
‘Innovatie onontbeerlijk en integraal onderdeel van sociaal ondernemen’
Vorige week heeft het Social Enterprise World Forum plaatsgevonden in de Braziliaanse stad Rio de Janeiro. Het is het enige mondiale forum dat zich alleen richt op sociaal ondernemen. Directeur Fons van der Velden van de international cooperation-organisatie Context is hierbij aanwezig geweest en doet verslag. En dat sluit mooi aan bij het Smart Aid-debat van deze week wat zich buigt over nieuwe vormen van financiering.
Het vijfde Social Enterprise World Forum is dit jaar georganiseerd door NESsT. Dat is een bedrijf dat het ontstaan van sociale ondernemingen faciliteert. De deelnemers aan het forum zijn een bonte verzameling van circa 650 wereldverbeteraars. Vertegenwoordigers uit Afrika, Azië, Australië en Nieuw-Zeeland, Latijns-Amerika, de Verenigde Staten en Europa zijn naar Rio de Janeiro afgereisd voor deze bijeenkomst. Gek genoeg is Azië opvallend slecht vertegenwoordigd. Het goede nieuws is dat iedereen in principe moet kunnen deelnemen aan het forum. Want ook al hebben deelnemers betaald voor hun deelname, wie dat niet kan of tegen een gereduceerd tarief meedoet, verleent hand- en spandiensten.
Niet over donoren
Sociaal ondernemen vraagt om nieuw taalgebruik. Niemand spreekt in termen van problemen, maar wel over kansen. Het gaat niet over logische kaders en resultaatketens, maar over businessplannen. Evenals het niet over monitoring protocollen, randomised controlled trials en kernindicatoren gaat, maar over social return on investment. En het gaat ook niet over donoren, maar over sociaal investeerders.
Sociaal ondernemerschap wordt ruim gedefinieerd als, ‘het op een bedrijfsmatige manier oplossen van kritische maatschappelijke problemen’. Of zoals Kevin Lynch, directeur van de Social Enterprise Alliance in de Verenigde Staten het zegt: ‘A business for the common good.’ Conceptuele discussie over hoe je sociaal ondernemerschap precies definieert, vinden veel relatief jonge deelnemers niet interessant: Het gaat om het doen. Meer ervaren deelnemers (inclusief vertegenwoordigers van het reguliere bedrijfsleven zoals PricewaterhouseCoopers) schenken er wel aandacht aan, omdat de normatieve, strategische en operationele verschillen tussen charity, het maatschappelijke verantwoord ondernemen, gedeelde waardencreatie en sociaal ondernemerschap groot zijn. Als het spannend wordt staat immers de vraag centraal: Sturen we op aandeelhouderswaarde of maatschappelijke waarde? Een vertegenwoordigster van Coca-Cola Brazilië presenteert een interessante casus van gedeelde waardencreatie, met als slotconclusie, ‘wat goed is voor mensen in een sloppenwijk, is ook goed voor Coca-Cola’. Maar hier voegt zij aan toe dat als het echt spannend wordt, de belangen van hun bedrijf voorgaan.
Innovatie
Inhoudelijk wordt veel aandacht besteed aan thema’s zoals innovatie, leiderschapsontwikkeling, onderzoek, capaciteitsversterking en de procesmatige kant van het opzetten van sociale ondernemingen. Een belangrijke boodschap tijdens het forum is dat innovatie onontbeerlijk is en een integraal onderdeel moet zijn van alles wat er gebeurt op het gebied van sociaal ondernemen. Sociale ondernemingen opereren immers in situaties waar de markt, het traditionele maatschappelijke middenveld (inclusief ontwikkelingsorganisaties) en de staat niet succesvol zijn gebleken. Daarnaast wordt op het forum benadrukt dat de proceskant van innovatie van groot belang is. Innovatie kost tijd en geld en vergt samenwerking van veel verschillende professionele disciplines.
Collega’s van NESsT laten in een veelheid aan voorbeelden zien dat succesvolle sociale ondernemingen niet zomaar ontstaan. Zij gaan door verschillende, elkaar vaak opeenvolgende ontwikkelfasen, zoals planning, incubatie, consolidatie en opschalen. Dat vergt tijd, grote inspanningen van de ondernemer, veelal support van derden en een goede dosis aan geduld en geld.
Geheel andere bedrijfsvoering
Wie denkt dat je sociaal ondernemerschap als een alternatieve financieringsbron kan beschouwen, wat sommige ontwikkelingsorganisaties schijnen te denken, en dat het bij bestaande organisaties vooral gaat om het aanpassen van visie, missie en strategie, die heeft het mis. Het gaat bij sociaal ondernemerschap om een geheel andere bedrijfsvoering. Na aanpassing van de missie begint het werkelijke complexe en harde werken pas van het doorvertalen naar alle dimensies van een organisatie zoals leiderschap, stafcompetenties, systemen, structuren en niet te vergeten, cultuur. Bovendien, ‘als je niet heel helder bent over je eigen identiteit en wat je de wereld te bieden hebt, moet je er niet aan beginnen’, zegt Anthony Bugg-Levine van het Nonprofit Finance Fund.
Geografische afkomst speelt in deze gemeenschap geen rol. Er wordt niet gedacht in termen van een Noord – Zuid of Oost – West tweedeling. De benadering is veelal interdisciplinair met deelnemers uit verschillende domeinen als het bedrijfsleven, de academische wereld en het maatschappelijk middenveld. Tussen deze domeinen zijn de grenzen sterk vervaagd. Een geïntegreerde benadering staat centraal.
In kaart brengen van resultaten
Het motto is veelal, ‘what gets measured, gets done’, maar met het in kaart brengen van resultaten worstelt ook deze sector. Verschillende zogenoemde impact assessment benaderingen worden hiervoor toegepast. Een methode die relatief hoog scoort is social return on investment, waarin met actieve betrokkenheid van direct betrokken partijen financiële en niet-financiële waardencreatie in kaart wordt gebracht.
Is het de moeite waard geweest? Ja zeker! Er zijn weer veel ideeën en contacten uitgewisseld en bestaande inzichten bevestigd. Maar is het, het beste Social Forum ooit geweest? Nee. Het Social Enterprise World Forum in Johannesburg, dat vorig jaar is georganiseerd door het Centre for Social Entrepreneurship and Social Economy van de University of Johannesburg, is beter geregeld en heeft meer ruimte voor echte dialoog en discussie gegeven.
Zijn er verder geen kritische noten? Die zijn er zeker. Er wordt naar mijn mening te weinig aandacht besteed aan het feit dat miljoenen sociale ondernemingen de wereld niet gaan veranderen. Er moet meer aandacht besteed worden aan de noodzaak van systemische veranderingen op politiek niveau. Stephen Goldsmith, oud-burgemeester van Indianapolis en tot voor kort locoburgemeester van New York, merkt immers terecht op: ‘De echte vraag is niet of overheden mee moeten doen in het meenemen van hen die door de welvaart zijn achtergelaten, maar hoe overheden dat moeten doen. Het vergroten van sociale innovatie vereist meer dan durfkapitaal: Het is ook noodzaak om al toegewezen overheidsgeld opnieuw een bestemming te geven.’ Gaan we volgend jaar weer als het forum in het Canadese Calgary is? Jazeker!