
Bleker: ‘Punt.’
‘Geen handelsmissies voor bedrijven die zich niet inspannen voor de OESO-richtlijnen’, besloot staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie tijdens het debat over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) afgelopen woensdag. De staatssecretaris maakte een ongeïnformeerde indruk, want hij schoof de meeste beleidssuggesties van Tweede Kamerleden door naar een volgende vergadering of brief. Daarnaast herinnerde Kamerleden Bleker veelal aan onuitgevoerde moties en vroegen om meer informatie en duidelijkheid.
Bleker kenmerkte MVO als een druppel die een steen uitholt, waarbij je een langere tijd die druppel nodig hebt. ‘Het is een illusie om hiermee op korte termijn successen te boeken.’ De uitspraak symboliseerde de onverschilligheid vanaf de kant van het kabinet. Andere opvallende uitspraken tijdens het debat waren: ‘De brief is de brief. Dat komt nog. Het zal in overweging worden genomen.’ Het opvallendste was de manier waarop Bleker vaak letterlijk zijn betogen en antwoorden eindigde met ‘punt’.
‘Geen foute bedrijven’
Het kabinet is tot nu toe stil over MVO, daar zijn veel Kamerleden het over eens. Een uitzondering was het optreden van de staatssecretaris tijdens de FoodFirst conferentie in Utrecht op zestien maart. Bleker zei dat hij geen ‘foute’ bedrijven meer mee wilde nemen op handelsmissie. De Kamerleden wilden tijdens het debat allereerst meer duidelijkheid over die uitspraak. Hoe ver wil Bleker gaan? Wanneer is een bedrijf ‘fout’? En krijgen bedrijven tweede kansen? Kortom: hoe wil de staatssecretaris dit in de praktijk brengen?
Joël Voordewind (CU) stelde voor om deelname aan handelsmissies te koppelen aan OESO-richtlijnen. Hiermee borduurde hij, samen met Ad Koppejan (CDA), voort op Blekers mededelingen op zestien maart over sanctiemaatregelen voor bedrijven die zich niet houden aan de MVO-verklaring die ze ondertekenen bij deelname aan een handelsmissie. Tijdens het debat ging Bleker daar maar ten dele in mee: ‘Geen handelsmissies voor bedrijven die zich niet inspannen voor de OESO-richtlijnen.’ Maar ‘inspanningen’ vond Voordewind een te rekbaar begrip: ‘Dit is de vaagheid die ons al jaren nekt.’ Als hypothetische casus stelde hij dat, ‘als een bedrijf uitgesloten wordt van een handelsmissie, maar aangeeft dat zij hun best doen om het probleem op te lossen, mogen zij dan vijf jaar later wel mee op missie?’ Bleker zei van wel, al moet duidelijk zijn dat de inspanningen voldoende waren. De staatssecretaris antwoordde dat het anders ‘over en uit’ is. Op de vraag of er in de laatste jaren bedrijven mee zijn geweest die volgens de huidige richtlijnen uitgesloten worden, zei Bleker dat hij het niet durfde te zeggen, want ‘ik ga over het nu.’
Verantwoordelijkheid
De Kamerleden waren positief over de manier waarop Bleker omging met de kwesties rondom de handelsmissie naar India. Berichten over kinderarbeid in de textielsector waarbij onder meer het kledingbedrijf C&A betrokken is, kaartte hij aan bij de Indiase autoriteiten. De verantwoordelijkheid voor het ‘tackelen’ van het probleem ligt volgens Bleker niet alleen in de handen van Nederlandse bedrijven. Ook andere onderdelen van de handelsketen zelf en de lokale autoriteit moeten hun aandeel leveren. ‘Die methode passen we ook toe op andere landen. Dat is niet spectaculair, maar het is praktisch kijken wat we eraan kunnen doen.’
Nederland is met India een samenwerkingsverband aangegaan in de vorm van een werkgroep die toeziet op MVO. Deze kijkt inmiddels verder dan enkel de textielsector.
Voordewind stelde ook voor om een lijst op te stellen van risicolanden en producten naar voorbeeld van de Verenigde Staten (VS). Na een kort reces krijgt Bleker van zijn ambtenaren te horen dat het ministerie de lijst van de VS inmiddels gebruikt bij het beoordelen van subsidieaanvragen. Het is niet de bedoeling dat de lijst functioneert als een handelsblokkade. De huidige lijst is het resultaat van diepgaand Amerikaans onderzoek naar kinderarbeid in de textielsector. Hij is volgens Bleker daarom niet uit te breiden naar andere sectoren.
Controle
De vraag is echter hoe controle en verantwoordelijkheid samenkomen op het gebied van MVO. Rapporten over controlemechanismen als de transparantiebenchmark en de corporate governance code geven volgens verschillende Kamerleden weinig uitsluitsel.
Keurmerken waren in het algemeen aanleiding tot discussie. Afke Schaart (VVD) vindt dat er geen sprake moet zijn van een ‘keurmerkencircus’. Schaart meent dat het Nederlandse bedrijfsleven over het algemeen goed presteert op het gebied van MVO. De markt moet vooral de kans krijgen haar werk te laten doen en niet met onnodige regels worden opgezadeld. In het tweede termijn uitten onder meer de SP, GL en de PvdA hun hoop dat Bleker ‘zijn oren niet teveel laat hangen naar de VVD.’
Bleker is het deels met Schaart eens en stelt dat ‘een keurmerk niet een doel op zichzelf moet zijn. De schijnheiligheid van een keurmerk kan dan opspelen.’ Maar de staatssecretaris verzekert de andere partijen ervan dat hij zichzelf niet herkent in vrijblijvendheid.
Doorgeschoven
Al gelooft Bleker niet in vrijblijvendheid, toch worden veel kwesties doorgeschoven. Bleker heeft toegezegd om de scores van bedrijven op de transparantiebenchmark openbaar te maken. Daarnaast gaat de staatssecretaris jaarlijks rapporteren over de manier waarop MVO is aangekaart rondom handelsmissies. Op de agenda staat nu onder meer: een brief van de voortgang actorisatie van handelspraktijken, de lijst van bedrijven en hun score op transparantiebenchmark met een focus op bedrijven met een nul-score en weer aandacht voor de motie Wiegman inzake jaarverslagen. Bovendien komt er in de tweede helft van 2012 meer informatie over diversiteit en participatie van vrouwen aan de top, de gedragscode en de steenkolendialoog.
Aan het eind van deze maand of begin mei kunnen we volgens Bleker informatie verwachten over zijn samenwerking met staatssecretaris Ben Knapen en minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken en minister Maxime Verhagen van Economische Zaken over de combinatie van de OESO-richtlijnen over MVO en het bedrijfsleveninstrumentarium. SP-lid Sharon Gesthuizen vindt echter dat we, ‘gas geven met de handrem erop’.