Dit najaar heeft Wilde Ganzen campagne gevoerd om armoede en honger in Benin te bestrijden. Met de slogan ‘Honger in Benin! Wilt u er ook iets aan doen?’ riep ze Nederlanders op te doneren. En met succes. Toch was er een keerzijde: de keuze om een treurige jongen op de campagneposter af te beelden riep ook negatieve reacties op. Manager Fondsenwerving, Communicatie en Relatiebeheer Lex van Iterson van Wilde Ganzen reageert.

Met de campagne Honger in Benin! hebben we fondsen geworven voor een project van onze samenwerkingspartner The Hunger Project. Met de opbrengst krijgen bijna negenduizend mensen in de regio Gbégourou in Benin de mogelijkheid om zelf een einde te maken aan armoede en honger. In financieel opzicht is de campagne dus succesvol.

Maar de campagne-advertentie heeft de nodige discussies en reacties opgeroepen. Zowel binnen als buiten Wilde Ganzen. En dat terwijl deze en andere beeld- en tekstcombinaties vooraf uitgebreid zijn getest. De uiteindelijk door ons gekozen campagne-uiting werd door een panel van donateurs en niet-donateurs van Wilde Ganzen als meest veelzeggend en aansprekend ervaren.

Bijdragen aan de oplossing

Als ontwikkelingsorganisatie sta je vaak voor de keuze of je – bijvoorbeeld tijdens een campagne – de oplossing of het probleem in beeld brengt. Wilde Ganzen heeft in dit geval voor het laatste gekozen en de treurige jongen afgebeeld. Een beeld dat inderdaad meer dan duizend woorden zegt. Soms ga je kort door de bocht, maar een advertentie, en een campagne, moet effectief zijn en bijdragen aan de oplossing en dan is er weinig ruimte voor nuance.

Als organisatie wil je natuurlijk zoveel mogelijk aandacht en middelen genereren voor je doel, zonder dat je mensen kwetst of negatief afbeeldt. Dat we toch een grens hebben overschreden, blijkt uit de diverse negatieve reacties op onze keuze. Hoewel je zo sterk mogelijk wilt communiceren, kun je als organisatie soms doorschieten. Ook wij leren van onze fouten.

Bij een volgende campagne zal Wilde Ganzen een andere keuze maken die ook beter past bij onze organisatie, voortaan zetten we weer krachtige mensen in ontwikkelingslanden centraal die zelf het initiatief nemen hun toekomst te verbeteren.