
Vrijdagmiddagborrel: Mondiaal burgerschap
Vandaag gaat hoofdredacteur Marc Broere in op mondiaal burgerschap, een begrip dat haar come-back lijkt te hebben gemaakt in de ontwikkelingssector. Maar wat hij deze week meemaakte in zijn eigen omgeving had weinig met mondiaal burgerschap te maken.
Mondiaal burgerschap. Het is een term die opeens weer veel gebruikt wordt in de ontwikkelingssector. Ben Knapen vindt dat de MFS-organisaties hun activiteiten meer op Nederland moeten gaan richten in de toekomst, om zo mondiaal burgerschap in de samenleving te bevorderen. Dat was een opvallende move in het beleid van de staatssecretaris die afgelopen jaar nog het subsidieloket dat juist bedoeld was voor het promoten van mondiaal burgerschap, SBOS, tot in ieder geval januari 2013 op slot deed. Maar nu klinkt het opeens weer als buzzword rond: mondiaal burgerschap. Over wat dat dan precies inhoudt, daar kunnen we denk ik wel enkele weken over doordiscussiëren op deze site. Als we dat tenminste zouden willen.
Collecteweek
Zelf heb ik er de afgelopen dagen ook veel over nagedacht, vanwege enkele zaken in mijn thuissituatie. Deze week werd er in het hele land namelijk gecollecteerd voor Amnesty International. Mijn echtgenote was een van de waarschijnlijk enkele duizenden vrijwilligers in Nederland die iedere avond rond etenstijd langs de huizen ging om te collecteren voor deze mensenrechtenorganisatie. Ze had onze eigen wijk en werd er niet vrolijk van, en ik evenmin. Veel mensen reageerden ronduit negatief, alsof er een Jehovagetuige langs de deur kwam. De eerste blik was meestal wel beleefd, maar toen de blik afdaalde naar de naam van Amnesty International op de collectebus, was het opvallend vaak: dáár geven we niet aan, dáár doen we niet aan.
Regelmatig kreeg ze te horen van mensen dat ze alleen aan goede doelen in Nederland geven en dat er bij organisaties die zich met buitenlandse goede doelen bezighouden te veel aan de welbekende strijkstok blijft hangen. Mijn echtgenote collecteert tevens één week per jaar voor de Hartstichting. Het is haar opgevallen dat de ontvangst aan de deuren in die week altijd veel hartelijker is en je daar zelden een sneer naar je hoofd krijgt. En dit terwijl nu juist de Hartstichting enkele jaren geleden in opspraak kwam, omdat de directeur ruim 170.000 euro per jaar verdiende. Het is opvallend hoe beeldvorming kennelijk selectief werkt. Want in de beeldvorming van veel Nederlanders bestaan hoge directiesalarissen en strijkstokken kennelijk vooral bij goede doelen die zich met mondiale onderwerpen bezighouden.
Nep-Nederland
Nog verontrustender vond ik de verhalen deze week van mijn oudste zoon van 13 die in de brugklas zit op het VWO. Toen in een van de lessen de politiek ter sprake kwam in de klas, bleek dat meer dan de helft van zijn 29 klasgenoten op de PVV zou stemmen. Ook hier kwamen alle inmiddels wel bekende uitspraken voorbij: Wilders durft ten minste voor zijn mening uit te komen, Wilders zegt waar het op staat. Toen mijn zoon zei dat hij op GroenLinks of anders D66 of de SP zou stemmen, werd hij uitgelachen in de klas. Dat is slecht voor de economie, zeiden z’n klasgenoten. Ook het woord ‘linkse hobby’s’ viel, evenals de opmerking dat het bij linkse partijen niet gaat om Nederland maar ‘de wereld daaromheen.’ De meest bizarre uitspraak was van een klasgenoot die zei: ‘GroenLinks is voor een nep-Nederland.’ Gelukkig trekt mijn zoon zich hier allemaal niets van aan.
Hoe breng je mondiaal burgerschap naar een modale wijk in een groeikern van 30.000 mensen onder de rook van Arnhem? Hoe mondiaal burgerschap te brengen naar de leerlingen van het Candea College in Duiven? Gelukkig is de school van mijn zoon ook heel actief voor projecten in Ghana en krijgen leerlingen in de bovenbouw zelfs de kans om naar dit land toe te gaan. ‘Het Ghana project van het Candea’ is een begrip in onze omgeving. Ik hoop dat de klas van mijn zoon er ook snel mee in aanraking komt.
Tandarts
De voornaamste troost deze week was mijn tandarts. Ik heb al twintig jaar dezelfde tandarts in Arnhem. Toen ik vroeger zei dat ik me als journalist met Afrika en met ontwikkelingssamenwerking bezighield, hoorde ik ook van hem alle vooroordelen voorbij flitsen. Ik kan u verzekeren dat het moeilijk terugpraten is als je met open mond op een tandartsstoel ligt. Maar ik heb mijn tandarts door de jaren heen zien veranderen. Hij is gaan reizen, heeft een huis op Aruba gekocht, is veel ruimdenkender geworden en nu ook oprecht geïnteresseerd in wat ik doe. Toen het jubileum van zijn praktijk werd gevierd, is er geld ingezameld voor een tandartsproject in Afrika. Is dat mondiaal burgerschap? Mijn gevoel zegt van wel.
Mijn tandarts en ik kankeren tegenwoordig samen op Geert Wilders en hij vertelt me hoe aardig Arubanen zijn en dat ik daar een keer naartoe moet. En zeg nu zelf: wie hoor je in Nederland nog positief en zonder vooroordelen praten over Arubanen? Zo maakte de tandarts mijn week weer goed en vind ik het bijna jammer dat de ‘volledige wortelkanaalbehandeling per element met 1 kanaal’ er weer opzit.