
Onderwijs in (post-) conflict Sri Lanka: baken van hoop of wanhoop?
Het effect van onderwijs in landen getroffen door etnisch conflict heeft in het afgelopen decennium een bewogen debat op gang gebracht. Al lijkt de school op het eerste gezicht een baken van hoop, onderwijs hoeft niet altijd even constructief te zijn voor de vredesopbouw van een land. Kan de school bijdragen aan vrede en zo ja, hoe? Vice Versa mengt zich in het debat en neemt daarbij het middelbaar onderwijs in (post-) conflict Sri Lanka nader onder de loep.
Binnen internationale ontwikkeling zet het debat over de complexe relatie tussen onderwijs en conflict zich voort. Novelli en Lopes Cardozo menen in hun artikel Conflict, education and the global South: New critical directions (2008) dat dit debat wordt gevoed door de mondiale groei van gewapende conflicten die zich voltrekken binnen landsgrenzen. Vaak met een hoog aantal burgerslachtoffers. Niet zelden worden dergelijke interne spanningen gedreven door een onrechtvaardige economische, politieke of sociale machtsverdeling tussen verschillende etnische of religieuze groepen in een land. Denk aan de huidige of voormalige conflicten in landen als Congo, Niger, Mali, Rwanda, Kenia, Indonesië, Noord-Ierland of Sri Lanka.
Binnen deze veranderende context pleit het academische debat voor een meer kritische benadering van onderwijs in conflict- en postconflictgebieden. Want hoewel onderwijs vaak wordt gezien als een eerste stap richting vrede en normaliteit, lijkt dit blinde vertrouwen in de school niet altijd gerechtvaardigd. Om meer licht te schijnen op deze kwestie neemt Vice Versa post-conflict Sri Lanka als case studie, verrijkt met data verzameld tijdens drie maanden veldonderzoek in het najaar van 2011 door de auteur naar de percepties en acties van leraren binnen het bredere politieke framework van post-conflict Sri Lanka.
Tijgers
In Sri Lanka woedde van 1983 tot 2009 een bloedige burgeroorlog tussen de voornamelijk Singaleze regering en de Tamil Tijgers, die streden voor een onafhankelijke Tamil staat in het noordoosten van het eiland. De Singalezen zijn veelal boeddhistisch en leven in het zuiden en het westen van Sri Lanka. Waar de Singalezen de grote meerderheid vormen, vertegenwoordigen de Tamils minder dan twintig procent van de samenleving. Zij zijn voor het merendeel hindoeïstisch en leven vooral in het noordoosten van het eiland.
Eén van de historische oorzaken van de etnische spanning is gelegen in het Britse koloniale tijdperk, toen de Singalezen zich achtergesteld voelden ten opzichte van de Tamil bevolking. Na de onafhankelijkheid van de Britse macht in 1948 leidde dit tot een sterk gevoel van nationalisme onder de Singalezen die in toenemende mate de politieke macht overnamen. Naast een historische grondslag waren er ook economisch, sociaal en politiek gelegen onrusthaarden op verschillende niveaus in de samenleving die de burgeroorlog deden ontvlammen.
Na een af-en-aan strijd van meer dan 25 jaar kondigde de regering in het voorjaar van 2009 officieel aan de Tamil Tijgers te hebben verslagen. Een laatste omstreden strijd die vele onschuldige burgers het leven heeft gekost. Nu, meer dan drie jaar later heeft Sri Lanka op economisch gebied sterke vooruitgang geboekt. Echter een zekere mate van etnische spanning leeft nog altijd voort en de staat van vrede op het eiland lijkt nog instabiel.
Baken van hoop
Na een etnisch gedreven conflict als in Sri Lanka ontstaat de prangende vraag hoe men de fragiele vrede kan handhaven en stabiliseren. Mede omdat menig onderzoek aantoont dat rond dertig procent van de beëindigde conflicten binnen vijf jaar weer terugvalt in een gewapend conflict. Wereldwijd speelt onderwijs een belangrijke rol in de wederopbouw van een land dat zich gehavend uit een oorlog weet te tillen. Zo meent Davies in haar recente artikel The different faces of education in conflict (2010) dat onderwijs vaak fungeert als een baken van hoop en zodoende een eerste welkome stap vormt richting normaliteit. Naar school gaan betekent dat er weer wordt geïnvesteerd in een toekomst en in perspectieven op een beter leven. Onderwijs kan zo de weerstand en weerbaarheid van het kind en diens familie zichtbaar verbeteren.
In Sri Lanka staat onderwijs al sinds de onafhankelijkheid in 1948 hoog op de agenda. De Millennium Ontwikkelingsdoelen en de Education For All doelstellingen laten zien dat het formele schoolsysteem in Sri Lanka beter ontwikkeld is dan in veel andere ontwikkelingslanden. Volgens een census uitgevoerd door het Sri Lankaanse Ministerie van Onderwijs in 2008 volgt meer dan negentig procent van de kinderen formeel onderwijs. Ook tijdens de burgeroorlog bleef het schoolleven van groot belang en werden schoolexamens indien mogelijk gewoon voortgezet. Sinds het einde van de oorlog in 2009 stond het snelle herstel van scholen in de gebieden getroffen door de oorlog dan ook hoog op de prioriteitenlijst.
De twee gezichten van onderwijs
Het academisch debat benadrukt dat naast de wederopbouw van het schoolsysteem het van groot belang is om het systeem kritisch onder de loep te nemen en te kijken hoe de school historische en huidige structuren in de samenleving beïnvloedt. Want wat gebeurt er als kinderen in school leren dat hun eigen etnische identiteit superieur is aan de identiteit van andere groepen in de samenleving? In dat geval is het simpele herstel van scholen niet alleen ontoereikend, maar bedreigt het ook de pasverworven vrede in het land.
Bush en Saltarelli waarschuwen in hun artikel The two faces of education in ethnic conflict (2000) voor mogelijke negatieve kenmerken van onderwijs in etnisch conflict, die stereotypering, zondeboekgevoelens en ongelijkheid kunnen versterken. Zo kan de sluiting of vernietiging van scholen ingezet worden om civiele steun voor een conflict te ontmoedigen of om de intellectuele toekomst van een rebellengroep te ondermijnen. Onderwijs kan daarnaast etnische en culturele tegenstellingen vergroten, door een ongelijke verdeling van toegang en faciliteiten, door een gescheiden schoolsysteem, of door eenzijdig en incorrect lesmateriaal.
Ook in Sri Lanka zien we dit soort negatieve uitingen van onderwijs. Sinds haar onafhankelijkheid van de Britten is het merendeel van de scholen in Sri Lanka gescheiden langs linguïstische, etnische en religieuze lijnen. Een gescheiden structuur die heeft bijgedragen aan de polarisatie van de samenleving en mogelijkerwijs aan de spanningen die in 1983 escaleerden in een gewapend conflict. Een ander voorbeeld is gelegen in de schoolvakken, waar geschiedenisboeken vertellen over de historie van de etnische meerderheid en waar scholieren alleen les krijgen in hun eigen religie.
Volgens het rapport van Davies The different faces of education in conflict (2010) kunnen dergelijke negatieve vormen van onderwijs functioneren als een gevaarlijke versterker van de bredere politieke en sociale structuren in de samenleving die onderdeel uitmaken van het conflict. Wil men dat onderwijs in een land als Sri Lanka bijdraagt aan vrede en sociale rechtvaardigheid, dan moet men eerst de negatieve aspecten van het onderwijssysteem kritisch in kaart brengen en aanpakken.
Veelbelovend
Mede om die reden heeft het ministerie van Onderwijs in Sri Lanka al tijdens het conflict in 2008 een specifiek en veelbelovend vredeseducatiebeleid voor het middelbaar onderwijs geïntroduceerd. Dit beleid tracht onder leerlingen een alternatieve inclusieve denkwijze te stimuleren die tolerantie, kritische reflectie, maatschappelijk bewustzijn en democratische waarden bevordert en bijdraagt aan inter- en intrapersoonlijke vrede.
Tijdens het veldonderzoek in het najaar van 2011 bleek dat er sinds de lancering een aantal stappen zijn gemaakt. Zo worden er op steeds grotere schaal interetnische en -religieuze activiteiten tussen scholen georganiseerd, leren een groot deel van de scholieren zowel Singalees als Tamil en zijn er vredeswaarden opgenomen in het nieuwe verplichte vak maatschappijleer. Ook wordt er onder andere in het vak religie aandacht besteed aan innerlijke vrede en geeft de Sri Lankaanse regering aan tekstboeken te screenen op bias.
Uitdagingen in het onderwijs
Ondanks deze positieve ontwikkelingen zijn er nog vele stappen te zetten. Tijdens het veldonderzoek bleek de implementatie van het beleid in het formele onderwijs op de meeste fronten nog ontoereikend. Zo is er volgens de beleidsmakers en de beleidsactoren betrokken bij vredeseducatie onvoldoende geld beschikbaar voor de implementatie, is er geen evaluatie- en monitorsysteem voor handen en vormen etnisch geïntegreerde scholen nog altijd de uitzondering. Daarnaast menen beleidsmakers en leraren dat het examengerichte onderwijs, waarin maar tien procent van de leerlingen toegelaten wordt tot publieke universiteiten, de ruimte voor vredeseducatie beperkt en de vrede in school ondermijnt door hoge competitie, stress en faalangst.
Desondanks onderschreef meer dan de helft (20) van de geïnterviewde leraren van verschillende etnische groepen expliciet het belang van vredeseducatie. In de woorden van een leraar: ‘We hebben vredeseducatie nodig in ons land, omdat Sri Lanka verschillende etnische groepen kent en wij moeten begrijpen hoe we vreedzaam met elkaar kunnen samenleven.’ Echter met het oog op de realiteit in scholen zien de veelal laagbetaalde leraren door het overvolle curriculum weinig tijd voor vredeseducatie. Zo uitte een leraar de zorg: ‘Het is simpelweg komen en werken, werken en werken. Ik denk dat wij heel snel in inrichtingen belanden als het zo doorgaat. Maar het maakt de onderwijsautoriteiten niet uit. Zij dicteren alleen maar en wij krijgen geen kans om onze opinie te geven.’ Deze bevinding dat leraren nauwelijks tot geen zeggenschap hebben in het onderwijsbeleid ondermijnt de link tussen beleid en praktijk en zodoende de ruimte voor verbetering.
Daarnaast ontvangen leraren, op een enkele uitzondering na, geen specifieke training in vredeseducatie en weten zij niet altijd van het bestaan van het beleid. Dit terwijl leraren een zeer belangrijke schakel vormen in het stimuleren van vrede en saamhorigheid onder leerlingen, ofwel de volgende generatie. In de woorden van een leerling: ‘De leraar geeft ons de begeleiding om in vrede te leven.’ Ook wezen een aantal Sinhalese en Tamil leraren op een gebrek aan vergelijkend perspectief in het vak religie en persisterende bias in de geschiedenisboeken. ‘Het huidige curriculum onderwijst geschiedenis vanuit een Singalees perspectief en vertelt weinig over de Tamil geschiedenis,’ aldus een Tamil geschiedenisleraar.
Verlies van prioriteit
Naast deze illustraties van gebreken op schoolniveau, lijkt vredeseducatie na het einde van de oorlog haar prioriteit op de bredere politieke agenda te verliezen. Nu de oorlog voorbij is, zien een groot aantal beleidsmakers niet meer het nut van vredeseducatie. Liever richten zij zich op de economische groei van het land. Echter al is er vrede in de vorm van een afwezigheid van gewapend conflict, de vrede tussen de verschillende groepen in de samenleving lijkt nog altijd fragiel. Daarnaast kampen sommige leraren en leerlingen met psychologisch nalatenschap van de oorlog wat zorgt voor innerlijke strijd en frustratie. Zo vertelde een leraar bezorgd: ‘Scholieren zijn snel bang door de oorlogssituatie, omdat de oorlog hun geest en die van leraren ernstig heeft aangetast.’ In die zin is vredeseducatie juist op dit moment van aanzienlijk belang.
Wellicht dat dit wel vraagt om een eerlijke vertegenwoordiging van etnische minderheden binnen de overheid. Want men kan zich afvragen in hoeverre een ministerie van Onderwijs, dat wordt gedomineerd door een etnische meerderheid, een onderwijssysteem kan creëren wat eerlijk is voor alle etnische groepen in het land.
Reflectie
Een laatste persoonlijke reflectie op vredeseducatie in Sri Lanka is de observatie dat de burgeroorlog grotendeels wordt verzwegen binnen het onderwijs, de regering en de bredere samenleving. En dat het merendeel van de leraren, wellicht uit angst, het praten over de oorlog liever vermijdt. Een observatie die twee vragen oproept: Kan men zonder een kritische blik naar het verleden en naar de huidige etnische relaties een vreedzame en sociaal eerlijke toekomst creëren? Of is het een paar jaar na de oorlog wellicht nog te vroeg voor een dergelijke kritische reflectie in een land en regime waar de angst nog altijd leeft? Hoe het ook zij, het is onwaarschijnlijk dat onderwijs op zichzelf een vreedzame situatie kan scheppen. Zoals de Sri Lankaanse academicus Perera (2004) in zijn artikel Sri Lankan education system as a reflection of society’s ruptures: A conceptual and theoretical exploration benadrukt is er altijd een gelijktijdige verandering in de bredere samenleving nodig.
Binnen het academische debat laat de case studie van Sri Lanka de complexiteit van de rol van onderwijs in een (post-) conflictland zien. Hoe men na een conflict het negatieve gezicht van onderwijs kan ontmoedigen en de positieve potentie kan benadrukken is dan ook verre van eenvoudig, maar daarom niet minder belangrijk voor de vredesopbouw van een land.
Suggesties
Het veldonderzoek in Sri Lanka leidde tot een aantal beleidssuggesties. Zo is het belangrijk te kijken naar de huidige uitdagingen in de post-oorlog context en deze mee te nemen in het vredeseducatiebeleid. Hierbij moedigt het onderzoek de huidige inspanningen van het Ministerie van Onderwijs aan om de focus op examens en de daaruit voortvloeiende competitie te verminderen. Dit zou niet alleen psychologische problemen onder leerlingen kunnen verminderen, maar kan leraren ook meer ruimte bieden om vredeseducatie in hun lesgeven te includeren. Hierbij is een evaluatie- en monitorsysteem van vredeseducatie in scholen dat niet enkel kijkt naar de examenresultaten essentieel.
Met het oog op het schoolsysteem zouden etnisch geïntegreerde scholen meer gestimuleerd moeten worden. Om leraren beter in staat te stellen om vredeswaarden door te geven aan hun leerlingen, is een specifieke training in vredeseducatie gewenst en zouden beleidsmakers beter moeten luisteren naar de stem van leraren en hun suggesties en opinies mee moeten nemen in het beleid. Leraren leggen immers de uiteindelijke verbinding met de leerlingen, en kunnen de volgende generatie Sri Lankanen voorbereiden op een vreedzaam samenleven.
Wilt u de gehele scriptie ‘Sri Lankan teachers as agents of peace’ inzien? Neem dan contact op met ccmqhoeks[a]hotmail.com.