Vrijdagmiddagborrel: De kloof tussen innovatie en leiderschap

Deze week waren er veel reacties op het opiniestuk van Frank van der Linde waarin hij ervoor pleitte alle subsidies aan ontwikkelingsorganisaties stop te zetten. Marc Broere blikt terug en verbaast zich over de kloof in de sector tussen veel innovatie enerzijds en gebrek aan goed leiderschap anderzijds.

Afgelopen maandag kreeg ik na afloop van de afscheidsreceptie van Bram van Ojik op het ministerie van Buitenlandse Zaken een lift van Jack van Ham, oud-directeur van ICCO. We moesten ons haasten van Den Haag naar Amsterdam voor een vergadering waar we beiden bij aanwezig moesten zijn.

Onder leiding van Jack van Ham is ICCO enkele jaren geleden begonnen met een decentralisatieproces. Een aanzienlijk deel van de werkzaamheden van ICCO zijn inmiddels overgeheveld naar zeven regiokantoren, voor een groot deel bemand met lokale deskundigen.

Daarboven heeft ICCO regioraden ingesteld met experts en denkers uit de omgeving die de prioriteiten van het beleid van ICCO moeten bepalen. Het idee erachter was dat ICCO denkt effectiever te zijn door invloed en zeggenschap te delen en door te vertrouwen op de kracht van denkers in het Zuiden.

Tegen de stroom in

Over dit decentralisatieproces schreef ik enkele jaren geleden een Beschouwing in Vice Versa waarin ik stelde dat het moment waarop ICCO reorganiseert dapper gekozen is. In tegenstelling tot de jaren negentig, waarin volop geëxperimenteerd kon worden met ontwikkelingssamenwerking, ligt de ontwikkelingssector nu ernstig onder vuur en neemt het draagvlak af. De meeste mensen in Nederland zullen waarschijnlijk niet denken dat het overhevelen van bevoegdheden naar het Zuiden tot meer effectieve ontwikkelingshulp zal leiden. ICCO ging met haar idee dwars tegen de stroom in. Ik schreef dat ik benieuwd was hoe ICCO haar visie gaat presenteren aan de Nederlandse bevolking. En wat als de regionale raden met adviezen en beleidsvoorstellen komen die dwars tegen de wensen van de ICCO ingaan of vanuit het oogpunt van het draagvlak in Nederland uiterst riskant zijn? ‘Jack van Ham: kamikazepiloot of vernieuwer?’ stond dan ook als kop boven het artikel.

Inmiddels zijn er regiokantoren in zeven landen en zijn de verhalen die ik hoor over het decentralisatieproces van ICCO overwegend positief. Soms valt de feedback vanuit de regioraad tegen, of blijkt het net zo moeilijk te zijn om vanuit het regiokantoor in Mali naar Liberia of Sierra Leone te vliegen dan vanuit Nederland, maar over het algemeen lijkt de decentralisatie van ICCO geslaagd te zijn. Lokale deskundigen op de regiokantoren hebben vaak net iets beter begrip van de lokale context, nemen een interessant lokaal of regionaal netwerk mee en hebben ook sneller inzicht in een eventuele tweede agenda van de partnerorganisaties met wie ICCO samenwerkt.

Goed gevoel

Deze week bracht ik ook een werkbezoek aan Hivos om me door een aantal mensen te laten bijpraten over waar de organisatie zoal mee bezig is. Uit gesprekken met Josine Stremmelaar, Jaap Spreeuwenberg en Fieke Jansen kwam het beeld naar voren van een dynamische organisatie die midden in de moderne tijd staat en nadenkt over wat de snelle veranderingen in de wereld voor consequenties heeft voor de organisatie. Ook hier liep ik met een goed gevoel de deur weer uit.

Terwijl ik in de trein terug naar huis zat, bedacht ik me wel dat echte innovatie eigenlijk vooral bij de grote organisaties plaatsvindt. De ‘jong en hip organisaties’ zoals de 1%Club presenteren zich in hun uitstraling vaak als vernieuwend, maar hun vernieuwing zit toch vooral in de vorm en wijze van financiering zoeken en niet in de inhoud. Inhoudelijk richten ze zich juist opvallend vaak op klassieke hulpprojecten. In die zin is wat bij grote organisaties plaatsvindt een veel interessanter proces.

Recht uit het hart

Terwijl Jack van Ham zijn auto bestuurde en we langs de lichten van Schiphol reden, sprak hij me aan over het stuk van Frank van der Linde dat we diezelfde dag gepubliceerd hadden. Van der Linde betoogde daarin dat de enige mogelijkheid om beweging in de OS-sector te krijgen het dichtdraaien van de geldkraan was, en wel per direct. Jack vond het onverstandig dat we het stuk gepubliceerd hadden, en hij was deze week niet de enige (naast overigens in toenemende mate ook positieve reacties de afgelopen dagen).

Hoewel ik het niet met Frank eens ben dat er geen beweging in de sector zit, maakt hij wel een paar rake punten. En dan vooral het punt dat de sector alleen maar gezamenlijk in actie lijkt te komen als de eigen subsidie in het geding is. Hiermee raakt Frank aan een open zenuw van de sector.

Een belangrijke reden om het stuk te plaatsen is ook de afzender. Frank van der Linde was directeur van Fairfood en jarenlang bestuurslid van Partos. Hij staat bekend als een soms wat dwarse maar ook innovatief en inspirerend persoon. Iemand met recht van spreken dus. Jarenlang heeft Frank vanuit het Partos-bestuur aan vernieuwing proberen te werken en kwam hij er tot zijn toenemende frustratie achter dat mensen volgens hem niet wilden meebewegen en geen beslissingen durfden te nemen. Zo wilde Frank dat SNV als Partos-lid geschorst zou worden zolang toenmalig directeur Dirk Elsen zijn salaris niet onder de DG-norm zou terugbrengen. Dat was volgens Frank een goed signaal geweest om als brancheorganisatie te laten zien dat men wel degelijk zichzelf kan reguleren en excessen aanpakt indien nodig. Frank had in het Partos-bestuur regelmatig het gevoel aan een dood paard te trekken. Het was daarom een stuk recht uit het hart.

Schamen

Wat ik zelf steeds meer signaleer, is dat er een enorme kloof zit tussen de innovatie die op de werkvloer bij organisaties plaatsvindt en het officiële leiderschap binnen de sector. In een vorige Beschouwing in Vice Versa suggereerde ik ook dat vernieuwers – jong en oud – op persoonlijke titel een soort van alternatieve branchevereniging zouden moeten oprichten. Op het moment dat de sector officieel via brancheorganisatie Partos naar buiten treedt, dan is het soms – en dat hoor je letterlijk bij een toenemend aantal mensen in de sector – om je voor te schamen. Alle innovatie in de sector lijkt dan verdampt te zijn.

De insteek en toonzetting van onder Partos-vlag gevoerde campagnes, als genoeg=genoeg en #jekrijgtwatjegeeft bijvoorbeeld, hebben weinig mensen uit de sector trots gemaakt en het gevoel gegeven dat het over hún sector ging. Evenals de curieuze manoeuvre van directeur Alexander Kohnstamm om direct na het akkoord van de Kunduz-coalitie (waarbij bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking werden afgewend) opeens stoer te gaan zeggen dat het om de inhoud gaat en niet om de 0,7 procent. Een sector met elan en leiderschap had ook gewoon tijdens een discussie over bezuinigingen over de inhoud durven praten en heilige huisjes ter discussie moeten durven stellen. Ik begrijp dat het lastig is als je namens meer dan honderd organisaties moet praten, maar tegelijkertijd mag je best wat meer en gedurfder leiderschap tonen.

Kamikazepiloot

Toch nog even terug naar de autorit met Jack van Ham en de vraag of hij nu een kamikazepiloot is of een vernieuwer. Ik ben daar nu wel uit. Als het om zijn visie op de ontwikkelingssector gaat is hij een vernieuwer gebleken, kunnen we nu wel stellen. Maar toen we Amsterdam binnenreden en bij het oude Olympisch Stadion verdwaald raakten en niet wisten hoe we richting Centrum moesten komen, vertoonde Jack als autobestuurder wel degelijk trekjes van een kamikazepiloot. Een enkel rood stoplicht en teken van eenrichtingsweg werd zelfs genegeerd.Gelukkig kwamen we veilig op onze bestemming aan.