Na de Tunesische revolutie: ‘Het zou helpen als Europa haar markten zou openstellen voor producten uit Noord-Afrika’

Het was woensdag exact 500 dagen geleden dat in Tunesische de eerste vrije verkiezingen plaatsvonden, nadat in datzelfde land de opstand begon die uiteindelijk een golfbeweging van revoluties in de regio teweegbracht. Wat heeft de revolutie Tunesië gebracht? En wat is de rol van het buitenland daarin? Over deze vragen organiseerden NIMD en Lokaalmondiaal een debat op woensdag 6 maart onder de naam 500 days of spring. ‘De ontevredenheid over het gebrek aan banen groeit met de dag. En daar is Europa mede debet aan.’  

De situatie in Tunesië is, 500 dagen na de revolutie, nog niet rooskleurig. Met name het gebrek aan banen is reden tot zorg. Volgens Paul Aarts, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, is Europa mede debet aan de heikele sociale situatie in Tunesië: ‘In Tunesië is de sociaal-economische component van de roep om een waardig bestaan groter dan de politieke component. De ontevredenheid over het gebrek aan banen groeit met de dag. En daar is Europa mede debet aan. Het zou helpen als Europa haar markten zou openstellen voor producten uit Noord-Afrika, maar dat kan niet omdat Europa in een diepe economische crisis zit. Er is te weinig debat over de slechte economische situatie van nu en er worden nauwelijks serieuze, levensvatbare alternatieven ontwikkeld. Ook niet buiten Tunesië, bijvoorbeeld het IMF of de Wereldbank. Het is allemaal neoliberalisme dat de klok slaat en dat zorgt niet voor banen. Daar maak ik mij ernstig zorgen over, want daar komt mede de huidige politieke malaise vandaan.’

Dat economische ontwikkeling een noodzaak is voor Tunesië onderschrijft Jerome Scheltens, programmacoördinator Tunesië bij het Netherlands Institute for Multiparty Democracy (NIMD). Hij vreest op internationaal niveau echter een verkeerde tendens: ‘In die zin is de Arabische regio en specifiek Tunesië in veel opzichten anders, want binnen de departementen van de betreffende buitenlandse ministeries valt het allemaal weer onder ontwikkelingssamenwerking. De werkloosheid en frustratie zit echter bij hele hoogopgeleide mensen en dan moet je aan heel ander soort dingen denken dan bijvoorbeeld in Tanzania. Dat besef zie ik internationaal nog niet heel erg.’

Ennahda en herhaling van zetten

Wat gaat er dan allemaal mis? Tunesisch hoogleraar Ahmed Driss: ‘De afgelopen maanden is Ennahda (de grootste coalitiepartij, red.) bezig haar legitimiteit te verspelen. De partij verdeelt meer en meer macht onder haar eigen mensen en dat is problematisch. Als je een democratie bouwt zal je de onafhankelijkheid van instituties moeten accepteren en in mijn ogen heeft de huidige regeringscoalitie moeite met die acceptatie, bijvoorbeeld met de onafhankelijkheid van het parlement.’

Neila Akrimi, voormalig diplomaat van het Tunesische ministerie van Buitenlandse Zaken en nu werkzaam als projectmanager voor VNG International op lokaal niveau in Tunesië, spreekt over een herhaling van zetten: ‘In Tunesië hebben we in het verleden een hoop bereikt waar we trots op zijn, bijvoorbeeld de emancipatie van vrouwen in ons land. Het was iets waar we bekend om stonden. Polygamie is bijvoorbeeld verboden en zo waren een heleboel zaken volledig geïntegreerd in ons sociale leven. En ineens staan, bij de grondwettelijke discussie, die dingen weer ter discussie. Dat zorgt voor grote onrust in de samenleving.’

Optimisme overheerst

Marijn Kruk, journalist voor onder andere dagblad Trouw concludeerde eerder op de avond: ‘Het sentiment dat heerst onder Tunesiërs is dat enkel de vrijheid van meningsuiting is verworven, maar dat alle andere eisen, zoals werkgelegenheid of economische groei, uitblijven.’ Misschien wel het grootste pijnpunt voor Tunesië werd aangewezen door Firdaous Queslati, Nederlands-Tunesisch parlementslid voor Ennahda: ‘Er zijn nog steeds geen verkiezingen op lokaal en regionaal niveau gehouden en daar ligt volgens mij ook de kern van de huidige problemen voor die mensen. Het probleem is echter dat die afhankelijk zijn van de constitutie, aangezien die bepaalt hoe de structuur er uit komt te zien en hoe die verkiezingen moeten verlopen.’ Die nieuwe grondwet is nog niet tot stand gekomen.

Hoewel Achmed Driss in het kader van het ontbreken van oplossingen voor de huidige problemen, juist de langzame totstandkoming van een constitutie betreurt, blijft hij net als alle andere deelnemers van de avond positief over de toekomst van Tunesië: ‘We zijn niet kritisch omdat het Ennahda of Islamisten betreft. We zijn kritisch op wie er fouten maken, ongeacht de politieke kleur. Maar iedereen moet wel beseffen dat het wel Tunesiërs zijn, onderdeel zijn van ons land en dat we er samen uit moeten komen. Net als de natuur is onze jasmijnrevolutie een continuüm. De Arabische Lente is weliswaar overgegaan in de winter, maar na de winter komt vanzelf weer een nieuwe lente en moeten we wachten tot de zomer om uiteindelijk jasmijn te krijgen.’

Foto: Niels Vinck

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
07 maart 2013
Categorieën: