VV6#: Gotspe

Laatst las ik de meest bizarre samenvatting van de geschiedenis van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking: ‘In het verleden gaven we de hongerende mensen in die landen eten. Dat vonden we later niet zo slim. Laten we ze nu een hengel geven, dan kunnen ze de vis zelf vangen. Inmiddels hebben ze een hele vloot trawlers en vissen ze niet alleen hun eigen zee leeg, maar ook die van ons.’

Goed, staatssecretaris Knapen is dan geen minister, maar wel historicus. Vier fouten in drie zinnen in een stukje geschiedenis, doet je toch minimaal afvragen of deze staatssecretaris wel op zijn plaats was. Op de eerste plaats heeft Nederland nooit veel voedselhulp gegeven. De druk van onze boeren lag historisch bezien niet zozeer bij het dumpen van overschotten alswel bij het leveren van pootaardappelen en drachtige vaarzen. Amerikaanse boeren drongen al vanaf het einde van het Marshallplan aan op voedselhulp (die de Amerikanen nog steeds, zo’n beetje als laatsten, in kind leveren) en ook de Europese Gemeenschap dumpte zo ooit de melkplassen in de vorm van (nogal eens beschimmelde of niet-gevitaminiseerde) melkpoeder. Nederland daarentegen liep bij noodsituaties voorop bij het aankopen van voedsel in de regio zelf in zogenaamde triangulaire transacties, wat veelal voedselhulp oplevert die ook nog eens beter aansluit bij lokale consumptiepatronen.

Hengels hebben we ook nooit geleverd onder de hulp. Wel trawlers van de Nederlandse noodlijdende scheepsbouw, een soort van keynesiaans anticrisis-instrument in de jaren zeventig. Veel vis hebben die trawlers overigens niet gevangen. Ze lagen merentijds aan wal vanwege gebrek aan onderdelen of onderhoud.

Vooral de laatste zin is een gotspe. Natuurlijk hebben Mauritanië en Senegal geen trawlers, maar pirogues die een flink eind de zee opgaan, maar nooit in de Noordzee of zelfs de Middellandse Zee zullen belanden. Maar die zin is vooral zo fout, omdat de staatssecretaris van Europese Zaken zou moeten weten, dat via de omstreden visserijverdragen het met name Europese schepen zijn die aan het vissen zijn in de Afrikaanse kustwateren. Die visserijverdragen zijn al lange tijd omstreden, omdat Spaanse en in mindere mate ook Nederlandse schepen de vis wegvangen aan de kust van een land als Senegal voor de netten van de lokale vissers in Saint Louis.

Dat is natuurlijk het simpele plaatje en ik kan het ook wat complexer maken, maar dan verbergt het mijn ergernis over de Urkse vissersvoorman die ik deze zomer hoorde protesteren tegen het nieuwe visserijverdrag met Mauritanië. Onder dat verdrag moeten de Nederlandse en Spaanse boten verder van kust hun sardinellas en horsmakrelen vangen. Hij riep staatssecretaris Bleker op tegen dat visserijverdrag te stemmen. Ik vind dat buitengemeen brutaal. Fors gesubsidieerd, op kosten van de Europese belastingbetaler, mag je her en der op de wereld, en ook in Mauritanië, je vis vangen en dan protesteer je dat het nog niet genoeg is, dat de Mauritaniërs geen eisen mogen stellen voor het behoud van hun visvoorraden. De export van de Europese overcapaciteit op visserijgebied is al langer een doorn in het oog van diegenen die naar een duurzame visserij willen én lokale vissers in Afrika willen beschermen. De staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking zweeg en ondertekende ook niet de antwoorden op Kamervragen hierover.

Het kennen van de geschiedenis is belangrijk, alleen al omdat je wilt leren uit de lessen van het verleden, zoals ook de staatssecretaris in zijn onbeholpen zinnen probeerde aan te geven. Dan ga je bijvoorbeeld in het kader van de voedselzekerheid geen drachtige vaarzen meer leveren en geen aardappelprojecten meer opzetten, omdat daarover stapels rapporten en publicaties liggen, onder andere van de inspectie van het ministerie, die bewijzen dat dat type van leveranties en projecten niet werkt. Onder druk van het a-historische enthousiasme van de vertrokken staatssecretaris, zo hoorde ik, gaan we in Kenia toch weer de aardappelen in. Voor de voedselzekerheid zal dat niets opleveren, maar misschien krijgen de Nederlandse en Belgische toeristen in de wildparken nu wel verse frites.

Dit artikel verscheen in de laatste Vice Versa. Neem nu een abonnement op het vakblad en u ontvangt deze Vice Versa alsnog in de bus.

Auteur
Jeroen Aerts

Datum:
08 januari 2013
Categorieën: