
‘Geen kaping van de top, wel een voortrekkersrol van bedrijven’
Bij de Rio+20 top was een groot aantal bedrijven aanwezig. Uit verschillende hoeken kwam kritiek dat de lobby vanuit het bedrijfsleven te sterk zou zijn. Greenpeace sprak zelfs van een kaping van de top door bedrijven. Vice Versa interviewde Yvo de Boer, Special Global Advisor on Climate Change and Sustainability bij KPMG, net terug uit Rio de Janeiro.
Wat heeft u gedaan in Rio?
‘Ik heb eerst deelgenomen aan informele onderhandelingen over het klimaat, georganiseerd door leden van de Braziliaanse senaat. Daarna ben ik naar een aantal evenementen geweest van Business Action for Sustainable Development, een coalitie van bedrijven die zich bezig houden met duurzame ontwikkeling. Zij organiseerden een groot aantal evenementen, vooral gericht op verduurzaming vanuit het bedrijfsleven. Verder ben ik nog naar een aantal bijeenkomsten geweest die door Braziliaanse organisaties waren georganiseerd.’
Wat zijn de belangrijkste thema’s voor KPMG?
‘We hoopten dat er afspraken zouden worden gemaakt die het formuleren van duurzame ontwikkelingsdoelstellingen in het vooruitzicht zou stellen. Dat is niet gebeurd. We hoopten op duidelijke afspraken over meer transparantie in de rapportage van bedrijven. Dat is in vrij vage bewoordingen in de slotverklaring gekomen.’
Daarnaast stond het berekenen van het bruto nationaal product (bnp) op de agenda. De Boer: ‘De waarde van het bnp zou breder geformuleerd moeten worden dan op dit moment het geval is. Ook dat is in vrij vage termen in de eindverklaring terecht gekomen. Dus de eindverklaring is er een die wat mij betreft niet leidt tot heel veel tevredenheid, helaas.’
‘Deze teleurstelling staat in schril contrast met de bijeenkomsten die door het bedrijfsleven zijn georganiseerd. Een groot aantal bedrijven hebben toezeggingen gedaan om meer te investeren in duurzaamheid om hun milieuvoetafdruk te reduceren en om te innoveren. Dus in die zin vond ik de bijeenkomsten georganiseerd door het bedrijfsleven in positief contrast staan tot de formele vergadering.’
De top is maar gedeeltelijk geslaagd?
‘Ik denk niet dat de top geslaagd is. Als je 20 jaar na de Earth Summit in Rio, terwijl de wereld er zo belabberd aan toe is, met deze formele uitkomst komt, dan zou ik dat niet als een succes bestempelen.’
Het einddocument is te vaag, zegt u?
‘Er zijn enkele interessante openingen gegeven, bijvoorbeeld rondom duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Hopelijk kan men tot een voorstel komen aan de Algemene vergadering van de VN. Er is ook gepraat over verdere transparantie vanuit het bedrijfsleven. Er zijn dus wel wat openingen gecreëerd, maar absoluut niet wat ik had gehoopt of had verwacht.’
Hoe verliep de uitwisseling met de officiële Nederlandse delegatie?
‘Ik vond het heel leuk dat het NCDO er veel energie in had gestoken om de Nederlanders die daar waren op te hoogte te stellen van wat er allemaal gaande was.’ Tijdens de top werd iedere dag een bijeenkomst georganiseerd waarbij alle Nederlanders even bij elkaar konden zitten om ervaringen uit te wisselen. Ook was er een ontmoeting met de Nederlandse bewindslieden.
De Boer: ‘Ik heb dat persoonlijk helaas allemaal moeten missen door andere afspraken. Bovendien was het conferentiecentrum erg ver weg en het verkeer was werkelijk afschuwelijk. Je stapt ook niet even vier uur in de auto – 2 uur heen en 2 uur terug – om even bij te kletsen.’
En de uitwisseling met maatschappelijke organisaties. Hoe heeft u dat ervaren?
‘Goed. Een groot aantal maatschappelijke organisaties was natuurlijk aanwezig en je komt elkaar overal tegen. Ook de maatschappelijke organisaties organiseerden veel evenementen over tal van onderwerpen. Dat trok veel aandacht en belangstelling. Maar naarmate de conferentie vorderde, leefde – met name bij de milieubewegingen – ook een stukje teleurstelling over de kant waar het op ging.’
Maar die teleurstelling deelt u dus ook?
‘Ja, die teleurstelling deel ik ook. Ik deel niet de uitspraken van Greenpeace dat de top door het bedrijfsleven is gekaapt. Ik denk dat Greenpeace terecht heeft geconstateerd dat overheden onvoldoende leiderschap hebben getoond. Maar als het bedrijfsleven dan in de bres springt en doortastendheid toont, dan zou ik dat niet kwalificeren als het kapen van een conferentie. Voor mij is dat het nemen van verantwoordelijkheid door het bedrijfsleven in plaats van te wachten tot overheden eindelijk stappen zetten.’
Is dat ook de specifieke rol die het bedrijfsleven zou moeten spelen? Inspringen in een gat dat de overheden laten liggen?
‘Bedrijven zijn bedrijven en overheden zijn overheden. Ik denk niet dat je een bestuurlijke verantwoordelijkheid van de overheid door het bedrijfsleven kunt overlaten. Maar de duurzaamheidsvraagstukken waar we mee kampen zijn niet op te lossen zonder betrokkenheid van het bedrijfsleven. In die zin is het goed dat het bedrijfsleven initiatief heeft getoond. Wat ik nog moediger vond is dat een groeiend aantal bedrijven toch wel een toekomst ziet in duurzaamheid en zich realiseren dat er nieuwe mogelijkheden zijn in nieuwe markten en dat ze ook hun bedrijfsmodel moeten aanpassen aan de veranderende toekomst.’
En daaraan gekoppeld: wat betekent duurzaamheid voor KPMG?
‘Ten eerste betekent het voor KPMG als bedrijf heel veel, omdat wij tal van interne doelstellingen hebben om als organisatie onze eigen milieudruk terug te dringen. Dus we zijn er ook zelf mee bezig om dat belang te onderkennen.’
‘Ten tweede zijn heel veel van onze klanten bezig met verschillende aspecten van duurzaamheid, zoals risicoanalyses, strategieontwikkeling, beter ketenbeheer en het maken van betere afspraken met leveranciers. Dus veel van ons werk is eigenlijk om andere te helpen om duurzaamheid een goede plaats in hun strategie te geven.’
En wat is dan de waarde van een dergelijke top voor KPMG?
‘De waarde van deze top was dat we een aantal discussies hebben kunnen aanzwengelen of op een hoger niveau hebben gebracht. Onder andere rondom transparantie en rapportage door het bedrijfsleven. Dus in die zin is het een waardevolle bijeenkomst geweest. Zoals gezegd, had ik van de officiële regeringstop meer verwacht.’
De slogan van Rio+20 is the future we want. Wat is de toekomst die KPMG wil?
‘KPMG wil een toekomst waarbij de milieudruk die zich om ons heen ontwikkelt of aftekent, wordt erkend en wordt vertaald in productie- en consumptiepatronen die ons in de gelegenheid stellen om binnen het vermogen van deze planeet welvaart voor de mensen te realiseren. Dus andere modellen voor productie en consumptie waarbij minder energie en minder water wordt verspild, minder afval wordt gecreëerd, productiestromen logischer in elkaar zitten.’
‘We willen duurzaamheid een integraal onderdeel maken van de strategie van bedrijven; niet dat ze dat als het ware aanplakken vanuit een gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wat ons betreft is het een proces van verinnerlijking.’
In politieke programma’s van veel partijen krijgt het bedrijfsleven een nadrukkelijke rol op thema’s als buitenlandbeleid, duurzaamheid, milieu, OS. U ziet dat de bedrijven die rol nemen?
‘Ik zie dat bedrijven hun rol spelen. Ik zie ook dat de overheid en een aantal maatschappelijke organisaties het bedrijfsleven in toenemende mate een plek aan tafel geven. Ik denk dat deze top ook heeft laten zien dat veel van de internationale structuren die gecreëerd zijn kort na de Tweede Wereldoorlog toe zijn aan vernieuwing.’
Wat zijn nu concrete stappen die u neemt na de top?
‘Het zou een goed idee zijn een evenement te organiseren om te bespreken wat deze top nu betekent voor Nederland. Wij zijn in ieder geval bezig om ons netwerk en onze klanten te informeren over de verschillende uitkomsten van Rio. Het is een groot en behoorlijk ingewikkeld proces geweest. Wij zetten voor onze relaties op een rij wat er is gebeurd en wat er is afgesproken en is toegezegd, en wat onze verschillende relaties daarmee zouden moeten kunnen en moeten willen.’
Concluderend: deze top heeft niet de stappen gezet die u gehoopt had. Zijn er geen beslissingen genomen tot echte verandering?
‘Ik vond het overheidsdeel van de top teleurstellend. Maar wat ik erg positief vond, is dat het bedrijfsleven niet de handdoek in de ring heeft gegooid en zei, dan wachten we wel af tot de volgende top en kijken of de overheden daar eindelijk duidelijkheid bieden. Het bedrijfsleven is door gegaan en is met een indrukwekkend aantal eigen initiatieven gekomen.’