
Oprichting digitaal noodfonds: ‘Vergroten van digitale kennis is politieke macht’
Dat het internet een steeds belangrijker medium is geworden is alom bekend, maar de politieke waarde ervan werd pas echt duidelijk tijdens de Arabische lente afgelopen jaar. Om de vrijheid van het internet te bevorderen is het Digital Defenders Partnership (DDP) opgezet onder leiding van Hivos. Vice Versa sprak met Fieke Jansen, programme officer bij Hivos, over de achtergrond en doelstellingen van het programma en de rol van Hivos in dit initiatief. Jansen: ‘Vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel aspect van succesvolle ontwikkeling.’
De angst om in hun macht te worden aangetast is één die veel leiders van dictatoriale regimes druk bezig houdt, vooral nu de dreiging steeds vaker van binnenuit komt in de vorm van internetprotesten. Kritische, politiek geëngageerde internetgebruikers, ook wel digitale activisten genoemd, zijn het slachtoffer van de strengere, soms meedogenloze aanpak die deze regimes hanteren.
Steeds meer berichten over het gevangenzetten van bloggers of het censureren van Facebookpagina’s bereiken dan ook de internationale media. In Iran worden internetcafés zelfs verplicht om surveillance camera’s op te hangen om het surfgedrag van internetgebruikers nauwlettend in de gaten te houden.
Hulp van buitenaf
Meestal slecht georganiseerd, zijn de internetactivisten niet opgewassen tegen de digitale legers van de staat en zijn ze vooralsnog overgeleverd aan de gratie van het regime waar ze tegen protesteren. De overtuiging dat deze situatie aandacht verdient en moest veranderen werd door de internationale gemeenschap gedeeld en op verschillende Freedom online conferenties (zie het artikel internationale persvrijheid op deze website) werden stappen ondernomen voor het opzetten van het hier besproken Digital Defenders Partnership.
Dit samenwerkingsverband wordt financieel ondersteund door de overheden van Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Hieruit is een coalitie gevormd met naast de bovengenoemde landen, Kenia en Tunesië als partners. Het DDP is een initiatief dat voortvloeit uit deze samenwerking. Het fonds, dat nu ruim €2.6 miljoen euro waard is, zal worden gecoördineerd door Hivos en zal vanaf 1 januari 2013 operationeel actief zijn.
Het Digital Defenders Partnership
Volgens Jansen, programme officer bij Hivos en nauw betrokken bij de opzet en het verder ontwikkelen van het project, zal het DDP in het begin vooral een ondersteunende functie vervullen door organisaties die zich bezighouden met het beschermen van internetvrijheid hulp te bieden en krachtiger te maken.
Ten eerste wil de organisatie een platform creëren zodat digitale activisten en organisaties elkaar beter kunnen vinden en de acties beter kunnen worden gecoördineerd. Op dit moment zijn de interventies nog te veel ad hoc georganiseerd, volgens Jansen. Het programma beoogt een langetermijnvisie te ontwikkelen waarbij er structurele veranderingen worden doorgevoerd.
Concreet houdt dit in: het opzetten van mesh networks. Dit zijn alternatieve internetverbindingen die kunnen worden gebruikt wanneer een regime de kill switch toepast en zo het hele netwerk wordt platgelegd. Zo maakte Mubarak het netwerk voor vijf dagen ontoegankelijk voor alle internetgebruikers in Egypte. Ook wil het programma kritische internetgebruikers die slachtoffer zijn van DDoS attacks, waarbij een website tijdelijk ontoegankelijk wordt gemaakt, hulp bieden door een alternatieve server te vinden.
Ten tweede zal het fonds als onderzoeksorgaan functioneren dat door het ontwikkelen van technologische tools organisaties en individuen de mogelijkheid biedt een eigen, vrije digitale ruimte te creëren; een ‘digitaal vrijstaatje’ zoals Hivos het zelf noemt.
Volgens Jansen is het belangrijk om trends nauwlettend in de gaten te houden en steeds innoverend bezig te zijn. Daarbovenop verdienen transitional states zoals Tunesië en Egypte extra aandacht omdat deze qua beleid nog niet stabiel zijn. Jansen noemt het een ‘black box’ waar deze landen zich in bevinden. Hoewel ze retorisch de vrijheid van meningsuiting wel als belangrijk markeren, is het beleid soms tegenstrijdig. Het betrekken van deze landen als partners in de coalitie is dus ook een belangrijke doelstelling van het fonds.
De rol van Hivos
Op de vraag waarom Hivos deze uitdagende taak op zich heeft genomen legt Jansen uit: ‘Volgens Hivos begint ontwikkeling bij het individu. Mensen moeten zelfstandig keuzes kunnen maken in een democratische staat om structurele veranderingen teweeg te brengen. Een belangrijk aspect hiervan is het recht op vrijheid van meningsuiting.
Volgens Jansen spelen de media hierin een cruciale rol en fungeren daarbij als ‘watch dog’ op de overheid om zo de transparantie en democratie te waarborgen. Het internet wordt hierbij een steeds belangrijker medium doordat het een platform biedt waar onafhankelijke meningen kunnen worden gedeeld. ‘Daarom is het belangrijk dit medium te promoten en mensen die ervan gebruik willen maken te ondersteunen’, stelt Jansen.
Hivos was tevens één van de eerste organisaties in Nederland die technologie als een middel voor ontwikkeling heeft ingezet, een stroming volgende die bekend staat als ICT4Development. De organisatie heeft zich op deze manier over de jaren kunnen profileren als een expert op dit gebied. Deze expertise en overtuiging maakten de organisatie volgens Jansen daarom een logische keuze voor het leiden van dit project.
Politieke gevoeligheid
Hoewel het project grotendeels is gefinancierd en geïnitieerd door nationale overheden benadrukt Jansen dat het DDP een onafhankelijk fonds is en dus niet aan dezelfde diplomatieke ketens vast zit als overheden. ‘De bescherming van mensen en hun internationale rechten zal altijd de belangrijkste factor zijn in de beslissingen die wij maken’, aldus Jansen.
Hierbij geeft zij het voorbeeld van Egypte waar zo’n 12000 bloggers zijn opgepakt en voorgeleid voor het militaire gerechtshof. ‘Dat kan natuurlijk niet’, stelt Jansen, ‘want alleen mensen in het leger mogen door dit hof worden berecht. Dit is dus duidelijk een situatie waar de internationale mensenrechten in het geding komen en een doel waar de DDP zich voor zou kunnen inzetten.’
Ondanks deze sterke idealen en daadkracht moet Jansen uiteindelijk wel erkennen dat de geopolitieke agenda’s toch ook een belangrijke rol zullen spelen in het maken van beslissingen. De keuze welke landen worden gemarkeerd als ‘crisis staten’ en waar het project zich dus op zal richten is politiek van aard en zal dus ook politieke gevoeligheden met zich mee brengen. ‘Dit is iets waar we wel goed over moeten nadenken bij het verder ontwikkelen en het opzetten van het DDP programma’, aldus Jansen: ‘het blijft hartstikke politiek.