‘Enthousiaste berichten uit Brussel over val kabinet’

Foto: The Broker

Er is vanuit Brussel positief gereageerd op de val van het kabinet. Dat zegt Mirjam van Reisen, directeur van Europe External Policy Advisors (EEPA) in Brussel. ‘Er lijkt een ommezwaai te komen in een heel rechts Europa en er komt nu ruimte om noodzakelijke bezuinigingen te spreiden in plaats van de rijken te sparen en de armste te pakken.’

Vorige week vond de jaarlijkse vredestop plaats, waar de winnaars van de Nobelprijs voor de vrede spraken over klimaatverandering, schendingen van de mensenrechten en nucleaire bewapening als grootse bedreiging voor de vrede. In Nieuwsuur stelde voormalig president van Zuid-Afrika Frederik Willem de Klerk dat het imago van Nederland is veranderd door de binnenlandse politieke onrust: ‘Nederland heeft zijn elan verloren. Het slaagde er niet in een coalitie te vormen en dat brengt een land tot stilstand. Het land heeft geen toekomstvisie en bereikt niks.’

Mirjam van Reisen, professor International Social Responsibility aan de Universiteit van Tilburg en directeur van Europe External Policy Advisors (EEPA) in Brussel, kan dat niet beamen. Dat de val van het kabinet eventueel de reputatie van Nederland in de internationale gemeenschap kan schaden, merkt zij niet. ‘De indruk die ik vanuit Brussel krijg is dat men de val van dit kabinet wel had zien aankomen. Het is interessant dat er nu een ommezwaai lijkt te komen in een heel rechts Europa, waarin twee met elkaar strijdende rechtse opvattingen over Europa het politiek debat bepaalden. Het rechtse discours dat zegt ‘weg met Europa’ aan de ene kant en het rechts discours van Europa voor het bedrijfsleven en het kapitaal aan de andere kant.’

‘Nu is er in de twee landen die in eerste instantie tegen het Lissabon Verdrag stemden, Nederland en Frankrijk, een nieuwe politieke situatie ontstaan en kunnen we eindelijk weer gaan praten over een sociaal Europa en zoeken naar een Europa dat investeert in haar economie en in haar mensen.’

Wat zijn de voordelen van de val van het kabinet?

‘In Brussel hoor ik alleen maar enthousiaste berichten. Nu komt er hopelijk weer wat ruimte voor  investeringen in economie en in mensen om op die manier productieve groei te stimuleren. Met de val van het kabinet in Nederland samen met de verkiezingen in Frankrijk lijkt er een kentering te komen. Allereerst komt er nu ruimte om noodzakelijke bezuinigingen te spreiden in plaats van de rijken te sparen en de armste te pakken.’

‘Ik ga ervan uit dat dit zeker gevolgen zal hebben voor ontwikkelingssamenwerking en dat is dus ook positief voor de landen waarmee Nederland samen werkt. Het is trouwens ook goed voor Nederland. Als Nederland een voortrekkersrol in Europees buitenlandbeleid wil spelen, moet het allereerst haar rol oppakken als voortrekker in ontwikkelingssamenwerking. Nederland is daar goed in, heeft er expertise opgebouwd en kan op dat terrein meetellen en verschil maken. Ontwikkelingssamenwerking is trouwens een heel belangrijk terrein voor Europa om als soft power het verschil te maken op het wereldtoneel. Dus het is niet alleen rechtvaardig, het is ook een juiste strategische keuze.’

De val van het kabinet heeft dus voordelen voor de ontwikkelingssamenwerking?

‘Zeker. De interne ontwikkelingen in Nederland hebben invloed op Europa. Andere Europese landen waren bang dat Nederland de 0.7% norm zou loslaten. Er zijn niet heel veel landen die de 0.7% norm uitvoeren. Wanneer Nederland die norm zou laten vallen, heeft dat onmiddellijk invloed op het draagvlak voor deze norm en voor ontwikkelingssamenwerking in Europa en beïnvloedt het dus ook mogelijkerwijs de bijdrage van andere lidstaten aan ontwikkelingssamenwerking. Die standaard handhaven is dus heel belangrijk.’

‘Dat geldt ook voor mensenrechten, de rol van civiele samenleving en het democratisch beleid. Hoe richt je een samenleving zo in dat de politieke verhoudingen in balans zijn en het stabiliteit geeft op basis waarvan je ook in de economie kan investeren? Ontwikkelingssamenwerking moet ervoor zorgen dat er een balans is tussen economische investeringen in de private sector en dat er democratisch wordt gehandeld.’

‘Ik sprak vandaag met een leider van de democratische oppositie uit Eritrea. Europese landen, inclusief Nederland, steunden jaren de bevrijdingsoorlogen, maar nu vele uitgelopen zijn op een democratisch fiasco, is er geen steun. Terwijl de islamitische groeperingen worden gesteund en China en andere opkomende landen hun invloed uitbreiden, zou Europa zich terugtrekken? Dat zou een grote vergissing zijn. Wij moeten investeren in democratisering, mensenrechten en goed bestuur. Uiteindelijk betaalt zich dat terug in minder vluchtelingen en migranten, betere investeringsmogelijkheden, stabielere markten en afname van conflicten. We hebben er dus zelf baat bij om hierin te investeren. Nederland moet Europa voorhouden dat dit belangrijk is.’

Het vorige kabinet zorgde dus voor een afzwakking van de Nederlandse reputatie.  Zijn er nu weer kansen tot het herstel ervan?

‘Ja dat is absoluut hoe ik het zie. Daarin sta ik niet alleen. Ik kan me herinneren dat Agnes van Ardenne, de vorige minister van Ontwikkelingssamenwerking, zich uitliet over het reputatieverlies van Nederland in het buitenland. Dat nam ik ook waar in Brussel en het is dus positief dat het kabinet gevallen is.’

‘Het is belangrijk om te benadrukken dat de belangrijkste kentering toch moet zitten in hoe we met de financiële crisis omgaan. Er moet een beleid komen waar niet alleen wordt bezuinigd maar ook wordt geïnvesteerd. Dat bepaalt ook onze reactie op gelijksoortige situaties in ontwikkelingslanden. Bij het IMF is dat altijd een groot strijdpunt geweest. Maar het IMF wil nu, na al die jaren van structurele aanpassingen waarin heel erg op bezuinigingen werd aangedrongen, investeren in economieën. Europese regeringen zijn juist nu op de kant van bezuinigingen gaan zitten zonder echt te investeren in de economieën. Ik heb de verwachting en de hoop dat het beleid terugkomt waarin er in de economie wordt geïnvesteerd, waardoor de productiviteit omhoog gaat en de werkeloosheid naar beneden en de recessie zich niet verder verdiept.’

Wat vind u van het Kunduz-akkoord?

‘Dat er bezuinigd moet worden is evident, maar dat moet wel op een evenwichtige manier. Dus ik vind het akkoord goed, omdat het evenwichtiger is dan wat de uitkomst was geweest onder het gevallen kabinet. Het is een grote stap vooruit. Het is ook goed dat de partijen hun verantwoordelijkheid hebben opgepakt in een heel moeilijke situatie. Dat siert hun en de mogelijkheid om uit deze lastige situatie te komen met een akkoord is een positieve uitkomst. Dus petje af.’