
Jeroen de Lange: ‘Er is een nieuwe agenda voor internationale samenwerking nodig’
De verkiezingen zijn geweest en de burger heeft zijn voorkeur uitgesproken voor een nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer. En dit betekent dat een heel aantal mensen hun biezen moet pakken. Afgelopen woensdag stond de Kamer stil bij hun vertrek middels een persoonlijk afscheidswoord van Gerdi Verbeet, die na de laatste hamerslag ook haar eigen functie als voorzitter naast zich neerlegde.
Onder de vrijwillig en gedwongen vertrekkende Kamerleden, waren ook een aantal mensen die de afgelopen jaren een belangrijke pion waren op het schaakbord van de ontwikkelingssamenwerking. Zo kregen Arjan El Fassed, Jeroen de Lange, Ewout Irrgang en Kathleen Ferrier allemaal een bos bloemen en een dankwoord voor hun inzet en verzette werk.
Gemoedelijke sfeer
Om klokslag twaalf uur opent Gerdi Verbeet haar laatste vergadering sinds ze in 2006 voorzitter van de Tweede Kamer werd. Het bedanken en afscheid nemen van alle vertrekkende Kamerleden staat op de agenda. Voor iedereen is er een persoonlijk dankwoord. De sfeer is gemoedelijk en de kans om een grap te maken, wordt door de voorzitter meerdere malen gegrepen. Bij elk lid dat onder de aandacht wordt gebracht, draait de hele Kamer zich vol belangstelling richting diegene. ‘Het wordt een lange zit, want de kiezer heeft nu eenmaal besloten dat er veel gaat veranderen in de samenstelling waarin we nu zitten,’ geeft Verbeet bij het begin aan. Ze krijgt geen ongelijk. Vooral partijen als het CDA, de PVV en GroenLinks moeten nogal wat mensen uitzwaaien.
Kwetsbare mensen
‘Uw vader, Johan Ferrier, de eerste president van onafhankelijk Suriname, was uw grote voorbeeld,’ zegt Verbeet tegen vertrekkend CDA-kamerlid Kathleen Ferrier. Deze straalt bij het horen van haar vaders naam. ‘U was zowel woordvoerder op het gebied van passend onderwijs, als op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Dat was u op het lijf geschreven, omdat u in beide werkvelden met kwetsbare mensen te maken kreeg.’ Tot slot complimenteert Verbeet Ferrier vanwege haar enthousiasme en actieve inzet.
Ook Arjan El Fassed (GroenLinks) wordt door de voorzitter geprezen om zijn inbreng. ‘U hebt u altijd gericht op het verbeteren van het beleid ten opzichte van ontwikkelingssamenwerking. Daarom werd u verkozen tot Fair Politician of the Year 2010-2011. Een hele eer!’ Ook van Ewout Irrgang (SP) weet Verbeet zeker dat de fractie hem ontzettend gaat missen. ‘U bent een erg sympathiek politicus en speelt nooit op de man. U hebt samen met Kathleen Ferrier een grote rol gespeeld in het Meer Partijen initiatief HIV/Aids en SRGR – Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten. U bent serieus, strijdbaar en vastberaden. Ik wens u alle goeds!’
Brede deskundigheid
Over Jeroen de Lange zegt Verbeet: ‘U heeft zich vanaf januari ontpopt als een actief kamerlid. Als woordvoerder ontwikkelingssamenwerking putte u uit uw eigen ervaringen uit onder meer Oeganda en Rwanda. Uw brede deskundigheid zult u ook ongetwijfeld buiten de Kamer inzetten.’
Na afloop van de ceremonie sprak Vice Versa met Jeroen de Lange over zijn afscheid van de Kamer en zijn ideeën over de toekomst.
Met wat voor gevoel neemt u vandaag afscheid?
‘Ik vind het jammer. Ik was graag doorgegaan met werken aan de hard nodige vernieuwing van de internationale samenwerking. Een aantal organisaties is goed bezig de omslag te maken, maar als ik naar de hele sector kijk gaat het nog niet snel genoeg. De betrokkenheid van Nederland op de rest van de wereld staat onder druk, we zijn ongelooflijk naar binnen gekeerd. Dat is niet goed. Ten eerste omdat Nederland heel veel kan bijdragen aan het aanpakken van wereldwijde problemen, armoede en conflict. Ten tweede omdat we te maken hebben met een steeds kleinere planeet, waar een nieuwe agenda voor nodig is. Er zijn geen hekken meer en problemen in andere landen hebben regelrecht invloed op ons wel en wee. Vernieuwing van de internationale samenwerking is dus ook in ons eigen belang. Dat ver weg niet meer bestaat, weten we al. Maar de mindset is nog niet veranderd. Ik had daar graag vanuit de politiek een rol in willen spelen. We kunnen namelijk niet zo doorgaan. Er wonen nog steeds een miljard mensen in conflictlanden. Zelfs de grootste egoïst – voor wie dus humanitaire overwegingen geen rol spelen – zou moeten begrijpen dat we daar wat aan moeten doen. Zelfs als je niets met internationale samenwerking hebt, getuigt een gesloten houding van kortzichtigheid.’
Heeft u wat kunnen bijdragen aan het debat over ontwikkelingssamenwerking?
’Alleen anderen kunnen beoordelen of ik echt wat heb bijgedragen. Ik hoop het wel. Ik heb geprobeerd om een ander geluid te laten horen. Vanuit de sector was daar waardering voor, en dat vind ik fijn. Zeven maanden zijn natuurlijk veel te kort om echt invloed te hebben. Toch kon ik door mijn werkervaring in het buitenland zaken met overtuiging brengen, bijvoorbeeld het corruptie-issue. Ik heb benadrukt dat corruptie in conflictlanden een manier is om geweld te voorkomen, en dat we er niet veel mee opschieten wanneer we zeggen: in corrupte landen doen we niets. Natuurlijk is corruptie erg, maar het is beter dan geweld. En een rechtsstaat is natuurlijk weer beter dan corruptie. In die volgorde. We kunnen dus alleen iets bereiken als we reëel naar de transformatie van machtsverhoudingen kijken. We moeten af van het wensdenken. De grote vraag is hoe we transformaties kunnen ondersteunen. Dat is een lastig spel en het is ook moeilijk om in Nederland draagvlak te creëren voor complexe betrokkenheid op dit soort landen.’
‘Ook heb ik geprobeerd een lans te breken voor strategische deals rondom grondstoffen. Als het gaat om mijnbouw, is het logisch dat zowel het lokale land als Europa profiteren van steun om te komen tot fatsoenlijke mijnbouw. Dat begrijpen ze in Afrika ook best, want daar zit gelijkwaardigheid in. Denken vanuit het eigenbelang is dus niet per se vies. Op deze manier ontstaat er juist meer draagvlak in de samenleving.’
‘Daarnaast heb ik heel prettige en open gesprekken gevoerd met VNO-NCW. Ik vind dat we voorbij de oude tegenstellingen tussen NGO’s en bedrijfsleven moeten en juist meer moeten samenwerken. Het bedrijfsleven is een bondgenoot als het gaat om een open houding naar de rest van de wereld. Maar ik ben niet naïef: het doel van OS geld is om te zorgen voor economische groei daar, niet in eerste plaats om de BV Nederland te helpen.’
Hoe nauw aan het hart gaat ontwikkelingssamenwerking Samson?
’Ik heb bijgedragen aan het verkiezingsprogramma van de PvdA, waarin een lans wordt gebroken voor een nieuwe agenda voor internationale samenwerking en professionalisering van de uitvoering. Ook staat erin dat de inzet is om 0,7% van het BNP uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking. Wetende dat dit tot 2015 geldt, ben ik erg benieuwd wat de post-2015 agenda gaat worden. Dan moet opnieuw gekeken worden welk budget daarbij past. Tot 2015 ga ik er vanuit dat de PvdA zich inzet voor de zaken die nu in het programma opgenomen zijn.’
Hoe voorziet u de breekpunten tussen de PvdA en de VVD? Wat is de meest logische deal waarmee deze twee partijen tot overeenstemming kunnen komen?
’Geen idee. Ik ben erg benieuwd hoe dit zich gaat ontwikkelen. Er zullen compromissen gesloten moeten worden. Een regering vormen betekent uitruilen. De VVD is voor een NL Aid, dat is hard nodig. De uitvoering moet echt professionaliseren. Het effect van internationale samenwerking zit hem in de kwaliteit van de uitvoering. Internationale samenwerking is mensenwerk en daarvoor heb je specialisten nodig. Het wordt zwaar onderschat hoe complex dit werk is. In het WRR-rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ wordt hiervoor gelukkig een lans gebroken. Bezuinigingen zijn mogelijk onontkoombaar. Hopelijk staat daar dan tegenover een professioneler apparaat.’
Wat heeft de toekomst voor u in petto?
’Dat weet ik nog niet precies. Ik hoop door te kunnen gaan met een nieuwe vorm van internationale samenwerking, of een rol te spelen in de modernisering van de publieke sector in Nederland. Ik geloof dat een bijdrage leveren aan de sector ook buiten de politiek kan. Het moet juist op alle plaatsen gebeuren; in de politiek, het bedrijfsleven, bij organisaties. Eventueel ga ik ook kijken of ik in het bedrijfsleven kan werken. Het wordt dus een van deze drie opties.’
Klik hier voor laatste Kamerbijdrage van Jeroen de Lange.