Vrijdagmiddagborrel: Jubilerende pioniers

Welke grote ontwikkelingsorganisatie slaagt er in om 6000 mensen op de been te brengen voor een open dag? Waarschijnlijk geen enkele. De stichting Child Support Indonesia uit Ede lukt dat ieder jaar wel. En morgen opnieuw. Marc Broere over het succes van dit jubilerende particulier initiatief. Professionals uit de sector zouden er goed aan doen om morgen even een kijkje te nemen.

Morgen ga ik ondanks de hitte even een bezoekje brengen aan de jaarlijkse open dag van de  stichting Child Support Indonesia (voorheen stichting Anak Asuh) in Ede. De folder belooft veel goeds. ‘Live-muziek van vele bands, dansoptredens van dansgroep Bunga Melati, lekker eten van tv-kok Lonny Gerungan en Ini Dia, op de foto met een slang, workshops vliegers maken met Rubens Agaatsz, gratis glitter-tattoos voor de kinderen en natuurlijk de hele collectie Indonesisch handwerk van Toko Neba.’

De open dag is een jaarlijkse Pasar in Indonesische stijl en steevast een van de hoogtepunten van de Heideweek in Ede. En het is eigenlijk een fenomeen dat zijn weerga niet kent binnen de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. Ieder jaar weer wordt het gebeuren in de tuin van initiatiefnemers Jan en Dorine van den Berg bezocht door zo’n 6000 mensen. Ik ken geen andere Nederlandse ontwikkelingsorganisatie die vandaag de dag er nog in slaagt om zoveel mensen op de been te brengen.

Child Support Indonesia is een bijzonder fenomeen. In de volgende Vice Versa kunt u meer lezen over deze stichting die twee weken geleden haar 25-jarig jubileum vierde. Jan en Dorine van den Berg behoren tot de pioniers van het Particulier Initiatief in Nederland. Ze zijn al een kwart eeuw nauw verbonden met Indonesië en de stichting heeft tal van projecten opgezet in Batam, Bandung, Yogjakarta, Atjeh en Padang. Ik ben zelf jaren geleden een keer meegeweest met het echtpaar om een aantal projecten op Batam te bezoeken en was toen erg onder de indruk.

Bloeddrukmeter

Jan van den Berg was huisarts in Ede en had een paar Indische patiënten waaronder een oude heer van 89 jaar. Deze man ging elke twee jaar terug naar Indonesië maar was inmiddels zo oud dat hij niet meer alleen kon reizen. Daarom zei hij: ‘Dok, u moet mee op mijn laatste reis.’ Met een bloeddrukmeter en een prikje hier en daar hield de Edese huisarts de man op de been. En vanuit Indonesië kwam toen het verzoek om te helpen met het opzetten van projecten. ‘Ontwikkelingssamenwerking was geen onderwerp dat bij ons echt speelde’, vertelt Dorine van den Berg in de volgende Vice Versa. ‘We gaven wel eens wat aan de collecte maar daar hield het eigenlijk mee op.’

Haar man vult aan: ‘Als huisarts met een hele drukke praktijk aan huis gingen alle wereldproblemen min of meer langs ons heen. Totdat je ermee geconfronteerd wordt. En dan heb je zo veel contacten in een huisartsenpraktijk. Veel patiënten waren de klos. Op iedereen die op het spreekuur kwam werd wel een beroep gedaan.’

Dorine lacht: ‘Jouw eerste vraag was altijd: wat is uw beroep?’

Een wachtkamer vol snotneuzen

In 2003 legde Jan van den Berg zijn huisartsenpraktijk neer om zich volledig op de stichting te kunnen richten. In het door Hans Beerends en mij geschreven boek De Bewogen Beweging, vijftig jaar mondiale solidariteit, zegt Van den Berg dat hij blij was zijn praktijk op te doeken omdat de omschakeling van Indonesie naar Nederland steeds groter werd. En dan met name de eerste dagen terug van een reis op het spreekuur: ‘Dan zat er altijd een wachtkamer vol snotneuzen te wachten:  ‘Dokter ik ben al twee weken verkouden en u bent altijd op vakantie.’ En dit terwijl er op Batam net twee kinderen waren doodgegaan aan Tetanus. Op zo’n moment realiseerde ik me altijd hoe gemakkelijk gezondheidszorg in Nederland bereikbaar is. In Indonesië zijn de mensen echt ziek als ze naar de dokter gaan.’

Inmiddels is dochter Annemarie ook alweer jarenlang fulltime actief voor de stichting en werd ze tijdens het jubileum twee weken geleden onderscheiden met een koninklijk lintje, een onderscheiding die haar ouders al eerder hadden gekregen.

Van onszelf geven

‘Als kleine organisatie hebben wij het voordeel dat we een heleboel van onszelf kunnen geven’, zegt Jan van den Berg in het interview voor de volgende Vice Versa. ‘Het is in onze eigen tuin, op ons eigen terrein waar we onze open dag geven. Dit versterkt ook het gevoel van betrokkenheid bij anderen.’

Dorine voegt toe:’Onze grote kracht ligt in de huisartsenpraktijk. Het is allemaal begonnen met persoonlijk contact via mensen die wij reeds kenden. Ik
denk dat de eerste de beste die iets lelijks over onze organisatie zegt te horen krijgt: ‘O maar dokter Van den Berg, die ken ik al jaren.’ Een grote organisatie zou dat nooit hebben.’

Tijdens het gesprek had Dorine ook nog een tip aan de gehele ontwikkelingssector in Nederland. ‘Ik denk dat terugkoppeling heel belangrijk is. Een hoop mensen doen uit de goedheid van hun hart een donatie, maar hebben vervolgens geen flauw idee wat er met hun geld gebeurt. Nu hoeft men niet expliciet ieder tientje te verantwoorden, maar zorg wel dat mensen het gevoel hebben dat ze weten wat er met hun geld gebeurt. Dat horen wij heel vaak van mensen die lang donateur zijn geweest bij een grote organisatie en dan bij ons komen.’

Ik kan mensen uit de sector van harte aanraden om morgen een kijkje te komen nemen. Naast gezelligheid levert het vast en zeker inspiratie en goede ideeën op over hoe je een achterban bij je werk kunt betrekken.

De open dag vindt plaats tussen 10.00 uur en 20.00 uur op de Stationsweg 56 in Ede. Vanaf station Ede-Wageningen gaat er een gratis pendelbus. En het is een paar honderd meter lopen.

Auteur
Marc Broere

Datum:
17 augustus 2012
Categorieën: