
‘Campagnes: geen enkel zicht meer op de realiteit’
Framingspecialiste Sarah Gagestein interpreteert voor Vice Versa als relatieve buitenstaander het debat over ontwikkelingssamenwerking. Ze vertelt over teveel frames, nutteloze cijfers en de invloed van de crisis op de houding van mensen tegenover ontwikkelingssamenwerking.
De NS roept tegenwoordig niet meer om dat de trein tien minuten vertraging heeft, maar simpelweg: ‘de trein vertrekt over tien minuten.’ Framing is iets dagelijks. Veel mensen doen het onbewust. Maar voor velen is het ook strategie. Denk maar aan het verschil in reactie als iemand tegen je zegt: ‘villasubsidie’ in plaats van ‘hypotheekrenteaftrek.’ Als frames overal te vinden zijn, hoe zit het dan in ons Nederlandse debat over ontwikkelingssamenwerking? Tijd om een framingspecialiste om raad te vragen. Nog voor de gelekte berichten over een bezuiniging van één miljard sprak Vice Versa met Sarah Gagestein.
Basics
Sarah vertelt over een onderzoek waar de onderzoekers een groep mensen een foto laten zien van grazende koeien. Er werd verteld dat de koeien ziek waren. Onderzoekers vroegen de groep hoe dat kwam. Zij kwamen met antwoorden die zij binnen de foto konden zien, binnen het frame: is de boer wel ervaren? Geeft hij de koeien goed eten? Is er een besmettelijke ziekte? Zodra de achtergrond van de foto werd toegevoegd, een stad met rokende schoorstenen, verruimden mensen hun vragen. Lucht- en waterkwaliteit kwamen naar boven. Dit laat zien dat mensen enorm worden gestuurd in hun interpretatie van informatie door het kader dat hen gegeven wordt. Dit hoeft niet perse met beelden. ‘Het gaat ook heel goed met taal’, vertelt Sarah Gagestein. Net zoals door een foto op een bepaalde manier te snijden kan je in een verhaal bepaalde woorden gebruiken en informatie weglaten: ‘Dat je bepaalde dingen belicht of juist onbelicht laat hebben mensen ook vaak niet in de gaten omdat ze je gewoon volgen.’ Als het frame werkt zullen mensen het bovendien gebruiken als zij nieuwe informatie verwerken.
Teveel frames?
Terug naar het debat. We vroegen Sarah Gagestein om voor ons gesprek te kijken naar het debat tussen Arend Jan Boekestijn en Marcia Luyten bij Pauw en Witteman en de JeKrijgtWatJeGeeft actie. Over het algemeen valt haar op dat er twee overkoepelende frames worden gebruikt: ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingshulp. Onder het frame ‘ontwikkelingssamenwerking’ valt volgens haar de redenering dat we te maken hebben met mondiale problemen en die samen moeten oplossen. Het gaat ook om onze eigen veiligheid en ons eigenbelang. Onder ‘ontwikkelingshulp’ valt volgens Sarah Gagestein het meer ouderwetse verhaal van morele verantwoordelijkheid: ‘we willen een betere en eerlijkere wereld. We willen mensen helpen, we willen mensen redden.’
Zowel in het betoog van Marcia Luyten en op de website van JeKrijgtWatJeGeeft ziet Gagestein beiden frames terugkomen. Gagestein: ‘Dat lijkt heel gunstig omdat je op twee manieren mensen hun brein probeert te bereiken. Maar over het algemeen is het niet handig om verschillende frames door elkaar te gebruiken omdat je dan mensen teveel keuze geeft in hoe ze iets kunnen opvatten. Het mentale paadje dat je maakt is als het ware niet diep genoeg om te zorgen dat mensen elke keer dezelfde richting ingaan.’
Cijfers
Het valt Sarah Gagestein op dat het op de site van JeKrijgtWatJeGeeft ‘heel veel over cijfers gaat.’ Gagestein: ‘Cijfers en statistieken vindt niemand interessant. Dat is helemaal niet overtuigend. Het is te abstract. Mensen laten zich eigenlijk nooit overtuigen door cijfers. Je moet de cijfers een gezicht geven of in ieder geval concreet maken. 1,29 miljard mensen leven in extreme armoede? Daar kan ik me niks bij voorstellen. Je moet het beeldend en concreet maken: mensen moeten het voelen en zien en ruiken en proeven als het ware. Een cijfer als 1,29 miljard mensen zou je bijvoorbeeld uit kunnen drukken in generaties Nederlanders.’
In de huidige discussie heeft iedereen het over 0,7 procent van het BNP dat aan ontwikkelingssamenwerking wordt besteedt. Ook dit cijfer vindt Gagestein niet interessant. Zodra Marcia Luyten in het debat met Boekestijn zei dat ze de discussie over 0,7 niet interessant vond, steeg zij dan ook in de waardering van de framingspecialiste.
Crisis en luxe
Je moet als je een frame gebruikt ook nadenken over dingen die belangrijk zijn voor mensen. JeKrijgtWatJeGeeft lijkt goed in te spelen op de crisissituatie waar we in zitten. Het pleidooi van bijvoorbeeld Bill Gates juist niet. Gagestein: ‘Gates heeft het over onze gulheid in het radiogesprek. Dat we daar trots op moeten zijn en dat we een voorbeeld functie hebben. Maar het hele idee van crisis zit zo ingebeiteld bij ons dat het hele idee van gulheid en een voorbeeldfunctie misschien een beetje een luxe zijn. Een luxe waarvan we ons af kunnen vragen of we die ons kunnen veroorloven. Het zijn waarden die wij wel belangrijk vinden, want we willen graag de beste van de wereld zijn, ondanks dat we klein zijn. Maar het gaat om de vraag of de prijs die we ervoor betalen nu voor mensen te hoog is. Waarden als mededogen en eerlijkheid vinden we heel belangrijk totdat ons eigen hachje op de tocht komt te staan.’
Persoonlijk
Met campagnes zoals Kony2012 wordt maar weer duidelijk hoeveel invloed het heeft om mensen dramatische verhalen te vertellen over een specifieke groep of individu. Gagestein: ‘Dat is persoonlijk framen. Het nadeel is dat je niet het volledige probleem kan laten zien. Als je eenmaal in een persoonlijk frame zit kan je heel moeilijk een oorzaak, gevolg en plan van aanpak schetsen.’ Andrew Makkinga, presentator en tv maker, zei in gesprek over de Kony2012 campagne in De Wereld Draait Door dat het grootste probleem van Afrika perceptie is. Gagestein vertelt: ‘Je wordt zo gestuurd door die campagnes! Je hebt geen enkel zicht meer op de realiteit. Wat weet je nou over Afrika? Eigenlijk niks. Maar je baseert op het beeld dat je krijgt wel je politieke mening.’
Huis zonder deuren
Verder viel Gagestein vooral Daniël Knoop op tijdens het debat bij Pauw en Witteman. Zijn manier van de problemen en oplossingen concreet maken vond Gagestein overtuigend. Knoop was als oud medewerker van de VN voorstander geworden van kleinschalige projecten. ‘Het kan niet van achter de tekentafel,’ aldus Knoop. Gagestein: ‘Wat je voor je zag was een architect die een huis aan het bouwen was zonder deuren. Maar het is nogal een verwijt. Want van elk project dat groot is kan je dan zeggen: daar heb je weer zo’n tekentafel.’
Onder meer in reactie op Knoop gaf Luyten toe dat er inderdaad veel mis is gegaan in ontwikkelingssamenwerking. Was dat slim? Gagestein: ‘Moeilijk te zeggen. Enerzijds, als je dat debat kritisch zit te volgen dan komt zij heel redelijk over. Ze denkt mee en je merkt dat zij bezig is met dingen beter maken. Daarin wil ze wel wat bewegingsruimte tonen. Op debatniveau vond ik dat heel sterk. Maar als je maar met een half oor zit te luisteren en te kijken, zoals de meeste mensen, dan leek het daar wel alsof ze aan het verliezen was.’
Advies
Persoonlijk is Gagestein gecharmeerd van een oude strategie van Oxfam. Als donateur kreeg zij brieven waarin haar een aantal projecten werden voorgelegd. Oxfam gaf hele concrete informatie. De donateur mocht vervolgens aangeven welk specifiek project hij of zij wilde financieren. Gagestein: ‘Je weet dus bijna welk dorp er precies wordt opgekrikt met jouw geld. Ik vond dat heel aantrekkelijk.’
Het advies dat Gagestein wil geven is een balans vinden tussen framen in de tijdsgeest en toch ook mensen aanspreken op hun emotie. Het moet vooral concreter en niet te persoonlijk: ‘Niet met alleen dat ene kind in de hoofdrol, maar misschien een bepaalde gemeenschap. Zodat je iets leert van de mensen waar het naartoe gaat. Niet alleen de noodzaak, maar ook de consequenties. Wat levert het nou eigenlijk op?’