
‘Soms blijf er niets over voor de kerk’
Ontwikkelingshulp gegeven door kerken en faith-based organisations, schiet het Zuiden daar wel iets mee op? Veel kerken in ontwikkelingslanden zijn in lokale gemeenschappen werkzaam via kleine projecten. Deze hulp wordt vaak gegeven vanuit een missionair oogpunt en religieuze waarden. Op het minisymposium van de Christelijke Hogeschool Ede stond dinsdag de wisselwerking tussen kerk en ontwikkelingssamenwerking centraal.
Een klein symposium, met als titel een grote vraag: ‘Wat vindt Afrika eigenlijk zelf van onze goedbedoelde hulp?’ Vrij snel bleek dat er op die specifieke vraag geen antwoord gegeven zou worden. Te ingewikkeld, en te algemeen bovendien. In plaats daarvan focuste het symposium op het grensvlak waar religie en ontwikkelingssamenwerking elkaar kruisen.
Opbouw
‘Ngo’s die willen blijven bestaan, verraden zichzelf’, zegt bisschop Anthony Poggo. ‘Zij willen in business blijven. Maar ngo’s die echt hulp willen bieden en de lokale bevolking willen helpen op eigen benen te staan, die kunnen we gebruiken.’ De bisschop van de Episcopale Kerk van Zuid-Soedan kijkt ferm de zaal rond. Zijn kerk, een partner van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB), krijgt veel te maken met ontwikkelingssamenwerking en bijbehorende organisaties. Poggo weet als geen ander wat voor hulp in zijn gebied wel of niet effectief is en heeft door kennis en kunde een pittig standpunt ingenomen wat betreft internationale samenwerking.
Zijn land is door meerdere burgeroorlogen met Soedan erg verwaarloosd en onderontwikkeld geraakt. Lokale productie en infrastructuur is nauwelijks aanwezig. ‘Het wemelt hier dan ook van de ngo’s die ons land willen helpen. Sommige mensen noemen Zuid-Soedan ‘Ngostan’, like Afghanistan’, zegt Poggo. De opbouw van zijn land zal waarschijnlijk een langdurig proces zijn, waarbij hulp uit het Westen volgens hem meer dan welkom is. ‘Maar handel moet meer gepromoot worden dan hulp. Het is erg belangrijk dat landen in Afrika de economie en export opkrikken, zodat ze iets te bieden hebben. Jullie regering subsidieert zijn boeren. Ze worden betaald om te concurreren met anderen. Zo maken jullie het voor ons moeilijker en duurder om te exporteren. Nu is de tijd gekomen om het belang van handel voor ons land in te zien. Dan kunnen we ons land opbouwen en de infrastructuur verbeteren. Misschien krijgen we dan op den duur ook files, zoals hier in Nederland.’
Ngo’s gebaseerd op een religieuze of spirituele grondslag, zijn volgens hem belangrijk bij de opbouw. ‘In onze gemeentes proberen we de bevolking te stimuleren het land op te bouwen. Werken is een taak van God, het is onze verantwoordelijkheid. We hebben mensen nodig met lange termijnvisie. Christelijke organisaties helpen ons daar goed bij. Zij gaan met ons in gesprek, betrekken onze religieuze leiders erbij en hebben oog voor onze spirituele opvattingen. De organisaties gaan heel dienend te werk en hebben er geen belang bij dat hun ngo in stand blijft, maar dat de lokale gemeenschap opgebouwd wordt.’
Naastenliefde
‘Christenen die werkzaam zijn bij ontwikkelingsorganisaties voelen zich daartoe vaak geroepen. Zij handelen meestal uit een bepaalde waarde: rechtvaardigheid of naastenliefde,’ zegt GZB-directeur Jan Ouwehand, die een van de workshops leidt. ‘Veel christelijke jongeren gaan ook mee met bepaalde werkreizen, waar ze in twee weken bijvoorbeeld een schooltje of weeshuis opknappen. Maar je kunt je afvragen of die hulp een ontwikkelingsland wel verder brengt.’
‘Dat soort kleine reizen zijn geen lange termijnprojecten en hebben in principe geen nut voor de lokale bevolking’, reageert een van de aanwezige belangstellenden. Hij is van mening dat jongeren hierdoor echter wel bewustwording creëren voor het belang van ontwikkelingsamenwerking. ‘Ze vormen hierdoor wel een stem in Nederland voor OS.’
Uitdaging
Religie en ontwikkelingssamenwerking samenbinden, kan voor- en nadelen hebben, volgens Anthony Poggo. ‘Kerken zijn vaak een middel in de hulpverlening,’ vertelt hij. Daar zit volgens hem ook een gevaar in. ‘Het is een uitdaging om religie en ontwikkelingssamenwerking te combineren. Het enige leiderschap dat Afrika kent is geestelijk leiderschap. In combinatie met hulpverlening kun je dan heel veel bereiken. Maar de belangrijkste taak van de kerk blijft: het evangelie verkondigen. Door te veel hulpprojecten, waar makkelijker geld voor te genereren is, blijft er soms voor de kerk zelf niets over. Dat is geen goede zaak.’
Om deze reden zal Poggo ook nooit helpen een ziekenhuis op te zetten. Zijn kostbare tijd wordt dan alleen dáár in gestoken. ‘Ik zet liever een kleine kliniek op ergens diep in het land, waar verder niets beschikbaar is.’ Want helemaal niets doen, is geen optie. Zorg voor de armen is namelijk een van de basisprincipes van zijn geloof.