India?’, vraagt VVD-kamerlid René Leegte zich af.
Leegte is daarmee de eerste van de Kamerleden die blij is met de volle agenda van Ploumen, maar wel graag een verantwoording voor de gemaakte keuzes wil zien. Anderen, zoals PvdA’er Jan Vos en SP-vertegenwoordiger Jasper van Dijk vragen zich bovendien af waar de prioriteit binnen de handelsmissies ligt en willen de garantie dat de Nederlandse economie niet het enige aandachtspunt is. Vos: ‘Belangrijke zaken als gender issues, vakbonden, mensenrechten en duurzaamheid moeten hoog op de agenda blijven staan. De minister heeft een heleboel ambitieuze plannen opgesteld, zoals het revolverend fonds, maar hoe dit fonds ook uitpakt: we kunnen er niet van uitgaan dat deze punten daarmee ook voldoende aandacht krijgen. Hier moet een goede balans in worden gevonden.’
Van Dijk wil op zijn beurt de bevestiging dat de minister er ook echt is voor ontwikkelingssamenwerking, ‘want er wordt vandaag wel heel veel over handel en export gesproken.’ Volgens Van Dijk betekent economische groei namelijk nog geen ontwikkeling. ‘De discussiepunten moeten ook een ontwikkelingsimpact hebben. Ik wil dan ook graag dat de minister inzet op eerlijke handel in plaats van het bevorderen van vrijhandel.’
Het lijkt D66-kamerlid Kees Verhoeven dan ook een goed plan als er een kabinetsbrede agenda wordt opgesteld, zodat de Tweede Kamer meer grip krijgt op missies. ‘Ook ik ben benieuwd hoe de minister keuzes maakt. Een kabinetsbrede agenda zou voor iedereen duidelijk maken waar de prioriteiten liggen.’
Eerlijke handel
In haar antwoord benadrukt Ploumen dat de agenda voor handelsmissies wordt opgesteld in overleg met verschillende partijen. ‘Het ministerie kijkt zorgvuldig naar de gebieden en welke specifieke kansen daar liggen. Reizen worden vaak afgestemd met andere ministeries, zoals dat voor Infrastructuur en Milieu en we vragen ons af waar de rol van de overheid van toegevoegde waarde kan zijn. Daarnaast is de internationaliseringsagenda van de topsectoren van belang en voeren we overleg met de Dutch Trade Board. Bij een missie in het ene land is het hulp en handel paradigma sterker aanwezig dan in het andere, zoals in Rwanda. Maar binnen alle missies speelt maatschappelijk verantwoord ondernemen een nadrukkelijke rol. Wij gaan voor eerlijke handel.’
Als voorbeeld haalt Ploumen haar recente handelsmissie naar Ethiopië aan. ‘Daar zijn in de breedte allerlei issues besproken, zoals het halen van de millenniumdoelen, het investeringsklimaat, het onderstrepen van het belang van duurzame groei en de mogelijkheden lokale markten te creëren. Maar natuurlijk zijn ook mensenrechten en veiligheidsvraagstukken in de regio aan bod gekomen. Dat is het mooie van deze portefeuille, het biedt de gelegenheid om al deze zaken aan te kaarten.’
EPA’s
Van Dijk zet echter zijn vraagtekens bij het realiseren van eerlijke handel binnen het kader van de European Partnership Agreements (EPA’s) tussen de Europese Unie en de ACS-landen (landen bezuiden de Sahara, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan). ‘De minister spreekt over eerlijke handel, maar de EPA’s vertellen ontwikkelingslanden om tachtig procent van hun markt te openen, is dat wel zo eerlijk? Daarmee moedig je eerder vrijhandel dan eerlijke handel aan.’
Leegte wil ook meer duidelijkheid over vrijhandelsakkoorden en verzoekt de minister met succes de Kamer per brief te informeren over de EPA’s, maar ook over eventuele handelsverdragen van de EU met de Verenigde Staten en China.
Ook pleit Leegte samen met Verhoeven voor verslagen van handelsmissies waarin de doelstelling en resultaten duidelijk naar voren komen. Want ondanks de woorden van de minister blijft het nog te vaag wat de doelen en resultaten zijn. Verhoeven: ‘Neem het verslag van de handelsmissie naar Brazilië in november 2012. Dat leest lekker weg, maar had ook van te voren geschreven kunnen worden. Wat zijn de resultaten? Ik mis het follow-up-verhaal. Wanneer krijgen wij concreet te horen wat de volgende stappen zullen zijn?’
Een uitgebreide evaluatie van de missie naar Brazilië verschijnt volgens Ploumen in de week van de ondernemer (9-11 april, red.). In de toekomst moet het de regel worden om uitgebreide verslagen van missies op te stellen. Ook meldt Ploumen dat er een tweede missie naar Brazilië wordt opgezet door de gemeente Amsterdam onder leiding van burgemeester Van der Laan. ‘Dat is een voorbeeld van een nadrukkelijke follow-up.’
Exportkredietverzekeringen
De laatste toezegging die Ploumen doet is om de Kamer per brief op de hoogte te stellen van de richtlijnen van de exportkredietverzekering. Volgens Partij voor de Dieren-fractievoorzitter Marianne Thieme worden met de verzekering nu vaak projecten gefinancierd die een groot risico voor mensen- en dierenrechten vormen, zo blijkt uit een recent gepubliceerd rapport van Amnesty International. De aanbevelingen uit het rapport neemt Ploumen in acht bij het opstellen van de criteria. Dit tot grote tevredenheid van de commissie die de minister bedankt voor een vruchtbaar overleg.