
‘Dat percentage dan maar weer – 0,7 % norm staat los van besteding ontwikkelingsgeld’
De 0,7 norm is niet achterhaald, zoals Frank van der Linden beweert. Die norm staat namelijk los van hoe ontwikkelingsgelden besteed (zouden moeten) worden. En over dat laatste moet het blijven gaan. Zoals dat altijd al het geval was.
Daar gaan we weer. Als je wilt scoren dan noem je dat percentage van 0,7% maar weer eens. En vervolgens kom je met een prachtig theoretisch verhaal dat vooral benadrukt dat er veel over ontwikkelingssamenwerking (OS) gepraat en gedacht wordt, maar er niets uit komt. En natuurlijk noem je de ballast van die grote (?) aantallen oude en ouderwetse ontwikkelingswerkers die maar niet willen veranderen en waar je vanaf wil, maar niet vanaf komt omdat ze hun baantje willen behouden. Oh ja, je constateert ook nog dat de wereld de laatste tijd veranderd is, en dat de doorsuffende OS organisaties dat maar niet willen zien, en er vooral niet naar handelen.
Grammofoon
Tsja, wat mij betreft bestaat dat verhaal uit nogal wat vermoeiende stereotyperingen die in allerlei eerdere discussies al aan bod gekomen zijn en waar ik hier maar niet op in ga. Al was het maar om zelf niet ook een oude grammofoon te worden, met een andere plaat weliswaar, maar waar de naald eveneens blijft steken.
Dat percentage dan maar weer. Intrigerend vind ik de zin in Frank’s betoog: ‘De hoogte van het budget komt voort uit de keuzes die gemaakt worden en niet andersom ‘Ik ben echter bang dat je het dan niet redt met 0,7 procent. Het zal een veelvoud worden. Keuzes worden gemaakt, juist omdát de middelen beperkt zijn. Zoals bovenstaande stelling, maar dan juist andersom: het budget zorgt ervoor dat je keuzes maakt en je niet alles kan doen wat je graag zou willen doen. Net als bij de aankoop van een auto, zeg maar. Je zou best een betere willen kiezen, maar daar heb je de middelen niet voor.
Het klopt dat het percentage van 0,7 procent vrij willekeurig en dus niet heilig is (net als 3% begrotingstekort, of 130 km/uur), maar het geeft wel een internationaal gedragen principe weer. Het principe een minimaal bedrag van onze rijkdom te delen met anderen. Principes zijn er niet om aan te hangen waar het uitkomt, en overboord te gooien wanneer het even niet uitkomt. Ook, of misschien wel juist, als anderen zich er niet aan houden. En inderdaad, het is een percentage. Het budget groeit dus als het ons goed gaat, en krimpt als we het even wat minder hebben. Mooi toch?
Besteding
Misschien is het wel interessant om te vermelden wat ik van een CIDIN promovenda hoorde toen ik bij het Wereldpodium in Tilburg was. Uit onderzoek bleek dat betreffende OS, het merendeel van de Nederlanders (zo’n 90%, als ik het goed onthouden heb) in twee groepen valt op te delen. Eén groep die er van overtuigd is dat hulp helpt de armoede te bestrijden, en een aanzienlijk grotere groep die vindt dat hulp zou kunnen helpen, als het maar goed besteed zou worden. Maar van dat laatste dus niet overtuigd is. Het is daarmee niet zozeer het budget dat ter discussie staat, maar de besteding. Of op z’n minst de informatie over die besteding. Laten we het daar dan over hebben.
Nogmaals, ik wil vooral benadrukken dat het om de besteding van het budget zou moeten gaan, en niet steeds om de hoogte. Van der Linden’s ‘BuZa: draai de geldkraan dicht’ is wellicht provocerend bedoeld, maar voordat je het weet blijkt Arend Jan Boekestijn je dan links voorbij te tuffen. Want welk bedrag je ook zou kiezen, steeds kan je daar dan opnieuw over discussiëren, zodat het weer niet over de inhoud hoeft te gaan.
Inderdaad, het is moeilijk om over de inhoud te discussiëren in (ook, en vooral, voor buitenstaanders) begrijpelijke en behapbare termen. Ik bedoel: het over de inhoud te hebben zonder te vervallen in vage begrippen als Mondiale Agenda’s, Interventiestrategieën, OS 2.0, herbezinningsfases, en noem maar op. En daarbij ook nog de beperkingen van OS te erkennen. Toch moet dat mogelijk zijn.
Kraan
En dan die geldkraan. ‘Kraan’ klinkt alsof er onbeperkt geld voor OS uit stroomt, en dat dat daarom een fikse deuk in de nationale begroting veroorzaakt. Ter relativering: in Trouw van 26 november 2011 las ik dat de Nederlandse overheid jaarlijks 4- tot 5 miljard euro aan geheel of gedeeltelijk mislukte ict-projecten verliest. Aldus een schatting van de Algemene Rekenkamer van eind 2007. Laat dat nu een vergelijkbaar bedrag zijn als jaarlijks aan OS ter beschikking staat. Hm.
Voor alle duidelijkheid, ik schrijf dit niet omdat ik bij één van die ‘doorsuffende’ OS organisaties werk (dat is namelijk niet zo), of dat ik vind dat alles bij het oude moet blijven. Maar wel omdat ik ervaren heb dat OS nooit de pretentie heeft gehad de hele wereld te veranderen, maar in alle bescheidenheid veel voor elkaar gekregen heeft. En voortdurend aan verandering onderhevig is geweest. Neem dat als basis voor mogelijke verbeteringen en een bredere Internationale Samenwerking. En, zoals Eveline Bruning het in een vorige Vice Versa zo fraai verwoordde, ‘laten we ophouden met zelfkastijding.’
19 september 2012
Rob Wildschut is ruim 30 jaar werkzaam in de ontwikkelingssector, en heeft gewerkt bij o.a. SNV, de VN, Warchild en Hivos.