
Scenarioplanning voor ontwikkelingssamenwerking in 2020
De toekomst van ontwikkelingssamenwerking staat niet alleen in Nederland ter discussie. Ook bij onze zuiderburen is het een belangrijk thema, getuige de Leerstoel Ontwikkelingssamenwerking van 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging. In het kader van dat initiatief komt het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving HIVA met drie scenario’s hoe ontwikkelingssamenwerking er in 2020 uit zal zien.
De ontwikkelingssamenwerking staat voor belangrijke uitdagingen. De moeilijke economische conjunctuur, het debat over de efficiëntie en harmonisatie van hulp, het onzekere maatschappelijk draagvlak, de opkomst van sociale media en de internationalisering van de beleidsvorming zijn slechts enkele van de mondiale trends die het werkveld van de ontwikkelingssamenwerking hertekenen. Een werkveld dat bovendien een toenemend aantal actoren kent, onder andere het bedrijfsleven en opkomende industrielanden.
De vraag is hoe ontwikkelingssamenwerking vorm zal krijgen binnen deze veranderende context. Om een bijdrage te leveren aan het antwoord op die vraag heeft het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving HIVA, in het kader van de 11.11.11 Leerstoel Ontwikkelingssamenwerking, drie scenario’s uitgewerkt over de wereld en ontwikkelingssamenwerking in 2020.
Scenario 1: Lonely neighbours
Het eerste scenario voorspelt dat er regionale blokken zullen ontstaan. Latijns Amerika zal een blok vormen met Brazilië als koploper en de Verenigde Staten zullen het Noord Amerikaans blok aanvoeren, maar niet langer een wereldmacht zijn als nu. Het Europees blok wordt geleid door Duitsland, terwijl Iran en Turkije strijden om de grootste invloed in het Midden Oosten. In het Aziatische blok hebben China, India en Indonesië hun eigen invloedgebieden.
Aanleiding tot het ontstaan van deze blokken is de ervaring dat internationale beleidsvorming, die gebaseerd is op toenemende globalisering en onderlinge afhankelijkheid, in de komende jaren zal falen. Als reactie op dit falen van global governance stellen veel landen zich in toenemende mate nationalistisch en protectionistisch op.
Dit zal leiden tot blokvorming. Regio’s zullen naast elkaar bestaan als lonely neighbours; men richt zich vooral op de eigen achtertuin en mengt zich niet in interne zaken van andere blokken. Beleid voor ontwikkelingssamenwerking zal gericht zijn op regionale ontwikkeling. Er is niet langer bodem voor het komen tot wereldwijde ontwikkelingsdoelen en internationaal bindende overeenkomsten.
Scenario 2: paradigm shift
In dit scenario zal er een spanningsveld ontstaan tussen degene die de status quo willen handhaven en zij die de wereld willen veranderen. Een voortdurende instabiliteit van het financieel en economisch systeem overtuigt steeds meer mensen dat meer van hetzelfde niet langer een optie is. Het bewustzijn neemt toe dat de mens haar eigen gedrag moet aanpassen. Een rebellie in de positieve zin van het woord. Bestaande denkpatronen worden uitgedaagd door alternatieve en innovatieve voorstellen. Er bestaat echter geen consensus hoe duurzame ontwikkeling bereikt moet worden.
De ontwikkelingssector zal veel meer diversiteit kennen. De verbeterde communicatietechnieken zullen meer interactie brengen tussen verschillende spelers. De kritische houding zal overheden er toe brengen voorzichtig en pragmatisch beleid voor ontwikkelingssamenwerking op te stellen. Bilaterale donoren zijn terughoudend om de directe steun aan maatschappelijke organisaties. De druk om te kiezen voor een veilige en politiek neutrale interventies is hoog.
Scenario 3: cold green
In het cold green scenario zal in de komende jaren ecologische duurzaamheid een belangrijk thema worden. Economische instabiliteit in combinatie met natuurrampen leiden tot voldoende draagvlak en politieke wil om tot strenge internationale milieuwetgeving te komen. Op het gebied van klimaatverandering zullen er successen geboekt worden, maar dit gaat wel gepaard met een toenemende scheiding tussen de haves en de have-nots.
Het Matthew effect zal optreden: strengere milieuwetgeving vereist grote investeringen in groene technologie en infrastructuur. Alleen de ontwikkelde landen kunnen dergelijke investeringen doen waardoor de kloof met ontwikkelingslanden zal vergroten. Het milieuaspect in duurzame ontwikkeling krijgt veel aandacht, met name de reductie van de CO2-uitstoot. Dit gaat echter ten koste van sociale gelijkheid.
Download het volledige rapport hier: