
Walter Stolz in Israël en de Palestijnse gebieden: pessimisme met een sprankje hoop
Jarenlang was Walter Stolz actief in Afrika, India en het Midden-Oosten, onder andere als consultant voor de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In 1999 werd hij gevraagd om vanuit deze functie naar Israël en de Palestijnse gebieden af te reizen om de ontwikkelingssamenwerking in de Palestijnse gebieden te evalueren. Dit bleek een bijzondere reis waarbij het heden en het verleden zich op een bizarre manier met elkaar mengden. Nu, bijna vijftien jaar later, beschrijft Stolz zijn ervaringen in het boekje Tussen vriend en vijand.
In tegenstelling tot de rapporten en adviezen die hij jarenlang schreef, geeft dit boekje de lezer ook een blik in de gedachten en gevoelens van de schrijver. Stolz, van oorsprong Duits, vertelt: ‘Het boekje is een compositie van de analyse van politieke conflicten en persoonlijke verhalen en gedachten. Ik ben begin 2012 begonnen met schrijven en heb vervolgens een half jaar aan de Duitse versie gewerkt. Eerst dacht ik, zo is het goed, maar toen realiseerde ik mij dat er ook een Nederlandse versie moest komen omdat ik wilde weten wat de Nederlandse overheid en ngo’s van mijn boekje vonden.’
Conflicten en emoties
‘Tijdens het schrijven heb ik vaak de neiging gehad om de papieren weer in de kast te leggen. Ik was trots dat ik aan dit experiment was begonnen, maar de emoties die ik tijdens mijn reis had ervaren kwamen in volle kracht terug toen ik mijn reisdagboek doorbladerde. Gevoelens van angst en radeloosheid. De conflicten die ik tijdens mijn reis om mij heen zag, riepen conflicten in mijzelf op. Het was een clash of cultures, zoals de Amerikanen dat zeggen.’
Stolz werd geboren in een streng christelijk Duits gezin. Hij groeide op ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en verhuisde na veel omzwervingen naar Nederland. Hier ontmoette hij zijn Nederlandse, liberaal-joodse, vrouw Marjolijn, van wie een groot deel van de familie was omgebracht tijdens de Holocaust. Deze achtergrond zorgde er voor dat een reis naar Israël en de bezette Palestijnse gebieden vanaf het begin af aan inherent verbonden leek met interne schuldgevoelens. ‘Ik heb dan ook lange tijd lopen aarzelen of ik überhaupt wel moest gaan, maar uiteindelijk wist mijn vrouw mij te overtuigen dat ik het moest doen.’
Schuldgevoel
In Tussen vriend en vijand beschrijft Stolz zijn gesprekken met Israëliërs en Palestijnen, zijn reis door beide gebieden en de emoties en herinneringen die deze ervaringen bij hem oproepen. In het boekje belicht hij beide kanten van het conflict tussen Israël en de Bezette Palestijnse Gebieden. Deze benadering leverde hem wisselende reacties op in zijn directe omgeving: ‘Tot mijn grote opluchting reageerden de joodse vrienden van mijn vrouw en mij heel enthousiast. Ze waren blij dat ik allebei de kanten van het verhaal eerlijk belichtte en dat ik probeerde om een neutrale positie in te nemen. Mijn Duitse broer was daarentegen heel kritisch. We kregen een open conflict, juist vanwege mijn tweezijdige berichtgeving. Duitsers hebben nog heel sterk het gevoel dat zij Israël moeten steunen vanuit een soort nationaal schuldgevoel. Dat schuldgevoel over ons verleden, over de dingen die onze vaders en grootvaders deden, speelt eigenlijk nog altijd mee.’
Dit verleden weerhoudt Stolz er echter niet van om kritisch naar Israël te kijken. ‘In Nederland wordt er bijna geen aandacht aan besteed, maar er worden nog steeds dagelijks mensenrechten geschonden. Palestijnen worden gemarteld en doodgeschoten en het racisme blijft groeien. Tijdens mijn reis in ‘99 had ik een heel open gesprek met de brigadegeneraal van de Palestijnse politie. Hij zei tegen mij. ‘Wat de Duitsers bij de joden hebben gedaan, dat doet Israël bij ons.” Ik wist niet goed wat ik daar, als Duitser, op moest zeggen.’
Politiek
De opgedane ervaringen en de gevoerde gesprekken leidden tot vier eindconclusies aangaande de effecten van ontwikkelingssamenwerking in Israël en de Palestijnse gebieden. Zoals Stolz destijds in zijn reisdagboek schreef:
Tot slot mijn eindconclusies, in vier versies. Waarbij ik nog niet weet of ik voor één bepaalde versie zal kiezen of alle versies zal voorleggen. Ten eerste de neutrale versie: Ontwikkelingsprogramma’s werden ingezet ter ondersteuning van de vredesonderhandelingen. In de praktijk is het omgekeerde gebeurd. De impasse in de vredesonderhandelingen heeft de effectiviteit van de ontwikkelingsprogramma’s verminderd.
Ten tweede de cynische versie: Het Westen heeft indirect, de bezettings- en expansiepolitiek van Israël met miljarden US dollars gesubsidieerd.
Ten derde de berustende versie: Zonder deze subsidie zou een nog groter deel van de Palestijnse bevolking verarmd zijn en zou de spanning zich mogelijk explosief hebben ontladen.
Ten slotte de vierde, hoopvolle versie: Met behulp van westerse financiële middelen hebben de Palestijnen tenminste weten te overleven.
Ondertussen, bijna vijftien jaar later, lijkt een einde aan de conflictsituatie tussen beide partijen nog steeds ver te zoeken. Stolz: ‘Frankrijk en Engeland zeggen momenteel dat er weer vredesonderhandelingen moeten komen tussen de beide landen, maar dit proberen we al jaren en het is nog steeds niet gelukt.’
Volgens Stolz is dit grotendeels te wijten aan de politieke strategie van Benjamin Netanyahu, leider van de conservatief-liberale Likoed-partij en premier van Israël. ‘Netanyahu’s strategie bestaat uit het creëren van angst. Deze angst gebruikt hij om zijn volk achter zich te krijgen, zodat zij hem steunen wanneer hij nog meer geweld wil gebruiken tegen de Palestijnen. Dit zal niet veranderen zo lang Netanyahu het voor het zeggen heeft, want hij wil nog meer Joodse nederzettingen plaatsen, nog meer Palestijnen verdrijven en een nog groter deel van hun gebieden inpikken.’
‘De Israëlische overheid heeft ontzettend veel bezuinigd om de bezetting in de Palestijnse gebieden op te kunnen bouwen. Dit geld is allemaal geïnvesteerd in wapens en de opbouw van nieuwe nederzettingen en de gewone Israëli leidt hieronder. Wanneer linkse partijen meer invloed zouden krijgen en meer zouden investeren in sociale voorzieningen dan betekent dat automatisch dat er minder geld wordt besteed aan deze militaire doeleinden. Er is simpelweg niet meer geld beschikbaar, dus óf het wordt besteed aan wapens en militair materiaal, óf het wordt geïnvesteerd in sociale voorzieningen.’
Terugblikken en vooruitkijken
Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de toekomst? Is er hoop op vrede voor deze twee landen? Stolz onderscheidt twee ontwikkelingen die de toekomst kunnen beïnvloeden; enerzijds de voortdurend groeiende haat en racisme en anderzijds toenaderingsinitiatieven.
‘Nu ik na bijna vijftien jaar terugkijk op mijn reis, zie ik dat het een poging was om iets te doen aan een situatie die velen toen al als verloren zagen. Veel politici geloofden al niet meer echt in een oplossing. Ik denk dat de hoop op verzoening dan ook slechts in mijn fantasieën mogelijk is. Frankrijk en Engeland zeggen momenteel dat er weer vredesonderhandelingen moeten komen, maar dit proberen we al jaren en het is nog steeds niet gelukt. De toekomstverwachtingen zijn naar mijn mening vrij uitzichtloos.’
‘Twee maanden geleden zag ik een documentaire over de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden. Er werd onder andere gefilmd hoe Israëlische soldaten een Palestijnse man in zijn maag schopten. Toen er werd gevraagd waarom ze dat deden, waarom ze een man zo behandelden zonder dat hij iets had gedaan zei een soldaat: “Israëliërs zijn mensen, maar daar aan de ander kant van de muur, die Arabieren, dat zijn beesten.” Deze vorm van racisme groeit snel en dat beangstigd mij. Het doet me terugdenken aan nazi-Duitsland.’
Ondanks zijn pessimistische voorspelling over het conflict, ziet Stolz ook de positieve initiatieven die worden ondernomen en dat geeft hem een sprankje hoop. ‘In mijn boek vertel ik over een groep rabbi’s [Rabbi’s for Human Rights] op de Westelijke Jordaanoever. Deze groep bestaat uit 120 rabbi’s die praktische hulp aan Palestijnen geven, maar ook het woord voor hen voeren in rechtszaken tegen kolonisten. Het is een initiatief dat mij hoop geeft, ook al realiseer ik mij dat deze rabbi’s door veel Israëli’s als verraders worden gezien. Toch zijn het dit soort initiatieven die landen kunnen verenigen. ‘
‘De jarenlange conflictgeschiedenis tussen Duitsland en Frankrijk werd ook opgelost door slechts twee mannen, De Gaulle en Adenauer, die de landen langzaam naar elkaar toe begonnen te trekken en er in slaagden om de landen met elkaar te verzoenen. Ik weet nog dat er in mijn jeugd een uitwisselingsproject tussen Duitse en Franse kinderen werd opgezet. Ook wij kregen twee Franse kinderen in huis en mijn oudere broer en zus gingen naar Frankrijk. Op die manier leerden de twee culturen elkaar kennen en groeiden ze naar elkaar toe.’
Terugblikkend op het verleden ziet Stolz hoop voor de toekomst: ‘Toen duizenden Sefardische joden het katholieke Spanje en Portugal in de vijftiende eeuw moesten ontvluchten werden zij verwelkomd door de moslims van het Ottomaanse rijk. Het is dus mogelijk dat moslims en joden vreedzaam samenleven.’
Met die hoop dat toekomstige generaties het anders zullen doen sluit Stolz zijn boek af:
‘Samen lering trekken uit de ervaringen van voorouders, uit de geschiedenis van slachtoffers en daders, dat is de taak van hun kinderen en kleinkinderen.’
Tussen vriend en vijand, dagboek van een reis door de Palestijnse gebieden en Israël door Walter Stolz.
Het boek is verkrijgbaar bij Uitgeverij Eburon en Bol.com