Ontwikkelingssamenwerking versus ontwikkelingshulp

Vorige week publiceerde Vice Versa een interview met framingspecialiste Sarah Gagestein. De specialiste gaat naar aanleiding hiervan dieper in op de Haagse taal rondom ontwikkelingssamenwerking en de bijwerkingen van de dominante frames. ‘Aangezien de crisis voor op ieders puntje van de tong ligt, is het momenteel problematisch om ontwikkelingssamenwerking te framen vanuit onze gulheid, zoals Bill Gates dat deed, of onze rijkdom, we vinden onszelf momenteel niet zo rijk.’

Eén van de meest opvallende transities in het bezuinigingsdebat is dat het woord ‘ontwikkelingssamenwerking’ nu veel meer in opkomst lijkt, dan het oudere woord ‘ontwikkelingshulp’. Volgens Wikipedia is dat sinds de jaren ’70. Maar geloof me, nog niet elke ngo is om naar het nieuwe woord. Die transitie komt ongetwijfeld deels voort uit de vorm die OS tegenwoordig heeft, maar ook door de gewenste perceptie rondom het thema. ‘Samenwerking’ suggereert dat men de handen ineenslaat voor vooruitgang, terwijl ‘hulp’ het beeld oproept van een passieve ontvanger die alleen maar neemt zonder te geven. Andere woorden, andere frames. Hoe gaat Den Haag daarmee om?

Politieke partijen over OS

Als je kijkt naar de gebruikte taal omtrent ontwikkelingssamenwerking door diverse politieke partijen, dan valt het op dat de meeste grote partijen kiezen voor het woord samenwerking’ in plaats van hulp. De PvdA stelt dat crisissen (klimaatcrisis, voedselcrisis en financiële crisis) ontwikkelingslanden het hardst treffen. Vervolgens koppelen ze dit aan veiligheidsrisico’s waarmee ze verkapt stellen dat onze veiligheid minder goed te garanderen is als het beroerd gaat in ontwikkelingslanden.

Het CDA vermeldt dit ook expliciet:

Bij ontwikkelingssamenwerking gaat het allang niet meer alleen maar om solidariteit met mensen in arme landen die het minder hebben dan wij. We hebben zelf ook belang bij die hulp. (…) Armoede is een belangrijke voedingsbodem voor burgeroorlogen en internationaal terrorisme. Het zorgt ervoor dat er telkens weer stromen vluchtelingen onze kant op komen.’

Het is dus geen hulp, maar een indirecte investering in onze eigen veiligheid.

VVD en GroenLinks

De VVD lijkt zich hierbij aan te sluiten, zij stellen dat de effecten van ontwikkelingssamenwerking centraal moeten staan, niet de bedoelingen. Zo kan er een versterking plaatsvinden van het nationaal belang én tegelijk de economische ruggengraat van een hulpbehoevend land. Volgens de VVD moeten we daarom niet meer bijdragen aan zogenaamde ‘ledematen’ als onderwijs en zorg, maar puur aan de ruggengraat die uit economie bestaat.

Het is een interessante metafoor, gezien het feit dat GroenLinks wel hamert op ledematen als het terugdringen van kindersterfte, schoon drinkwater, medicijnen en onderwijs. Zij vinden juist dat het huidige beleid té gunstig is voor Nederlandse bedrijven ten opzichte van het hulpontvangende land. Kortom een samenwerking waar de verdeling niet 50/50 uitpakt, maar waarin wij te veel profiteur zijn. Het eigenbelang moet dus niet gaan doorslaan.

SP en PVV

De website van de SP heeft een klassiek hulpverhaal dat inspeelt op de allerarmsten met de hoogste nood. Ze tieren erover dat er geen honger en gebrek mag zijn, terwijl de wereld rijk genoeg is om het te voorkomen. We moeten eerlijker zijn en meer internationale solidariteit hebben. Ook moeten we af van de miljoenensubsidies voor praatclubjes, de hulp moet in Afrikaanse magen verdwijnen in plaats van in Nederlandse zakken. Heftige taal met een duidelijk emotioneel appèl én een waarschuwing voor doorgeslagen eigenbelang.

De PVV wijkt af van alle voorgaande partijen in hun standpunt en taal. Zij gebruiken bewust het woord ‘ontwikkelingshulp’ met de negatievere connotaties. In het verkiezingsprogramma staat dat het een ‘elitaire linkse hobby’ is en dat het tijd is om het ‘subsidie-infuus’ los te koppelen. Het Nederlandse volk krijgt het immers opgedrongen en heeft er nooit voor gekozen om zijn belastinggeld hier aan op te maken. Juist, no explanation needed.

Bijwerkingen frames

Zoals ik al aangaf in het interview: een succesvol frame haakt in op de tijdsgeest. Aangezien de crisis voor op ieders puntje van de tong ligt, is het momenteel problematisch om ontwikkelingssamenwerking te framen vanuit onze gulheid, zoals Bill Gates dat deed, of onze rijkdom, we zitten in een economische crisis. Het alternatief is dus om het te framen als eigenbelang: door voor economische stabiliteit te zorgen in derdewereldlanden kunnen we de mondiale veiligheid versterken. Het nadeel van dit frame is dat het niet helemaal lijkt te matchen met andere boodschappen van meer linkse partijen zoals de PvdA, GroenLinks en de SP. Het verklaart ook waarom de PvdA dit frame wegstopt tussen een berg cijfers en jargon en de andere twee het niet prediken.

Ook is het eigenbelang perspectief vaak een meer economisch en abstract verhaal oftewel een thematisch frame. Dat heeft minder emotionele impact dan een persoonlijker verhaal, een zogeheten episodisch frame, waarin bijvoorbeeld één kind in Uganda centraal staat voor de grotere groep. Tegelijkertijd is uit onderzoek gebleken dat dergelijke episodische frames ervoor zorgen dat mensen minder snel oplossingsgericht gaan denken, dus waarschijnlijk ook pessimistischer zullen zijn over de toekomst van de ontwikkelingslanden. In het linkse spectrum is het dus lastig om effectief en affectief te framen op ontwikkelingssamenwerking. Het CDA gaat dit probleem moedig uit de weg door een hele duidelijke positie te kiezen en dit op een ongekend nuchtere manier op te schrijven. We doen het, maar we doen het voor onszelf. Ongetwijfeld zal Geert Wilders dit frame verwerpen, maar dat zal moeten blijken!

Auteur
Sarah Gagestein

Datum:
11 april 2012
Categorieën: