
Knapen: zwaartepunt ngo’s meer op Nederland
Een belangrijke rol voor ngo’s moet in Nederland komen te liggen. Dat zei staatssecretaris Ben Knapen afgelopen zaterdag op een jubileumbijeenkomst van de NCDO in Amsterdam. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en mondiaal burgerschap lijken twee belangrijke elementen te zijn in Knapen’s visie op de toekomst van ngo’s.
Een week na het uitkomen van het non-paper over de toekomst van Nederlandse ngo’s, komt Knapen met een uitgebreidere visie over ontwikkelingshulp en de rol van het maatschappelijk middenveld. Waar Knapen in het non-paper vooral vragen stelde en trends schetste, gaf Knapen afgelopen zaterdag een beetje meer prijs van zijn kijk op ontwikkelingshulp in het algemeen, en de rol van ngo’s in het bijzonder.
Zoals Knapen al eerder heeft aangegeven, is de tijd van de klassieke ontwikkelingssamenwerking (rijke, westerse landen geven hulp aan arme landen) voorbij. Er verschijnen nieuwe spelers, zoals de Bill en Melinda Foundation, India en China. Het armoedepatroon verandert: het aantal arme landen neemt af, en het aantal arme mensen ook. Arme mensen wonen daarbij vaker in middeninkomenslanden. Elites daar dragen zelf de verantwoordelijkheid over herverdeling, vindt Knapen.
Staten worden minder belangrijk. Voor problemen als klimaatverandering, migratie of het internationale financiele systeem, moeten ngo’s, burgers, bedrijven en universiteiten betrokken worden.
Makelaars en allianties
Ontwikkelingssamenwerking gaat daarom niet meer over herverdeling van de welvaart van rijke naar arme landen, zegt Knapen. De overheid zou meer een makelaar moeten zijn in internationale verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld door met Chinezen ervaringen uit te wisselen met problemen op het gebied van milieu, veiligheid en werkomstandigheden. En met Singapore gaat Nederland kennis en kunde bundelen in het opzetten van een waterproject.
Dit zijn voorbeelden van een nieuwe realiteit, volgens Knapen. ‘Het monopolie van traditionele donoren bestaat niet meer. Behalve voor echt arme landen, gaat het niet meer om geld van noord naar zuid. Het gaat wel om allianties. Nationaal en internationaal, publiek en privaat.’, aldus Knapen.
Focus op de burger
Wat komt er in de plaats van de klassieke, brede ontwikkelingssamenwerking?, vraagt Knapen zich af. Drie issues zijn volgens hem belangrijk: mondiaal burgerschap, maatschappelijk verantwoord ondernemen, en particuliere initiatieven. Daarbij legt hij een belangrijk deel van het antwoord op de nieuwe rol van ontwikkelingssamenwerking, in handen van de burger. Verantwoordelijk voor 90 % van de geldstromen van Noord en Zuid, zijn het volgens Knapen burgers die middels hun consumentengedrag, een belangrijke rol spelen op het gebied van duurzaamheid. Knapen: ‘In mijn ogen draait burgerschap meer en meer om de vraag of deze geldstromen ten gunste dan wel ten nadele komen van welvaart en welzijn van mensen. Of geldstromen bijdragen aan duurzaamheid, aan een wereld waarin iedereen een beetje fatsoenlijk kan leven en waar we een beetje fatsoenlijk met onze planeet omgaan.’ Collectief eigenbelang, noemt Knapen het.
Aan ontwikkelingsorganisaties de taak om aan te sluiten bij de ‘noodzaak van mondiaal burgerschap’. De staatssecretaris verlegt daarbij het zwaartepunt van activiteiten in ontwikkelingslanden, naar activiteiten in Nederland.
Mondiaal burgerschap
Als bijvoorbeeld geeft hij de negatieve externe kosten van bedrijven. Als bedrijf X rijst koopt in land Y kan als gevolg van de opgestuwde rijstproductie het grondwater gevaarlijk zakken in land Y. De kosten van het dalende grondwater zou ook in de prijs doorberekend moet worden, zo redeneert Knapen.
Burgers, bedrijven en overheden moeten zich bewust worden van dit soort common goods en deze in hun gedrag en afspraken een plaats moeten geven. Zo zouden bedrijven nieuwe rapportagesystemen kunnen ontwikkelen waarin duurzaamheid een kernindicator wordt.
Burgers, of, in de woorden van Knapen, ‘consumenten’, kunnen zelf dit soort veranderingen aanstuwen. Ngo’s, zoals ICCO, Oxfam en Hivos, zouden dit soort zaken onder de aandacht moeten brengen bij de Nederlandse consument. ‘Hier ligt in mijn visie een belangrijk deel van de toekomst voor Nederlandse ngo’s’, aldus de staatssecretaris.
Een stukje van Knapen’s visie op de toekomstige rol van ngo’s is hiermee prijs gegeven. Of deze focus op mondiaal burgerschap overkoepelend is voor zijn gehele visie, is de vraag. Tenslotte werd deze speech gegeven op de lustrumdag van het NCDO, dat mondiaal burgerschap als kernthema heeft. De andere stukjes van de puzzle laten nog op zich wachten.
Lees hier de hele speech van staatssecretaris Knapen.