
Coherentieagenda als brug tussen PvdA en VVD
De kabinetsonderhandelingen tussen de VVD en de PvdA zijn in volle gang. De partijen hebben zeer verschillende opvattingen over ontwikkelingssamenwerking. Volgens Maaike van Diepen en Mijke Elbers van de Evert Vermeer Stichting (EVS) kúnnen deze twee opvattingen samengaan in één gezamenlijk beleid. Maar hierbij is een sterke coherentieagenda essentieel en bij deze agenda hoort een minister voor Internationale Samenwerking.
Onder het vorige rechtse kabinet ging het bedrijfsleven een prominentere rol spelen in het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. De promotie van Nederlandse bedrijven stond hierbij centraal. Afgelopen week bleek dit weer toen demissionair minister Uri Rosenthal (VVD) van Buitenlandse Zaken verklaarde dat ambassades zich voortaan voornamelijk bezig moeten houden met de belangenvertegenwoordiging van Nederlandse bedrijven. Volgens de VVD kan de intensivering van het Nederlandse bedrijfsleven hand in hand gaan met ontwikkelingssamenwerking, een win-winsituatie dus.
Negatieve rol bedrijfsleven
Er zijn echter heel wat aanwijzingen dat deze vlieger niet altijd opgaat. Er zijn nog te veel voorbeelden waarbij het bedrijfsleven juist een negatieve rol speelt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan milieuverontreiniging, land grabbing of kinderarbeid. Daarnaast zijn veel investeringen met name gericht op de export van ruwe grondstoffen. De waardetoevoeging vindt daardoor in de meeste gevallen in de geïndustrialiseerde landen plaats. Op de lange termijn draagt dat niet bij aan de ontwikkeling van de zogenoemde wingewesten.
Er kan ook nog veel verbeterd worden op het gebied van belastingen. Nederland geldt nu nog als een verdragsparadijs, een soort belastingparadijs. Hierdoor lopen ontwikkelingslanden jaarlijks naar schatting honderden miljoenen euro’s aan belastinginkomsten mis. Coherent beleid tussen de verschillende ministeries, of het nu Financiën, Economische Zaken of Infrastructuur en Milieu is, is hiervoor onmisbaar.
Een nieuwe minister voor Internationale Samenwerking moet niet alleen waken dat het bedrijfsleven geen schade aanricht in ontwikkelingslanden. Als het bedrijfsleven een bijdrage wil leveren aan de ontwikkelingssamenwerking, dan moet het in deze landen ook armoede tegengaan en economische groei stimuleren. Dit houdt in dat bedrijven niet alleen moeten kunnen garanderen dat bijvoorbeeld grondstoffen conflictvrij zijn, maar ook dat hun handelsafspraken een duurzaam economisch voordeel opleveren voor een ontwikkelingsland.
Minister voor Internationale Samenwerking
De coherentieagenda is echter breder dan het bedrijfsleven, want ontwikkelingssamenwerking volstaat niet met alleen een gunstig ondernemingsklimaat te creëren voor ontwikkelingslanden. Het gaat ook om eerlijke handel, een duurzaam grondstoffenbeleid en een juridisch bindend mondiaal klimaatakkoord. Coherentie moet vorm krijgen binnen en tussen de verschillende ministeries. Een brede buitenlandagenda voor een minister voor Internationale Samenwerking is daarom van groot belang. Eén verantwoordelijke met een grote buitenlandagenda kan beleidscoherentie verwezenlijken en dan krijgen de één miljard allerarmsten een stem in de Trêveszaal tijdens de Ministerraad.
Het staat buiten kijf dat er nog steeds een belangrijke rol is weggelegd voor de Nederlandse overheid op het gebied van internationale samenwerking. Deze kabinetsformatie is daarom van groot belang voor de toekomst van het Nederlands ontwikkelingsbeleid. De verschillen tussen de twee partijen zijn groot, maar de politieke wil om overeenstemming te bereiken ook. Op het gebied van internationale samenwerking is de coherentieagenda de brug die tussen de verschillende visies van de PvdA en de VVD geslagen kan worden. De uitkomst daarvan is een visie op internationale samenwerking, geënt op de uitdagingen waar de wereld op dit moment voor staat.