
‘Humanitaire hulp plakt alleen pleisters’
De in december gepubliceerde nota-analyse ‘Hulp aan mensen in nood’ van staatsecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken was voor de Tweede Kamer een aanleiding voor een debat, want ‘de nota bevatte geen duidelijke analyse, geen duidelijk strategisch plan en ontbrak aan ambitie’, aldus PvdA, Groenlinks, D66, Christen Unie, CDA, VVD, SP en de PVV. Hoe onduidelijk de nota ook was, des te helderder waren de antwoorden van Knapen tijdens het debat, volgens de Kamerleden.
Het standpunt van de PVV tijdens de huidige bezuinigingsronde is duidelijk tegen ontwikkelingssamenwerking, maar voor noodhulp. De andere partijen zijn het hier niet mee eens. Humanitaire hulp is de meest ineffectieve manier van hulp geven en bovendien erg duur. Het zou juist veel beter zijn om je te richten op de preventie van rampen en niet op plakken van pleisters.
Worsteling en geleerde lessen
Knapen vindt het moeilijk om bij humanitaire hulp structuur van een aanpakplan en de ramp aan elkaar te koppelen en die te verantwoorden. Hij stelt dat daartussen een spanningsveld ligt, omdat in het ene land de crisis anders en groter is dan in het andere. ‘Je kan de structuur niet van de een op andere dag veranderen. Bovendien kan een strakke structuur je plan van aanpak ter plaatse inperken. Aan de andere kant kan een te losse aanpak weer zorgen voor chaos. We kunnen hooguit de routes aangeven die we willen bewandelen’, aldus de staatsecretaris.
Knapen stelt dat wel geleerd is van de rampen van de afgelopen jaren en brengt twee punten naar voren: ‘Het is belangrijk samen te werken met de lokale capaciteit om de overgang tussen ramphulp en wederopbouw beter te organiseren. Bovendien kunnen lokale instituties veel beter dan wij bepalen naar welke soort hulp er vraag is, om zo de kans van opbouw te vergroten.’
Verantwoording
Geleerde lessen zijn prima, maar hoe zit het dan met het geld voor Haïti? Geld voor Haïti staat nog steeds rente te trekken op de bank en in de nota staat vrij onduidelijk wat daarmee gaat gebeuren, meenden de Kamerleden. Over Haïti wil de staatssecretaris misverstanden de wereld uit helpen: ‘De noodhulp aan Haïti gaat nog door tot 2014. 60% van de opbrengst van actie Giro 555 is uitgegeven aan directe middelen als onderdak en voedsel. Je kunt echter maar een bepaald bedrag kwijt aan noodhulp. Het nodige moet eigenlijk nog gebeuren. Het resterende geld is bijvoorbeeld bedoeld voor de stap van een tent naar een huis.’
‘Als het gaat om internationale verantwoording van de Verenigde Naties is daar nog weinig zicht op. Er zijn stappen om de transparantie te verbeteren maar daarin is de stem van Nederland niet doorslaggevend. We hebben te maken met veel meer lidstaten die onderling erg van mening verschillen. Niet elk land is daarin hetzelfde als Nederland, maar we proberen dit onderwerp bij internationale vergaderingen consistent aan te kaarten’, aldus Knapen.
Pleisters
De meerderheid van de Kamerleden vindt dat noodhulp niet alleen het plakken van pleisters moet zijn, want dat is niet effectief genoeg. Het is beter om rampen te voorkomen door in te zetten op langdurige hulp. Knapen deelt deze mening en stelt dat de regering juist ook langdurige programma’s heeft lopen die bijdragen aan de voorkoming van rampen zoals hongersnood. Maar niet elke ramp is te voorkomen. Bovendien is noodhulp geen ambitie maar een passie. De ambitie komt pas om de hoek kijken bij de vraag van effectiviteit.
Dan rijst de vraag of humanitaire hulp niet moet worden opgenomen in de strategische plannen van partnerlanden (Groenlinks en de VVD). Knapen kan daar wel inkomen, maar wil niet op de zaken vooruit lopen, omdat hierover internationaal druk wordt gediscussieerd.
Als het gaat om wederopbouw en je te maken krijgt met de overgang van rampbestrijding naar structuur ontwikkeling is het wel effectiever om te kijken naar de partnerlanden en hoe onze programma’s passen in preventie en weerbaarheid. Volgens Knapen is het daarom een goed idee om dat onder te brengen in de jaarlijkse strategische plannen.