Sanne Vroom langs de Simon Jelsma meetlat

Op 24 mei reikt Oxfam Novib voor de allereerste keer de Simon Jelsma Award uit. Het publiek heeft uit de acht potentiële prijswinnaars er vier gekozen voor de laatste ronde. Om de jury te helpen in haar moeilijke taak de winnaar te bepalen, legt Vice Versa iedere dag één van de vier kandidaten langs de Simon Jelsma meetlat. Vandaag de beurt aan Sanne Vroom, oprichtster van Timu Kota.

De Simon Jelsma Award is een aanmoedigingsprijs uitgereikt door Oxfam Novib aan jong Nederlands talent, die zich net als Simon Jelsma inzetten voor ‘een rechtvaardigere verdeling van macht en welvaart; wereldwijd’. De gelukkige winnaar mag zich prijzen met 3000 euro, een welverdiende dosis aan respect en eer en toetreding tot de jury van de 2de award uitreiking.

Simon Jelsma (1918-2011), door Hans Beerends omschreven als de founding father van de derdewereldbeweging, streed zijn leven lang tegen mondiale onrecht en armoede. Hij was de oprichter van Oxfam Novib en de Nationale Postcode Loterij. Om samen de wereld een betere plek te maken, zou volgens Simon Jelsma een ieder trouw moeten blijven aan vijf woorden met de hoofdletter D: Dromen, Durven, Denken, Doen en Doorzetten.

Een ladder bestaande uit 5 D’s. Hoe omschrijven de vier kandidaten van de award zichzelf langs deze Simon Jelsma ladder? Vice Versa ging op onderzoek uit en sprak voor de eerste aflevering met  Sanne Vroom.

De teamdroom van Sanne Vroom

Sanne Vroom is de oprichtster van Timu Kota, Swahili voor teamdroom. De stichting heeft als doel de dromen van jongeren op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en millenniumdoelen samen te realiseren. Ook beoogt Timu Kota de millenniumdoelen toegankelijk te maken voor de Nederlander. Dit doen zij aan de hand van colleges, theater, workshops en hun reisprogramma, genaamd Millennium Travels. Met dit reisprogramma, waarin Nederlandse jongeren reizen naar ontwikkelingslanden, krijgen jongeren uit verschillende plekken van de wereld de kans elkaar te ontmoeten en wederzijds van elkaar te leren.

In hoeverre zou je jezelf omschrijven als een Dromer?

‘Ik ben een ontzettende dromer. Ik droom niet voor mezelf, maar vaak voor grotere plannen of projecten. Ik kan mijn dromen niet bij dromen laten. Ik word onrustig als ik er niet mee aan de slag kan. Hoe groter de droom, hoe enger het is. Maar ik word er wel relaxter van als ik met mijn dromen aan de gang kan. Mijn werk betekent ook met jongeren zitten en praten over wat hun dromen zijn voor de wereld en samen kijken hoe we die praktisch kunnen vertalen naar activiteiten om bij te dragen. Ik ben dus heel veel met dromen bezig. Ik ga het liefst aan de gang met dromen van anderen, zodat zoveel mogelijk mensen hun dromen kunnen realiseren.’

Op de vraag wat haar grootste droom is, moet Sanne even lachen: ‘Die vraag krijg ik maar zelden.’ Maar op een serieuze en vastberaden toon vervolgt zij: ‘Mijn allergrootste droom is wereldvrede. Zo naïef ben ik niet. Ik denk dat het écht kan. Ik geloof erin dat het kan. Ik geloof dat het werk wat jongeren verzetten het mogelijk kan maken en dat de millenniumdoelen de vertaalslag zijn naar wereldvrede.’

In hoeverre zou je jezelf omschrijven als een Denker?

Hier moet Sanne kort over nadenken. De kernwoorden van de Timu Kota lijfspreuk – dromen, durven en doen – zijn volgens Sanne een stuk makkelijker te beantwoorden. ‘Ik denk en ik pieker veel. Ik denk graag na over wat we willen en wat we dromen en of dat ook bijdraagt. Dat is één van mijn hoofdgedachtes. Waarom mensen doen wat ze doen. Waarom mensen het werk doen wat ze doen. Waarom mensen niet ander werk gaan doen als ze dat leuker vinden. Dus kortom waarom mensen minder durven. Daar denk ik heel veel over na. Bij mijn stichting Timu Kota kun je een project aanmelden. Daar denken we heel lang en goed over na met de jongere zelf: Hé, draag je nou bij aan de wereld of draag je bij aan een ego? Is dit voor een groter goed? En los van de impact, waar gaat het nou om?’

Bijdragen aan iets groters is voor Sanne belangrijk. ‘Dat is het doel van mijn stichting. Jongeren helpen die iets willen doen. Soms weten ze wat. Soms weten ze niet wat. In dat laatste geval gaan we samen rond de tafel zitten en dan komen we vaak wel tot een project.’

In hoeverre zou jezelf omschrijven als een Durver?

‘Ik denk dat ik wel lef heb in mijn werk. We durven het te doen, zonder dat we directe middelen hebben als stichting. We werken puur vanuit het netwerk. Vraag maar aan iedereen die je kent of ze bij willen dragen.

Daarnaast kunnen we een projectplan schrijven en fondsen aanvragen, maar wij stimuleren onze jongeren om vooral eerst gewoon te beginnen en niet te snel terug te gaan naar denken. Natuurlijk is goed nadenken van belang, maar overdenk het niet. Want alle barrières die je kunt bedenken zijn al een keer bedacht. Het is belangrijk om gewoon te beginnen en er voor te gaan. Stel je voor dat het een keer lukt – want alles moet een keer lukken denk ik altijd – dan is dat heel gaaf. En stel je voor dat het niet lukt, dan gaan we een biertje doen. Dan hebben we nog steeds iets geleerd en dan gaan we heel hard om lachen om hetgeen we geleerd hebben. Dus in die zin denk ik dat we veel meer zouden moeten durven.

Ook de gevestigde orde in ontwikkelingssamenwerking zou veel meer out-of-the-box moeten handelen: Huppakee, treedt op en ga die dromen achterna. Men moet zichzelf niet beklemmen door het te groot maken van wereldproblemen. Ik denk dat wij dat als stichting ook durven. Wij durven problemen kleiner te maken. Als iedereen nou samen de problemen kleiner maakt en respect creëert voor elkaar – waarvan ik denk dat de millenniumdoelen de grondslag zijn – dan is het durven niet zo moeilijk meer. Immers, als men de ander eten gunt, dan helpt men de ander ook om dat te krijgen. De kleine stappen moeten het gaan doen.’

In hoeverre zou je jezelf omschrijven als een Doener?

‘Als stichting Timu Kota zijn wij praktisch aangelegd. Wij zijn hands-on en wij houden van doorpakken. Wij gaan geen problemen uit de weg, maar gaan er juist vol op in. In die zin doen wij wat we kunnen. Hopelijk draagt dat bij, een balans die we opmaken aan het einde van de rit.’

In hoeverre zou je jezelf omschrijven als een Doorzetter?

Sanne moet lachen. ‘Interessante vraag om over jezelf te beantwoorden’. En ze vraagt lachend of ik het niet aan een collega kan vragen. Maar nog geen seconde later antwoord zij: ‘Doorzetten betekent voor mij dat men niet stopt zodra het moeilijk wordt. Doorzetten betekent dat men zich ergens in vastbijt en dat men kijkt naar wat de alternatieven zijn. Dat men hulp durft te vragen als het niet alleen lukt. Ook dat is de basis van ons werk. Zo hebben wij een reisprogramma opgezet en organiseren wij zo nu en dan reizen, die erg veel impact hebben.

Echter, op een gegeven moment dan is het doorzetten. Ga maar eens als stichting zonder eigen vermogen en zonder eigen spullen een Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en Ontwikkeling (SBOS) aanvraag schrijven. Dat is ploeteren. Dat is het hele eigen netwerk erin gooien. Maar dan krijgt onze stichting Timu Kota het. Met nieuwe middelen op zak, betekent het echter nog meer doorzetten, want dan moet de stichting het waar gaan maken. Dat is doorzetten. Dat is fantastisch.’

Auteur
Céline Hoeks

Datum:
18 mei 2012