Vrijdagmiddagborrel: Echt mondiaal burgerschap

Vorige week organiseerde de NCDO een middag over mondiaal burgerschap. Marc Broere ging erheen en vond het een inspirerende bijeenkomst. Maar één ding bleef klagen. Wat stelt mondiaal burgerschap in Nederland daadwerkelijk voor als bijna niemand verontwaardigd lijkt over wat bijvoorbeeld in Syrië gebeurt.

Vorige week was ik bij een bijeenkomst van de NCDO over mondiaal burgerschap. In Utrecht werden de resultaten gepresenteerd van het Verdiepingstraject 2011-2012 dat NCDO in haar nieuwe rol als kenniscentrum op het gebied van mondiaal burgerschap had georganiseerd. Vragen die aan de orde kwamen waren: wat brengt de toekomst van mondiaal burgerschap? Framing en beeldvorming: hoe brengen wij de wereld en mondiaal burgerschap in beeld? Hoe boor je de kracht van mensen aan? Hoe kun je gedrag beïnvloeden?

Gedeeld belang
Het was een interessante en nuttige middag. Beeldvorming en framing bijvoorbeeld is een onderwerp dat me erg interesseert. De wereld is veranderd en het gaat niet meer om ‘wij’ die ‘daar’ ontwikkeling brengen. Angola helpt Portugal en in de VS leeft inmiddels 15 procent van de bevolking onder de armoedegrens. Aanpassing en reframing van het wereldbeeld is noodzakelijk. Vanuit dat oude frame van wij die dáár ontwikkeling gaan brengen zijn er labels op de OS-sector geplakt zoals ‘bodemloze put’, ‘strijkstok’ en ‘subsidieslurper.’

Maar hoe doe je het dan?Welk nieuw label plak je op ontwikkelingssamenwerking. ‘Gedeeld belang’ zou een goede zijn, hadden de deelnemers aan het verdiepingstraject bedacht. Maar of dat werkt is onduidelijk want volgens een reclamemaker, die eveneens tijdens het verdiepingstraject een sessie had gedaan, spreekt een negatief beeld –ofwel een oud frame- nog altijd meer aan dan een positief beeld.

Gebalde vuist en hongerbuikje

We kijken naar campagne- en fondsenwervingsposters van ontwikkelingsorganisaties. Het valt me op dat ze minder extreem zijn dan vroeger. Toen had je globaal gesteld aan de ene kant de revolutionaire gebalde vuist en aan de andere kant het hongerbuikje. Nu zitten er best wat doordenkertjes tussen, zoals een poster van Hivos waarop een oude wijze man uit Azië vertelt dat hij met de gebakken peren zit omdat wij te lang douchen. Het was van een campagne waarmee Hivos nog in negatieve zin de De Telegraaf haalde.

Ik geniet van een ‘durf te vragen’ sessie van Niels Roemen (www.durftevragen.com) die stelt dat we alle problemen in de wereld zonder dat daar geld aan te pas hoeft te komen kunnen oplossen. Roemen omschrijft zichzelf als ‘manisch positief’ en dat werkt aanstekelijk. Hij maakt daarbij interessante punten en zegt dat het armoedeprobleem geen schaarsteprobleem is, maar een logistiek probleem; een kwestie van verplaatsing. Mensen kunnen heel gericht een concreet probleem aanpakken en oplossen, en zo’n zwerm actieve burgers heft zich vervolgens op als het doel eenmaal bereikt is. ‘Maar het instituut dat ontwikkelingssamenwerking inmiddels is geworden, zal zich nooit meer zelf opheffen,’ aldus Roemen.

Carbonpapier

Roemen behoort samen met mensen als Sanne Vroom, Folkert Rinkema en de niet aanwezige Thomas van de Beek en Michel Groenenstijn tot de jonge honden van het mondiaal burgerschap. Het is aardig dat jong en oud in deze scene gelijkwaardig aan elkaar lijken. Dit in tegenstelling tot de ontwikkelingssector zelf waar er amper kansen zijn voor Young Professionals om mede aan de stuurknoppen te zitten.

Het leidt in Utrecht ook tot een leuke uitwisseling van de jonge honden en de oude rotten. Oude rotten waarvan ik sommige al vele jaren ken. Hans Beerends, de inmiddels 80-jarige oprichter van de Wereldwinkels, Ans Ursem, voormalig directeur van COS-Noord Holland en eigenaar van Fair Business, en Gosse de Boer van het bureau Wereldburger. Gosse begon al met mondiaal burgerschap toen hij in de jaren zeventig voor SNV naar Nigeria werd uitgezonden en nog op de typemachine met carbonpapier rondzendbrieven tikte die onder vrienden en familie in Nederland werden verspreid.

Er blijft iets knagen

Toch blijft er deze hele middag iets bij me knagen. Want hoe sterk is nu dat mondiaal burgerschap in Nederland? Wat stelt het nu echt voor? Wat is nu mondiaal burgerschap als duizenden Nederlanders met hun eigen geweldige projecten, uitwisselingsprogramma’s en bewustwordingstrajecten bezig zijn, terwijl er niemand is die zich druk lijkt te maken over Syrië en daarvoor te mobiliseren is.

Tijdens een van de workshops worden we gevraagd om met succesvolle initiatieven op het gebied van mondiaal burgerschap te komen. Zaken die worden genoemd zijn de mondiale voetafdruk, kritisch consumeren, consuminderen, het ondersteunen van projecten via de 1%Club. ‘Maar hoe zit het dan met Syrië?’ vraag ik. ‘Waarom gaan jullie niet allemaal naar het Binnenhof om onze politici onder druk te zetten? Waarom –en dan hou ik mijn eigen vakgebied kritisch tegen het licht- was er geen enkele parlementaire journalist die tijdens de lijsttrekkersdebatten op TV even afweek van het officiële draaiboek en de vooraf bepaalde onderwerpen en aan de lijsttrekkers vroeg: ‘Nu even iets anders. Hoe denkt u eigenlijk over Syrië? Wat zou de rol van Nederland zijn als u premier was?’

De jongedame van Plan Nederland, die de sessie leidde, was ietwat verrast door mijn politieke intermezzo en zei: ‘Laten we verder gaan met waar we gebleven zijn. Heeft iemand anders nog een voorbeeld van een positief project?’

Gelukkig knikte mijn buurman me minzaam toe. ‘Als je naar Syrië kijkt is de focus op de kraan dicht tijdens het tandenpoetsen, inderdaad wel een beetje wrang.’

Noodhulp

In de trein terug dacht ik na over noodhulp en mondiaal burgerschap. Als er ergens op de wereld een ramp gebeurt of hongersnood is, dan treedt giro 555 in werking en wordt er samen opgetrokken door de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO). Waarom ook niet zoiets bedenken als het gaat om mondiaal burgerschap?

Laten alle individuen en organisaties op het terrein van mondiaal burgerschap in een uitzonderlijke situatie even de handen ineen slaan en een gebalde vuist maken. Bijvoorbeeld nu met Syrië of andere plekken waar de wereld echt in brand staat en we het niet kunnen maken om de andere kant op te kijken. Even niet je eigen leuke projectje doen maar zaken on hold zetten en samen laten zien dat de Nederlandse bevolking het niet pikt en van politici ook verlangt dat ze dit agenderen en namens Nederland een proactieve rol spelen in de internationale politieke agenda. Als al die duizenden mensen die aan mondiaal burgerschap werken soms even over hun eigen schaduw heen kunnen kijken, zou dat heel goed zijn. Dat zou pas écht mondiaal burgerschap zijn.

Een naam heb ik zo snel nog niet. Mondiaal Burgerschap noodhulp klinkt voor geen meter. Misschien iets van Mondiaal Burgerschap Alert. Of Mondiale Verontwaardiging.

Maar goed, het gaat nu nog even niet om de naam. Ik hoop in ieder geval dat de boodschap van mijn verhaal duidelijk is.

Auteur
Marc Broere

Datum:
14 september 2012
Categorieën: