Alternatief ontwikkelingstraject Afrika 3: Bouwen op de potentie van Afrika

Leonardo van den Berg (Stichting OtherWise) en Max Koffi (Africa in Motion) komen in de allerlaatste editie van hun drietal essays tot een alternatief ontwikkelingstraject voor Afrika. Volgens de twee heeft Afrika de grondstoffen, natuurlijke hulpbronnen, kennis en markten om zichzelf te ontwikkelen.  

Het Afrikaanse continent kampt met problemen zoals structurele werkloosheid, armoede, vervuiling, degradatie van natuurlijke hulpbronnen, mensenrechtenschendingen, politieke instabiliteit en gewelddadige conflicten. Nederlandse en Europese beleidsmakers, multinationale ondernemingen, en zelfs sommige hulporganisaties, partijen die claimen goed te zijn voor de ontwikkeling van Afrika, blijken onderdeel van het probleem. Zij bepalen de inhoud van verdragen, de organisatie van productie, de vorm die de markt en handel moet aannemen en de voorschriften en technologieën die ontwikkeling in gang moeten brengen. Zij zijn ook degenen die daar het meeste baat bij hebben en kijken de andere kant op wanneer dit schade brengt aan de natuur en mensen in Afrika. De potentie van Afrikanen om zichzelf te ontwikkelen wordt bovendien ondermijnd en genegeerd. In de eerste en tweede aflevering brachten we sommigen van deze problemen aan het licht. In dit deel willen we laten zien dat Afrika de grondstoffen, natuurlijke hulpbronnen, kennis en markten bezit om zichzelf te ontwikkelen.

Beslissende rol

Afrika bezit grote voorraden grondstoffen die nauwelijks gebruikt worden voor haar eigen ontwikkeling. Volgens schattingen is slechts 12% van de totale waarde van deze grondstoffen voldoende om een infrastructuur op te bouwen van Westerse standaarden over het hele Afrikaanse continent.  Helaas profiteren vooral grote buitenlandse bedrijven van de extractie hiervan en worden de ruwe materialen geëxporteerd voor de ontwikkeling van de Europese industrie. Uit veel landen blijkt dat deze grondstoffen in dienst van de samenleving worden gebruikt wanneer er meer controle is vanuit de staat en als maatschappelijke organisaties en de lokale bevolking een beslissende rol spelen (#). Bovendien kunnen de grondstoffen gebruikt worden voor de ontwikkeling van kapitaal en infrastructuur die belangrijk wordt geacht door de samenleving.

Naast cruciale grondstoffen bezit Afrika 80% van de resterende landbouwgrond op aarde. Er kunnen nog grote winsten worden gehaald in de productie op bestaande landbouwgronden. Uit verschillende rapporten blijkt dat het industriële landbouwmodel, in ontwikkelingslanden ook wel de groene revolutie genoemd, niet haalbaar is en ook niet wenselijk (#). Na het falen van de groene revolutie in de jaren ‘80 en ’90 wordt er getracht een uniquely African green revolution te implementeren. Zuid-Amerika en Zuid-Azië worden vaak als voorbeeld voor het succes van de groene revolutie gebruikt. Hoewel per capita productie hier met respectievelijk 8% en 9% is toegenomen, is de honger toegenomen met 19% en 9%.

Transitie

In het veld zijn al allerlei alternatieven voor het industriële landbouwmodel  ontsproten. Sommigen van deze alternatieven, zoals agro-ecologie en kringlooplandbouw, zijn beter gearticuleerd en zelfs opgepakt door kleine groepjes wetenschappers. Anderen hebben vooral op lokaal niveau successen geboekt. Wat veel van deze alternatieven met elkaar gemeen hebben en de bron van hun succes is, is dat ze bouwen op de lokale kennis, praktijken en natuurlijke hulpbronnen die kleinschalige boeren al tot hun beschikking hebben. Hierdoor zijn ze vaak ook duurzamer en hebben boeren meer controle om hun bedrijf naar eigen waardes in te richten. Deze initiatieven en alternatieven kunnen de basis vormen voor een transitie naar een duurzamere en rechtvaardigere landbouw.

Afrika heeft ook meer dan genoeg grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen op het gebied van duurzame energie, geneesmiddelen en de verwerkende industrie. Afrika zal minder afhankelijk worden van de goede wil van Europese beleidsmakers, internationale markten, multinationale ondernemingen en interne politiek als ze inzetten op soevereiniteit op het gebied van voedsel, industrie en energie op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Ze moeten er kortom voor zorgen dat de controle en het recht op voedselproductie, energie en verwerking bij de lokale bevolking blijft.

Controle

Als het gaat om markten, dan wordt er vooral gekeken naar internationale markten waarin Afrika beschouwd wordt als afzetmarkt of als bron van primaire grondstoffen voor de Europese industrie. Deze markten worden zo beschouwd door het agressieve beleid dat het IMF en de Wereldbank heeft gevoerd. Het beleid heeft tot meer armoede en ongelijkheid geleid. Een ander negatief effect vanuit het oogpunt van de armoedebestrijding komt van de nieuwe trend om lokale producenten aan multinationale bedrijven te koppelen. Deze multinationals drukken de prijzen en daarmee ook de inkomsten van lokale producenten naar beneden. Bovendien ontmoedigen multinationals lokale producenten vaak en belemmeren ze hen om hun producten zelf te verwerken, verpakken en vermarkten (#, #, #). Op deze manier behouden multinationals de controle over de hele keten en kunnen ze het grootste deel van de geproduceerde waarde zelf houden en vergroten.

Er zijn veel voorbeelden waarin alternatieve markten tot een betere situatie voor producent, consument en milieu hebben geleid. Sommigen van deze zogenoemde nested markets zijn lokaal gedreven initiatieven die gecreëerd zijn door onvrede over reguliere markten. Deze kunnen opnieuw uitgevonden al dan niet aangepaste traditionele markten zijn zoals ruilhandel of de directe verkoop van goederen in eigen of naastgelegen dorpen. Ook boekten zogenoemde institutionele markten successen. Zoals bijvoorbeeld de directe verkoop door kleinschalige boeren aan scholen of ziekenhuizen dat deed.

Potentie

Lokale schaarste en waardes van consumenten en producten bepalen de productie, prijs en kwaliteit van een product op deze alternatieve markten. Dit in tegenstelling tot speculatie, eisen van de supermarkt en globale trends en gebeurtenissen die normaliter de norm zijn. Er is nog veel potentie om dit soort markten te verbeteren of elders te promoten.

Al te vaak wordt gedacht dat armoede in Afrika niet de uitkomst is van een verleden van koloniale uitbuiting, de conflicten die daarop volgden en de huidige scheve verhoudingen, maar  van een gebrek aan kennis. Dit is onterecht. Het bewijs hiervoor ligt in een rijk aantal voorbeelden van initiatieven in zowel steden als rurale gebieden. Lokale bevolkingsgroepen hebben al dan niet in samenwerking met maatschappelijke organisaties en sociale bewegingen, met succes problemen aangepakt (#, #).

Niet altijd gezien

Weinig onderzoekers, ontwikkelingswerkers en beleidsmakers komen op dit lokale niveau of beschikken over voldoende contextuele kennis om ze te herkennen. Daardoor worden deze initiatieven niet altijd gezien. Nederlandse hulporganisaties, universiteiten, onderzoeksinstituten en beleidsmakers kunnen veel leren van al deze initiatieven en organisaties en hun kans op succes vergroten door hiermee samen te werken.

Ook de expertise van Afrikaanse migranten in Nederland wordt weinig benut. Migranten hebben vaak een voorsprong wat betreft interculturele communicatie en contextuele kennis over hun land van herkomst. Ze kunnen dus een brug slaan tussen Nederland en hun land van herkomst. Het is belangrijk dat deze experts en onderwijs en onderzoeksinstituten, worden gekoppeld aan de problemen en wensen die lokaal heersen en het aanwezige potentieel.

Afrika heeft voldoende kennis, inventiviteit, grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen. Helaas worden deze lang niet altijd gebruikt om de Afrikaanse samenleving te dienen. Het huidige Afrikabeleid streeft zijn eigen logica na. Het negeert, ontmoedigt en werkt dit soms zelfs tegen. Dit beleid moet een andere koers aannemen. Een waarbij de controle van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen bij de lokale bevolking blijft en waarbij de aanwezige kennis benut wordt voor eigen ontwikkeling. Het is belangrijk om te kijken naar succesvolle alternatieven uit het veld die constant ontwikkelt zijn en vaak ver vooruit lopen op de wetenschap. De uitdaging hierbij is om deze te herkennen, beschermen, stimuleren en als bouwstenen te gebruiken voor een duurzaam en rechtvaardig Afrika.

Auteur
Leonardo van den Berg

Datum:
31 oktober 2012
Categorieën: