
Opinie: Humanitaire hulp van EU krijgt toenemende waardering.
Hoewel de kritiek op noodhulp in Nederland blijft groeien, wordt de wijze waarop de EU de humanitaire hulp aanpakt al 20 jaar gewaardeerd. Veel van de gangbare kritiek gaat dan ook voorbij aan de weerbarstige realiteit van noodsituaties, waar de grootste schurken de baas zijn, met als gevolg dat honderden onschuldige mensen slachtoffer worden van misbruik, corruptie, geweld, verkrachtingen en moord. In plaats van kritiek te geven op de hulpverleners, die hun leven riskeren, verdienen zij juist aanmoediging. Dat stelt David B. Verboom, Hoofd van ECHO’s Regionale Kantoor in Bangkok.
Sinds het verschijnen van de ‘Crisiskaravaan’ van Linda Polman en ‘Dead Aid’ van Dambiso Moyo, is er een nieuwe trend ontstaan van het kritiek leveren op internationale hulpverlening. Politieke partijen doen er graag aan mee, vooral in tijden van financiële problemen en verkiezingen.
De belangrijkste kritiek luidt: er blijft te veel geld aan de strijkstok hangen en hulp werkt corruptie in de hand. De meest recente kritiek wordt geuit in antwoord op Staatsecretaris Ben Knapen’s notitie ‘Hulp aan mensen in nood.’
De notitie zou geen lange termijn visie hebben en zou ambitie missen. Hoewel constructieve kritiek nodig is in elke sector, is de huidige kritiek op noodhulp doorgeslagen en suggereert ze dat het beter is om met noodhulp te stoppen.
Zoals Polman het verwoordt: ‘Als we op deze manier doorgaan met noodhulp, komt er nooit een einde aan en wordt er niets opgelost.’ En Moyo zegt: ‘Stop hulp aan Afrika volledig, omdat het alleen maar corruptie en apathie veroorzaakt.’
Humanitaire plicht
Deze criticasters gaan echter voorbij aan de fundamentele uitgangspunten van noodhulp: als een medemens door een ramp of conflict in nood is, heb je de humanitare plicht om te helpen. Natuurlijk is er ruimte voor verbetering, maar laten we niet het kind met het badwater weggooien, noodhulp blijft essentieel en verdient waardering en steun.
Wat zijn dan de fundamentele uitgangspunten van noodhulp? Allereerst de erkenning dat noodhulp niet hetzelfde is als ontwikkelingshulp. De criticasters halen steevast noodhulp en ontwikkelingshulp door elkaar. Humanitaire hulp is bedoeld voor slachtoffers van natuurrampen of gewapende conflicten met als primair doel het redden van levens.
De oorsprong van humanitaire hulpverlening is te vinden in de Geneefse conventie van 1949, waarin landen hebben vastgelegd dat in tijden van conflict burgers recht hebben op humanitaire bescherming en hulp. In tegenstelling tot ontwikkelingshulp die als doelstelling heeft de bestrijding van armoede, streeft noodhulp dus geen lange termijn doelstellingen na, het richt zich alleen op het redden van mensenlevens, in het hier en nu.
Het tweede fundamentele verschil is dat humanitaire hulp plaats vindt in ramp en conflict gebieden; ofwel de moeilijkste, gevaarlijkste, geweldadigste en corruptste omgevingen ter wereld. Dit zijn gebieden waar het slagen van een project voor 80% wordt bemoeilijkt door externe factoren zoals gebrek aan goed personeel, geen toegang tot het gebied, slechte wegen en corrupte autoriteiten, terwijl slechts 20% beïnvloed kan worden door interne factoren zoals personeel en organisatie. Dit terwijl humanitaire organisaties het mandaat hebben om daarheen te gaan waar de nood het grootst is, gebieden waar het helaas meestal ook het gevaarlijkst is, zoals in Somalië, Congo, Irak en Afghanistan.
Als we het advies van de criticasters volgen zouden alle humanitaire werkers die landen moeten verlaten, maar wat gebeurt er dan met de vrouwen die verkracht worden in Congo, de kinderen die vermoord worden in Somalië, de gehandicapten die geen medische hulp hebben in Afghanistan en de ouderen die geen voedsel hebben in Irak?
Noodhulp is nodig
Nee, net zoals wij EHBO nodig hebben na een ongeval, zo is het essentieel dat humanitaire organisaties noodhulp blijven geven aan mensen die getroffen worden door oorlogen en rampen. Daarbij moeten we de humanitaire hulpverleners niet bekritiseren, maar juist waarderen voor hun moed om in dergelijke gebieden te werken. In de afgelopen 10 jaar zijn er namelijk 800 humanitaire hulpverleners omgekomen en zijn er 1300 gegijzeld of verwond.
ECHO, de humanitaire hulp afdeling van de Europese Unie, is al 20 jaren met goed resultaat actief in noodsituaties over de hele wereld. Het werk van ECHO is van groot belang te meer omdat het aantal natuurrampen meer dan verdubbeld is in de laatste decennia. Ook het aantal oorlogen is sinds 2010 meer dan verdubbeld. Verstedelijking, groeiende wereldbevolking, broeikaseffect en afnemende natuurlijke hulpbronnen zullen deze trend alleen maar verder versterken in de toekomst.
Efficiënt, effectief en principieel
Het continueren en zelfs uitbreiden van ECHO’s efficiënte, effectieve en principiële noodhulp is dan ook noodzakelijk. Principieel omdat ECHO een duidelijk humanitair mandaat heeft gekregen van het Europees Parlement en de lidstaten om zich alleen te richten op het redden van mensenlevens op basis van neutraliteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en humaniteit.
Effectief omdat ECHO’s geld alleen wordt gegeven aan projecten die daadwerkelijk een directe en tastbare verbetering opleveren voor de slachtoffers van rampen. Sinds ECHO’s oprichting in 1992 worden er jaarlijks 150 miljoen slachtoffers van rampen in 140 landen geholpen, met momenteel een jaarbudget van €1 miljard.
Efficiënt omdat ECHO werkt met VN, ngo en Rode Kruis partnerorganisaties die aan vele kwalitatieve, professionele en financiële vereisten moeten voldoen, zodat overhead laag blijft en corruptie wordt voorkomen.
Het werk van ECHO, principiële, effectieve en efficiënte noodhulp, blijkt dan ook volgens de laatste Eurobarometer peiling ) steeds meer gewaardeerd te worden door Europeanen. Meer dan 85 procent van de Nederlanders blijkt het belangrijk te vinden dat de EU noodhulp financieert, zelfs in deze tijd van crisis. 70 procent vindt het belangrijk dat die hulp gecoördineerd wordt via Brussel.
We kunnen dan ook concluderen dat ondanks de aanhoudende politieke en journalistieke kritiek, de burgers gelukkig nog steeds beseffen dat, net als Eerste Hulp in Nederland, humanitaire hulpverlening gewaardeerd, ondersteund en gefinancieerd dient te worden om getroffen mensen in rampgebieden overal in de wereld te kunnen helpen.