‘Economische groei Afrika en Azië niet te danken aan ontwikkelingshulp’

Vice Versa-columnist Paul Hoebink leverde onlangs kritiek op de VVD. De liberalen concludeerden vorig jaar dat tientallen jaren ontwikkelingshulp zinloos zijn geweest. Volgens Hoebink is dat aantoonbaar onjuist. Ingrid de Caluwé, woordvoerder ontwikkelingssamenwerking voor de VVD, reageert op de kritiek.

In zijn  column van 25 mei jongstleden levert Paul Hoebink kritiek op uitspraken van de VVD tijdens de Algemene Beschouwingen van vorig jaar. De VVD – bij monde van fractievoorzitter Stef Blok – stelde dat er de afgelopen decennia veel vooruitgang is geboekt in ontwikkelingslanden, maar dat deze vooruitgang voor het overgrote deel niet te danken is aan ontwikkelingshulp. Decennialange ontwikkelingshulp, waarbij Nederland een van de koplopers is, blijkt vrij zinloos te zijn geweest.

In zijn stuk beweert Hoebink dat Nederland helemaal geen koploper is en dat de vooruitgang in Azië en Afrika is wel degelijk voor een belangrijk deel te danken is aan ontwikkelingshulp.

Hoezo geen koploper?

Ten eerste: Nederland is één van de vijf landen die 0,7% of meer van het BNP meer aan ontwikkelingshulp besteden. Alle andere landen geven minder. Hoezo geen koploper? De VS geven 0,2 % uit aan ontwikkelingssamenwerking, Duitsland circa 0,35%. Waarom moeten wij meer geven dan andere landen? Omdat wij een voorbeeldfunctie hebben? Waarom heeft dat in meer dan 40 jaar dan nog niet tot meer navolging geleid?

Ten tweede: de vooruitgang in Azië en Afrika is wel degelijk slechts voor een heel klein deel te danken aan ontwikkelingssamenwerking. De door de heer Hoebink prominent genoemde vooruitgang in Zuid-Korea kwam door de in de jaren 60 van de vorige eeuw ingezette industriepolitiek van de Zuid-Koreaanse overheid. Tot dan toe was het land een ontwikkelingsland, met focus op de landbouw.

Ook in Afrika zien we deze ontwikkeling. Zoals de WRR in 2010 in haar rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie‘ al aangaf, was veel hulp niet gericht op ontwikkeling, maar gestoeld op humanitaire gronden. De recente economische groei in Afrika komt, net als eerder in Azië, door opbrengsten uit grondstoffen en door groei van de productie-industrie.

Ontwikkelingsbeleid loslaten

Nederland kan een zeer zinvolle bijdrage leveren aan de economische groei van ontwikkelingslanden, door de inzet van onze expertise op het gebied van landbouw, water en handel. Dat biedt kansen voor zowel de ontwikkelingslanden als ons bedrijfsleven.

Als je landen op eigen benen wilt laten staan, dan is de beste keus om ontwikkelingsbeleid van meet af aan volledig los te laten. Het huidige beleid kan vervangen worden door een buitenlands beleid, waarbij mondiale vraagstukken worden aangepakt, zonder te focussen op betuttelende hulpbehoevendheid. Hulp maakt afhankelijk en belemmert het nemen van de eigen verantwoordelijkheid. Daar moeten we vanaf.

Laten we zo snel mogelijk stoppen met ontwikkelingssamenwerking en het klassieke ontwikkelingsbeleid beperken tot de strikte hulpactiviteiten en al het andere onderbrengen waar het hoort: onder het handelsbeleid en het algemene buitenlandbeleid.

Auteur
Ingrid de Caluwé

Datum:
01 juni 2012
Categorieën: