Kampalas voorstelling van homorechten

Foto: Judith Leussink

In de eerste zitting van het nieuwe jaar besluit het parlement van Oeganda of homoseksualiteit voortaan met de doodstraf mag worden bestraft. Tijdens de musicalpremière van Talented Uganda Kuchos (TUK) een paar weken geleden in Kampalas Nationaal Theater liet de politie al blijken dat ze homoseksualiteit niet tolereert. Onze correspondent was erbij. Danser Bad Black(23): ‘Sinds mijn arrestatie voel ik mijn linkerduim niet meer.’

Het daverende applaus van het uitgelaten publiek galmt nog in zijn oren wanneer danser Bad Black in de kleedkamer zijn hakken uitgooit. Snel pakt hij zijn outfit voor het tweede deel van de show. Hij schrikt wanneer zijn vriend de deur met een duw open smijt. ‘Go, hide!’, roept de danser. ‘It’s the police!’

De dansgroep Talented Uganda Kuchos trainde twee maanden aan een stuk om hun dansen perfect te kunnen uitvoeren. Kucho is een ander woord voor homo. Bad Black: ‘Mensen houden er van om mooie dingen te zien. Als ze ons goed vinden op het podium, vinden ze ons misschien zelf misschien ook wel goed.’ Niemand mocht van tevoren weten dat de musical over homo’s in Kampala gaat. ‘We hebben het expres niet in het script gezet. Anders hadden we nooit op de planken van het Nationaal Theater mogen staan.’

Bad Black is geboren als een man, maar haat zichzelf als hij zich daar naar kleed. Hij valt op mannen, en kleed zich als een vrouw. Als sexworker verdient hij geld. Black woont in een van de sloppenwijken van Kampala met andere homoseksuele jongeren die net als hem nergens anders worden geaccepteerd. ‘We steunen elkaar, maar toch voelen we ons alleen. Zij weten niet hoe het voelt als mensen naar je schreeuwen: “Are you a boy or a girl?” En je daarna in elkaar slaan omdat je niet weet wat je moet zeggen.’

Vlak voor ze opgaan pakt Bad Black nog een biertje. Hij is nerveus. De politie weet hen altijd te vinden. Hij staat samen met de andere dansers in de kleedkamer als hun foto’s ter introductie op een wit scherm worden geprojecteerd. Hij hoort de volle zaal gillen en juichen. Vanavond mogen alleen genodigden het theater in waardoor er op een enkeling na alleen maar homo’s, lesbiennes en activisten aanwezig zijn. Wanneer Bad Black wordt geïntroduceerd, hoort hij een aantal mensen janken als hyena’s. Dat geeft hem de moed om gehakt en gerokt het podium te beklimmen.

In de dagen voorafgaand aan de show schrok de danser nog van een gesprek op de Facebookpagina van een radiostation tussen twee luisteraars.  ‘Via sociale media zie ik mensen plannen maken om ons te vermoorden. Ze schrijven naar elkaar waar ze ons komen opzoeken en staan op te wachten. Er is ook een speciale homohaat-pagina opgezet. Dat maakt me bang. Als ik kon, vloog ik naar Nederland. Daar moet het veel beter zijn voor homo’s heb ik gehoord. Een aantal van mijn vrienden heeft al zelfmoord gepleegd.’

Roze heupbroek
De musical is inmiddels in volle gang. Stampend op glimmende gouden laklaarsjes met een naaldhak van tien centimeter beweegt de leaddanser zich over het podium. Zijn roze skinny trekt strak rond zijn heupen en zijn zilveren glitterjasje zwiert bij elke draai open waarop de zaal gilt bij het zien van zijn blote borst. Met zijn wenkbrauwen in een frons stapt hij vastberaden op de maat en zwaait hij van het ene danspasje in de andere. Naast hem draaien twee net zo zelfverzekerde dansers in dezelfde roze heupbroek en op net zulke hoge stiletto’s.

Bad Black voert zijn stuk van de scène iets meer op de achtergrond op, samen met een vriend die ook in het wit is gehuld. Het rode fluwelen gordijn zakt en het eerste deel van de musical wordt met een groot applaus afgesloten. De zaal kalmeert zich wanneer de presentator op het toneel verschijnt. Dan klinkt uit de speakers het verzoek van de politie om de zaal te verlaten. Bad Black is zich op dat moment aan het omkleden en hoort de oproep niet. Wanneer hij gewaarschuwd wordt door een andere danser, verwisselt hij snel zijn strakke topje voor een wijd t-shirt en houdt hij zich schuil. In de zaal lopen de meeste bezoekers gehaast tussen de rijen door om zo snel mogelijk naar buiten te komen. Bad Black wordt ontdekt door de manager van het theater die hem vertelt dat ze de deuren gaan sluiten, dus dat ook hij het pand moet verlaten.

Buiten op het plein is het niet meteen duidelijk of de politie echt een onderzoek doet of dat de agenten de avond willen saboteren. Bad Black vermoedt het laatste. ‘De situatie verslechtert. Op de radio stellen mensen serieuze vragen over het homo-zijn. Ze snappen ons niet. Ze denken dat het iets Westers is en dat wij slecht zijn. We maken hen bang omdat ze niet weten wat homoseksualiteit is, maar we zijn net zoals zij. Het enige verschil tussen mij en die mannen is dat ik liever een rok draag, romantische high school films kijk en mannen mooi vind. Maar wie bedreig ik daar mee? Ik snap het niet.’

Terwijl sommigen opgefokt een gesprek voeren en anderen verslagen tegen een muurtje hangen, probeert een klein groepje TUK-dansers het theater binnen te komen om te kijken of ze hun show kunnen voortzetten. Ze worden direct terug naar buiten gestuurd en een volle Oegandese man snelt ziedend van woede achter hen aan het theater uit. Hij richt zich op de menigte: ‘What are you doing here? Go home! You are fooling everybody!’, onderstreept hij met een wijzend gebaar. De mensen antwoorden niet en kijken zwijgend toe. De man is een politieagent in burger. De politie blaast de show af zonder de bezoekers een gegronde reden te geven.

Bad Black vertelt me dat hij ziek is en zich moe voelt. Hij wil naar huis, zijn bed in. ‘Ik heb zo hard gewerkt om mijn dans perfect te krijgen en nu kan ik hem niet eens laten zien. In het tweede deel had ik de hoofdrol. Ik voel me verslagen. Iedereen vindt dat hij het recht heeft om ons te bestraffen. Na mijn vorige show pakte de politie mij op omdat ik nog vrouwenkleren aanhad. Twee weken lang werd ik elke dag weer opgehangen aan een touw voor ondervragingen. Ik moest blijven herhalen dat ik een boy ben en geen girl. Uiteindelijke lieten ze me gaan, ik weet niet precies waarom. Sindsdien voel ik mijn linkerduim niet meer.’

Het zal wel even duren voordat de danser weer het podium op gaat. Vorige week ving hij in het café een gesprek op tussen twee jonge mannen die zich voornamen om iedere woensdagavond voor het hek van het Nationaal Theater te wachten tot de homo’s naar buiten zouden komen. ‘Wij zijn er echt niet iedere woensdag, maar het maakt me bang. Ze zijn zo georganiseerd en zo boos. Voorlopig dans ik alleen nog maar op conferenties, daar worden we ten minste beveiligd.’

Kritieke situatie
Op dit moment word je voor homoseksuele handelingen in Oeganda bestraft met een gevangenisstraf van veertien jaar. Homo’s worden openlijk gediscrimineerd en zijn ook regelmatig het slachtoffer van zogenaamde iron bar killings, moorden waarbij de dader een ijzeren staaf gebruikt. Sinds 2007 zijn verschillende homorechtenactivisten actief in het land. Met hun activiteiten zijn ook zij regelmatig de oorzaak van gewelddadige conflicten.

Begin 2011 werd homorechtenactivist David Kato vermoord nadat hij samen met mensenrechtenorganisatie Sexual Minorities Uganda de lokale krant Rolling Stone had aangeklaagd voor het publiceren van zijn foto, en die van vele anderen met naam en adres plus de oproep: ‘Hang them!’. De krant werd noodgedwongen opgeheven. En afgelopen september werd de Britse producer David Cecil gearresteerd voor het regisseren van een theaterstuk over homoseksualiteit in Oeganda dat door de overheid was verboden. Hij is vrijgelaten, maar heeft nog steeds kans op een tweejarige celstraf. In 2009 kwam de regering met een wetsvoorstel die de doodstraf eist voor homoseksualiteit. Deze wet is nog steeds in behandeling en wordt in de eerste zitting van volgend jaar behandelt in het parlement. Op het voorstel is de laatste tijd toenemende internationale kritiek ontstaan. Het is in strijd met het recht op non-discriminatie. Op basis van deze tegenstrijdigheid zou Oeganda, als lid van de VN-Mensenrechtenraad, zich terug moeten trekken uit de internationale mensenrechtenverdragen. De president van Oeganda, Yoweri Museveni, moet het voorstel nog bekrachtigen.

Anoek Hofkens doet mee aan de Masterclass Buitenlandjournalistiek van Coolpolitics. Haar reis naar Oeganda is mede mogelijk gemaakt door het Beyond (y)our World-programma van lokaalmondiaal.

Ga naar de 38e Globaliseringslezing over de homo-, lesbo- en transgenderrechten wereldwijd

Auteur
Jeroen Aerts

Datum:
21 januari 2013
Categorieën: