Het nieuwe SNV: internationaler en flexibeler

Allert van den Ham zwaait tegenwoordig de scepter bij SNV na een periode als interim-directeur bij diezelfde organisatie. Hij voerde een reorganisatie door en stippelde een nieuwe strategie uit richting een toekomst waarin zijn organisatie onafhankelijk moet zijn van overheidssubsidie. Vandaag het eerste deel van een uitgebreid gesprek met Van den Ham over het nieuwe SNV. ‘Als de buitenwereld tegen ons zegt dat we niet goed genoeg zijn of dat we niet meer nodig zijn, dan houdt het op voor ons.’

Allert van den Ham maakte twee maanden geleden sceptische reacties los op viceversaonline.nl toen bekend werd dat hij SNV ging leiden vanuit de Vietnamese hoofdstad Hanoi als vaste directeur na een periode als interim. Daarnaast werd bekend dat hij de directeursfunctie bleef combineren met het leiden van het SNV-programma in Azië. Uitspraken als, ‘if something sounds too good to be true, it probably is’, werden van stal gehaald in de reacties op de website.
Eenmaal op zijn kantoor in Den Haag dringt zich dan ook snel de vraag op of dit nou zijn echte directeurskantoor is of dat we daar toch echt voor in Hanoi moeten zijn. Maar volgens Van den Ham zien we het verkeerd. ‘Ik vind dat geen relevante vraag. Ik ben directeur en combineer dat met andere taken. Dat is een functie en waar ik ben is die functie. Mijn archief is digitaal. Het is niet meer zo belangrijk waar mijn kantoor staat. Mijn collega’s zitten hier en net zo goed in Afrika en elders. Onze directievergaderingen doen we altijd via videoconferencing, een soort van Skype. Je moet je voorstellen dat ik bij videoconferencing op mijn laptop in Hanoi een vergaderzaal zie met de directie en zij zien mijn hoofd op een groot televisiescherm in de zaal. De kwaliteit is erg goed. We hebben er een tijdje terug al in geïnvesteerd en het kost nu 10 euro per maand per locatie.’
Alleen intern communiceren ze via videoconferencing. Maar hij sluit niet uit dat hij ooit nog op deze manier contact krijgt met externe partijen als staatssecretaris Ben Knapen van ontwikkelingssamenwerking: ‘Ik zie niet waarom dat in de toekomst niet kan.’ En de tijdsverschillen? ‘Een kwestie van aanpassen. Als mijn collega in Washington vroeg uit de veren is en belt dan is het bij mij al avond in Hanoi.’

Oorspronkelijk had Van den Ham niet voor ogen dat hij de vaste directeur werd na zijn periode als interim directeur die in april 2011 begon. Aan het einde van zijn tijd zocht SNV naar een geschikte kandidaat. ‘Maar die konden ze niet vinden. De Raad van Toezicht van SNV kwam toen weer bij mij uit. Ik heb er over nagedacht en gezegd dat ik het wil doen. Maar ik had een beeld van een internationaler en flexibeler SNV dat veel meer ondersteund werd door nieuwe communicatietechnologieën. Daar gingen ze mee akkoord.’

En zo geschiedde het. Van den Ham vliegt nu bijna elke week in het teken van een internationaler SNV naar een ander continent in economy class. Fysiek weet hij het vol te houden. ‘Ik doe het nu acht maanden en ik heb er nog geen terugslag van gehad. Misschien zeg ik over een jaar dat dit het toch niet is. De tijd zal het leren.’

Wat vindt mevrouw Van den Ham die in Hanoi woont hiervan?
Lachend:  ‘Ze is hier gematigd positief over, maar ze begrijpt het. Zelf werkt ze ook in het ontwikkelingswereldje.’

Hoe reageren collega’s op een internationaler en flexibeler SNV?
‘Met name de medewerkers uit de regio’s waar SNV actief is, zijn positief. Ze herkennen dat het veld er toe doet in deze organisatieverandering.’

Hoe uit deze verandering zich?
‘We hebben het aantal sectoren waarin we actief zijn teruggebracht van zeven naar drie. We kiezen voor water, renewable energy en landbouw. Daarnaast willen we per sector een directeur hebben die in het veld zit en onderdeel is van de directie. Deze functie komt in plaats van de regiodirecteuren waar we nu mee werken. Het gevolg hiervan is dat de directie binnen SNV voor het eerst niet alleen uit generalisten bestaat zoals ik zelf. Maar ook uit leden met verstand van een van onze sectoren en die in het werkveld zitten. Volgens mij geeft dit meer inspiratie voor onze organisatie. Mijn Vietnamese collega’s in het veld bijvoorbeeld hebben andere ideeën en denkbeelden dan ik. Het senior management bestond vroeger uit negen mensen. Dat worden er nu vijf: twee directeuren en drie sectordirecteuren. Deze veranderingen zijn kostenbesparend en geven directere lijnen.’

Hoe kwamen jullie tot deze drie sectoren?
‘Het was niet echt rocketscience. We zaten in zeven sectoren en wilden dat terugbrengen om te investeren in de kwaliteit. De eerste inzet maakten we op basis van een zelfanalyse waarin we onderzochten in welke sectoren we denken de grootste  toegevoegde waarde te hebben, waar we het verschil kunnen maken en of er internationaal (financiële) steun voor is.  In onze optiek vonden we de toegevoegde waarde van de andere sectoren relatief minder dan die we kozen.’

Dus bijvoorbeeld jullie oude sectoren als educatie en gezondheid zijn niet belangrijk?
‘Nee, ze zijn verschrikkelijk belangrijk. Maar het is de vraag of SNV de beste is in het internationale speelveld op dit terrein. Ik denk bijvoorbeeld dat Unicef beter is met onderwijs. Wij hebben meer toevoegde waarde in bepaalde onderdelen van de water-, renewable energy – en landbouwsector.’

Staatssecretaris Knapen van ontwikkelingssamenwerking legt ook de focus op water en landbouw. Toeval?
‘Wij maakten de keuze al in januari (2011, red.). Hij deed dat pas in maart.’

Dus als ontwikkelingsorganisatie kwamen jullie tot dezelfde conclusie?
‘We  concentreerden ons op basis van onze eigen analyse en wat buitenstaanders zeiden. Het heette het 2015-plus traject. Dat was al bezig voordat ik hier kwam. SNV sprak destijds onder meer met Peter van Lieshout (WRR, red.), maar ook met internationale mensen uit de sector. Over het algemeen leverde dat het beeld op dat je het speelveld moest verkleinen voor meer kwaliteit. Daarnaast heeft SNV voor het derde jaar op rij een korting gehad op de subsidie. Onze middelen worden verminderd en daardoor moeten we ons nog meer uitvinden terwijl we ons beperken.’

Jullie focussen jezelf op dezelfde terreinen als Knapen. Onlangs kwam hij met een Kamerbrief over water. Betrok hij jullie bij de vorming van zijn beleid?
‘Wij waren niet actief betrokken bij de vormgeving van dit beleid. Ik had het prettig gevonden als ik er bij betrokken was.’

Knapen is duidelijk op zoek naar nieuwe spelers in de ontwikkelingssector. Hij neigt erg naar het bedrijfsleven. Passeert hij hierdoor niet jullie expertise?
‘In zijn analyse over het speelveld zegt hij dat er nieuwe actoren zijn. Het is heel verstandig om die actoren erbij te betrekken. Wij zitten al in dat werkveld. Waar ambtenaren komen en gaan, blijft SNV meestal wel op dezelfde plek actief. Ik heb aan Knapen voorgesteld om toch te overwegen  institutioneel samen te werken op onderwerpen. Daar wil hij niet aan beginnen. Hij wil de sector op afstand houden. Ik begrijp dat wel.’

Waarom houdt hij de sector op afstand?
‘Misschien speelt het verleden van SNV een rol of denkt hij dat het goed is om die actoren op afstand te houden, want dan kan hij zich ervan distantiëren en niet betrokken worden bij allerlei interne perikelen. Dat geldt ook voor het bedrijfsleven. Als er een havenproject mislukt in Guatemala van een bedrijf, dan is hij daar niet verantwoordelijk voor, want hij heeft een contract met de uitvoerder. Toch denk ik dat wij een hele constructieve rol kunnen spelen als het gaat om de kwaliteit van de hulp. De Duitse regering staat er heel anders in dan Knapen. Zij hebben GIZ (Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit, red.). Dat lijkt op ons, maar dan tien keer zo groot. Alle aandelen zijn in handen van de Duitse overheid. Het is echt een instrument in hun buitenlandbeleid.’

Na 2015 wil het ministerie van Buitenlandse Zaken dat SNV door kan zonder overheidssubsidie. Tot voor kort waren ze voor 90 tot 95 procent afhankelijk van de overheidssteun. In 2012 kan de organisatie nog op 70 miljoen euro rekenen, maar in 2015 is dit teruggebracht naar 55 miljoen. Het geld moet dus uit andere bronnen komen in de toekomst.

Kan ik binnenkort donateur worden bij SNV?
‘Als je de kosten van fondsenwerving en het veroveren van een positie op die markt naast de opbrengsten daarvan legt, dan is het hartstikke lastig om daar meer inkomsten uit te halen. We zijn een organisatie met Nederlandse wortels, maar je ziet dat de financiering steeds meer van buitenlandse spelers komt. We moeten ons daarin positioneren en internationaler worden. De Bill Gates Foundation werkt met ons, omdat ze denken dat wij hun doelstellingen naderbij kunnen brengen. Als je meer van dit soort samenwerkingsverbanden krijgt, doe je het goed en loont het om in ons te investeren. Als de buitenwereld tegen ons zegt dat we niet goed genoeg zijn of dat we niet meer nodig zijn, dan houdt het op voor ons.’

Kun je zeggen dat jullie een consultancybedrijf worden?
‘Wij zijn een publieke organisatie die waarden gedreven is in de zin dat armoedebestrijding de kern van ons werk is. Onze producten horen in het publieke domein en zijn niet van ons. Een commerciële consultant wil business en handel. Die gooit zijn eigen markt niet in elkaar door lokale concurrenten in het zadel te helpen.’

En jullie wel?
‘Er zijn programma’s waar in het begin heel veel SNV’ers bij betrokken waren en nu bijna niemand meer. Eerst waren wij de hoofdaannemer van een programma in Nepal en lokale organisaties bijvoorbeeld de subcontractors. Nu is de lokale partij in sommige programma’s hoofdaannemer en leveren wij op een aantal deelterreinen diensten. Als wij iets doen wat een lokale partij kan overnemen dan moeten wij zeggen: uitstekend, we stoppen ermee!’

Je hebt een lange en mooie carrière achter de rug. Zie je het directeurschap als kroon daarop?
‘Het vaste directeurschap was oorspronkelijk niet de bedoeling. Maar ik vind deze functie harstikke leuk. Ik heb een contract van vier jaar en daarna gaan we weer kijken. Er zijn dan weer allemaal nieuwe dingen. Ik zie dit niet als mijn eindpunt. Eerst dit maar doen.’

Morgen het tweede deel, ‘Steve Jobs als inspirator voor de sector’, waarmee de nieuwe SNV directeur zijn bijdrage levert aan de N van NGO discussie.

Auteur
Jeroen Aerts

Datum:
06 februari 2012
Categorieën: