Wiet Janssen: ‘Advies Partos aan politieke partijen heeft hoge ambities, maar is uiterst vaag’

Partos, de branche-organisatie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, heeft een nota gemaakt over een nieuwe mondiale agenda voor internationale samenwerking als lobby richting de politieke partijen voor hun verkiezingsprogramma’s. De ambities zijn erg hoog maar het document is uiterst vaag, stelt wetenschapper Wiet Janssen.

Volgens het door Partos opgestelde advies doen de maatschappalijke organisaties (op het gebied van ontwikkelingssamenwerking) allemaal geweldig goed werk. In alle landen richten ze de samenlevingen in, verbeteren ze onderwijs en gezondheidszorg, zorgen ze voor mondiaal burgerschap, etc. Maar er worden nergens doelen genoemd, en er wordt ook niet kritisch gekeken naar de effecten van de hulp in het verleden. En behalve de ontwikkelingshulp moeten ook alle andere mondiale problemen worden aangepakt, zoals de grondstoffenschaarste. Concrete, praktische aanbevelingen staan er niet in. Hieronder het stuk. Ik heb mijn commentaar er in de tekst met zwartgedrukt letters bijgeschreven. Om er niet van beschuldigd te worden dat ik alleen maar kritiek lever, heb ik onder het stuk ook een wat praktischer advies geformuleerd. Deze wordt morgen gepubliceerd op deze website.

 

PARTOS

Kamerverkiezingen 2012

Internationale Samenwerking, Toekomst in Ontwikkeling

Mensen over de hele wereld zijn in toenemende mate met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk. De toegang tot natuurlijke hulpbronnen en de mede daarop gebaseerde welvaart en zelfredzaamheid zijn echter zeer ongelijk en onrechtvaardig verdeeld.  Veel Afrikaanse landen beschikken over enorme hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen en zijn straatarm. Die ongelijke verdeling van hulpbronnen zegt dus niets. Mensenrechten worden voortdurend geschonden. Falende staten en gewapend conflict leiden tot onmenselijke omstandigheden. Deze situatie is moreel, sociaal, ecologisch en economisch onhoudbaar en niet in het belang van Nederland. Dat schaadt het Nederlandse belang helemaal niet. Anderzijds biedt een stevige internationale positie ons land juist grote kansen. Nederland moet daarom stevig inzetten op duurzame en rechtvaardige mondiale ontwikkeling, inclusief de afspraken die daarover wereldwijd al bestaan. De reden waarom Nederland dat moet doen is een morele: je laat mensen niet massaal verrekken.  Als het om het Nederlandse eigenbelang ging zouden we niets hoeven te doen. Ontwikkelingssamenwerking is en blijft daarvan een essentieel onderdeel: het versterken van zelfredzaamheid door te investeren in onderwijs, gezondheidszorg, rechtstaat, ondernemingsklimaat en maatschappelijk middenveld. Tegelijkertijd moet Nederland een nieuwe mondiale agenda helpen vormgeven met bredere doelen en nieuwe financieringsvormen. Met welk doel? En wat voor bredere doelen en nieuwe financieringsvormen dan wel?

Het maatschappelijk middenveld is wereldwijd bij uitstek de partner in het streven naar zelfredzaamheid en rechtvaardigheid. Het grootstde deel van het Nederlandse maatschappelijk middenveld is daar helemaal niet mee bezig. De gemiddelde Nederlander zit vooral in over de economische crisis. Het maatschappelijk middenveld in Afrika kan geen vuist maken tegen de elite, en is daar ook nauwelijks mee bezig. Het werkt lokaal en mondiaal aan gelijkwaardigheid en gendergelijkheid, investeert in veranderkracht en sociale cohesie. Spreekt machthebbers aan op democratie, rechtstaat en overheidsverantwoordelijkheid. Dat heeft dan niet erg gewerkt. Ik heb pas de cijfers over corruptie in de arme ontwikkelingslanden nog eens bekeken: de corruptie neemt er alleen maar toe. De enige correlatie die ik heb kunnen vinden is dat als landen economisch ontwikkelen de corruptie op den duur afneemt en de kwaliteit van het bestuur verbetert. Bouwt zelf aan de maatschappij zoals burgers die willen.

Partos verenigt in Nederland 120 autonome, professionele organisaties die zich dagelijks inzetten op terreinen als duurzame ontwikkeling, mensenrechten, armoedebestrijding, humanitaire hulpverlening, mondiaal burgerschap,  maatschappijopbouw en internationale lobby & advocacy. Het gemiddelde arme boerengezin in Afrika houdt zich vooral bezig met de vraag: ‘hoe kom ik aan eten’ en interesseert zich niet voor mondiaal burgerschap etc. Deze organisaties blijven wereldwijd actief in de effectiviteit van hun werk en dat van hun lokale partners investeren. Maar ook in hun worteling in de Nederlandse samenleving en de samenwerking met overheid en bedrijfsleven. Partos vraagt graag aandacht in uw verkiezingsprogramma voor de volgende concrete voorstellen voor de vormgeving van de overheidsinspanning in internationale samenwerking:

Een nieuwe mondiale agenda voor Internationale Samenwerking

Nederland moet een actieve rol spelen in het vormen van een mondiale agenda voor duurzame en rechtvaardige ontwikkeling. Uitdagingen zoals klimaatverandering, toenemende schaarste van natuurlijke grondstoffen Er zijn grondstoffen zat, ze zijn alleen steeds moeiijker te winnen en daarom worden ze steeds duurder en financiële instabiliteit kennen geen landsgrenzen. Ja hoor, die kennen wel landsgrenzen, kijk maar naar Duitsland, China, Japan, India etc; en niet te vergeten heel wat landen in sub-Sahara Afrika die een flinke economische groei doormaken: 2,5% groei in koopkracht per persoon per jaar. Al die landen hebben helemaal geen last van de financiële crisis (zie b.v. World dataBank) Daarom is mondiale samenwerking noodzakelijk tussen overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven, op basis van een nieuwe agenda die de doelen van ontwikkelingssamenwerking verbreedt met de inzet op de Mondiale Publieke Goederen en de Millenniumdoelen vervangt die in 2015 aflopen. Er moet een taskforce komen met NGO’s, kennisinstituten, bedrijfsleven en overheid, dat zich vanuit ons land bezighoudt met dit internationale proces, de doelstellingen, de inhoudelijke afspraken, de kwaliteit en de werkbaarheid van de agenda en de financiering ervan. Tot hier toe heb ik in dit betoog nog niet het begin gehoord van een poging om welk doel dan ook te formuleren. Zolang je niet kunt formuleren wat je ongeveer wilt bereiken is het zinloos om een enorm overlegcircuit op te tuigen. Dat wordt dan een oeverloos gepraat.

Coherentie van beleid: wegnemen van belemmeringen die ontwikkeling in de weg staan

Nederlands en Europees beleid op terreinen als handel, migratie, defensie en belastingen, heeft impact op de ontwikkelingsmogelijkheden van mensen in ontwikkelingslanden. Overheden, internationale organisaties, bedrijven en burgers kunnen zowel een positieve als een negatieve rol spelen. Voor de Nederlandse overheid betekent dit het tegengaan van eigen en EU-beleid dat ontwikkeling schaadt, het stimuleren van wereldburgerschap en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De EU heeft de afgelopen jaren de importtarieven van goederen uit Afrika naar de EU en omgekeerd verlaagd tot bijna nul. Dat heeft geleid tot een sterke groei van de export vanuit Afrika naar de EU, en dat heeft weer bijgedragen tot de huidige economische groei in Afrika. Dus die belemmeringen zijn al bijna geheel weggenomen en dat heeft ook effect gehad. Dit punt kunnen we dus afvoeren.

ODA: minimaal 0,7% totdat er een nieuw financieringskader is passend bij de nieuwe agenda

In 2015 lopen de internationale afspraken met betrekking tot de Millenniumdoelen af. Totdat de nieuwe mondiale agenda er is en een bijbehorend nieuw internationaal financieringskader is overeengekomen, moet Nederland vasthouden aan minimaal 0,7% van het BNI voor ontwikkelingssamenwerking en additionele klimaatfinanciering. Bij een nieuwe bredere agenda die onder meer inzet op de Mondiale Publieke Goederen, past een nieuw financieringsniveau op basis van nieuwe financieringsmechanismen – denk aan een Financial Transaction Tax of het beter doorberekenen van werkelijke sociale en ecologische kosten. Ik stel het op prijs dat Partos alle problemen met een internationale dimensie wil oplossen. Maar de toegang van Nederland tot b.v. zeldzame metalen heeft niets te maken met het probleem van de honger in sub-Sahara Afrika: meer dan 40% van de kinderen is structureel ondervoed (’te kort voor hun leeftijd’), en het percentage neemt nauwelijks af, de landbouw op het platteland blijft achter. Verder heeft Nederland nauwelijks problemen met betrekking tot toegang tot mondiale goederen. Er is ook geen verband tussen het één en het ander. En gezien het geringe effect van de hulp kan die 0,7% best minder.

Minister voor Internationale Samenwerking

Om het belang van de brede internationale samenwerkingsagenda voor Nederland te benadrukken moet er een minister voor Internationale Samenwerking komen. Deze minister bewaakt in de Ministerraad tevens de coherentie van nationaal en EU-beleid ten bate van deze agenda. Daar zie ik het voordeel niet van in, die portefeuille wordt veel te groot en je kunt de deelproblemen meestal heel goed apart aanpakken.

Inclusieve groei: economische groei die armen meeneemt in plaats van buitensluit

Met de snelle economische groei in veel opkomende economieën ontstaat er ook een steeds grotere ongelijkheid in welvaart en toegang tot ontwikkelingskansen. Onjuist, de ontwikkelingslanden groeien gemiddeld veel harder dan de ontwikkelde landen (zie World dataBank). Ontwikkelingssamenwerking moet zich juist ook in deze landen richten op het inclusief maken van de groei, zodat die armen meeneemt in plaats van buitensluit. Dat gebeurt in veel landen (b.v. Brazilië) ook wel, alleen niet op het platteland van Afrika. Onderdeel hiervan is ook dat de OESO-normen voor verantwoord ondernemen verplicht worden voor die bedrijven die overheidsmiddelen ontvangen. Daar help je die arme boeren niet mee.

Versterken maatschappelijk middenveld als motor voor zelfredzaamheid en veranderkracht

Lokale en internationale maatschappelijke organisaties staan als geen ander voor zelfredzaamheid en veranderkracht. Wat heeft dat dan precies opgeleverd? De kinderondervoeding in sub-Sahara Afrika is er in ieder geval niet door verminderd. Ook het percentage van hun leven dat mensen ziek zijn is niet verminderd (zie WHO World health statistics 2010, p 48-56). Zij verbinden kennis over problemen op lokaal niveau met pleidooien voor veranderingen bij burgers, bedrijven en overheden op mondiaal niveau. Zij bieden ondersteuning aan nieuwe burgerbewegingen die ontstaan door globalisering en technologische ontwikkeling. Investeren in en met Nederlandse ontwikkelingsorganisaties blijft essentieel, waarbij gewaakt moet worden voor afhankelijkheid van overheidsfinanciering en overmatige bureaucratie, en organisaties meer vrijheid krijgen om hun activiteiten zelf vorm te geven. Ik heb grote twijfels ten aanzien van de effectiviteit van de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties. In de jaarverslagen van die organisaties zoek ik meestal vergeefs naar bewijs van duidelijke resultaten. Bijna alle informatie gaat over de inspanningen van die organisaties, dwz waar het geld naartoe is gegaan. Welke duurzame effecten dat heeft opgeleverd wordt er niet bijvermeld. Tevens moet de Nederlandse overheid zich hard blijven maken voor de ruimte die maatschappelijke organisaties in ontwikkelingslanden krijgen om hun werk te doen.

Transparantie, Kennis en Effectiviteit

Het informeren en betrekken van de burger bij internationale samenwerking is van groot belang. Zowel ter ondersteuning van de nieuwe mondiale agenda als vanwege de rol die de burger zelf speelt als bijvoorbeeld consument, belegger of toerist. De gemiddelde Nederlandse burger heeft het wel gehad met de ontwikkelingshulp, en die maakt zich ook geen zorgen over de toegang tot mondiale goederen. Die zit vooral in over de hypotheekschuld die overblijft als hij zijn huis moet verkopen als hij zijn baan kwijtraakt. Ook het blijven vergroten van de effectiviteit van internationale samenwerking is een belangrijke taak. De Nederlandse overheid en de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties hebben daarin een grote verantwoordelijkheid. Van de overheid mag stimulans en leiderschap worden verwacht. Dit vraagt om transparantie, stevige kennisinfrastructuur, en goede evaluatie en verantwoording van bestedingen en resultaten. Nederland moet haar leidende rol op het gebied van open data (IATI) blijven spelen en uitbouwen.

Lees morgen het stuk van Wiet Janssen over hoe het volgens hem wel zou moeten.

Auteur
Wiet Janssen

Datum:
21 mei 2012