‘Grote potentieel particuliere initiatieven voor mondiaal burgerschap onbenut’

Vanaf vandaag schrijft Adjunct-directeur Robert Wiggers van Wilde Ganzen iedere twee maanden bij het verschijnen van de nieuwe Vice Versa een column op deze site. In zijn eerste bijdrage reageert hij op de speech van staatssecretaris Ben Knapen bij het jubilerende NCDO met betrekking tot de particuliere initiatieven (pi’s) en mondiaal burgerschap. ‘Ik roep de Oxfam Novibs van ons land op om met inzet van alle middelen te trachten particuliere initiatieven bij hun campagnes rond thema’s van mondiaal burgerschap te betrekken en hen in samenwerking met NCDO en Wilde Ganzen ook op dat vlak te versterken.’

Door Robert Wiggers

Staatssecretaris Ben Knapen kondigde in zijn toespraak tot het jubilerende NCDO het einde aan van ontwikkelingssamenwerking ‘oude stijl’. Hij wees op de opkomst van nieuwe spelers als de Gates Foundation en nieuwe landen als China, India en Brazilië en het feit dat veel armen steeds vaker in middeninkomenslanden wonen waar elites vooral zelf de verantwoordelijkheid dragen voor herverdeling binnen de eigen landsgrenzen. Ook het gegeven dat een puur statelijke benadering geen soelaas biedt voor zaken als klimaatverandering, migratie of het internationale financiële systeem noemde hij.

Dit alles maakt volgens de staatssecretaris dat er een nieuw beleid en een nieuwe taal moet komen. De overheid moet volgens hem de rol op zich nemen van makelaar in internationale verantwoordelijkheid.

Individuele gedrevenheid
Wat komt er volgens Knapen in de plaats van de klassieke, brede ontwikkelingssamenwerking? Hij zoekt het antwoord in mondiaal burgerschap, maatschappelijk verantwoord ondernemen en veel individuele gedrevenheid. ‘Particuliere initiatieven, dus. Met andere woorden: de discussie over ontwikkelingssamenwerking na 2015 ─ eindjaar van de Millenniumdoelen ─ hangt nauw samen met het debat over de toekomst van de civil society.’

In zijn toespraak tot NCDO is Knapen niet helder in wat hij precies onder ‘particuliere initiatieven’ verstaat. Hij lijkt een onderscheid te maken tussen organisaties als Oxfam Novib, ICCO en Cordaid enerzijds. Volgens hem zouden deze ook in Nederland actief moeten worden om mondiaal burgerschap op de agenda te houden. Anderzijds verstaat hij hieronder mensen met een eigen kleine ngo die dienen goed te doen zonder tegelijkertijd ook kwaad te doen; de eigenlijke particuliere initiatieven.

Jammer
Knapen gaat daarbij voorbij aan een punt dat hij zelf in zijn toespraak maakte: het belang van allianties. Het is jammer dat onder MFS-II, in tegenstelling tot MFS-I, de projecten van de eigenlijke particuliere initiatieven nauw moeten aansluiten bij het projectenbeleid van Oxfam Novib, ICCO en Cordaid. Dit moeten zij doen als ze voor overheidssubsidie in aanmerking willen komen.

Het is ook jammer dat particuliere initiatieven voor activiteiten rond mondiaal burgerschap hierdoor alleen nog maar terecht kunnen bij de Subsidiefaciliteit Burgerschap en Ontwikkelingssamenwerking (SBOS). En jammer dus ook dat SBOS in ieder geval voor het jaar 2012 bevroren is en met de bezuinigingen die op stapel staan misschien ook voor 2013 en2014 in de gevarenzone verkeert.

Het valt nu op dat weinig particuliere initiatieven een aanvraag onder SBOS hebben ingediend en dat nog minder van hen financiering hebben gekregen. Pi’s zelf geven aan dat SBOS te weinig mogelijkheden biedt voor de financiering van hun overzeese projecten: hun core business. En zij klagen dat zij daarvoor vaak ook niet meer terecht kunnen bij Oxfam Novib, ICCO en Cordaid. Hun projecten sluiten namelijk dikwijls niet aan bij het landen- of themabeleid van die grote broers. Sinds het verdwijnen van het KPA-programma van NCDO kunnen ze als dit het geval is alleen nog maar met een grote kans van slagen aankloppen bij Wilde Ganzen voor medefinanciering van hun projecten. Wilde Ganzen ziet namelijk het ondersteunen van particuliere initiatieven met zelf geworven particuliere middelen als haar kerntaak.

Ik vraag mij af of de scherpe scheiding tussen MFS-II en SBOS, als dat weer opengaat, niet moet worden opgeheven. Moeten de kleine particuliere initiatieven en hun grote broers niet in staat worden gesteld om juist ook op het vlak van mondiaal burgerschap allianties aan te gaan?

Enorm potentieel
Particuliere initiatieven hebben een enorm potentieel dat blijkbaar meer is dan zij zich realiseren om bij te dragen aan mondiaal burgerschap. Dit komt door hun hele directe betrokkenheid bij hun achterban en door de concrete projecten waarvoor zij mensen met veel inzet en betrokkenheid enthousiast weten te maken. Haar achterban vertrouwt ze misschien wel meer dan hun grote broers.

Als zij leren om hun projecten in een breder kader te plaatsen, dan kunnen zij een grotere invloed hebben op het gedrag van Nederlandse burgers dan alleen het geefaspect daarvan. Die verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een betere wereld, anders dan via hun projecten, moeten zij leren op te rapen.

Zichzelf te kort
De grote broers zijn bij het ontwerp van de vaak uitstekende campagnes die zij opzetten, vaak voorbij gegaan aan dat enorme, onbenutte potentieel van particuliere initiatieven. Daarmee doen zij niet alleen de pi’s, maar ook zichzelf te kort: hun bereik zou veel groter kunnen zijn als pi’s hun campagnes ondersteunen door er hun naam aan te verlenen, hun schouders op lokaal niveau er onder te zetten en hun eigen projecten in te zetten om het punt te illustreren dat een campagne wil maken.

De Groene Sint campagne van Oxfam Novib bijvoorbeeld had alle pi’s in Nederland kunnen uitnodigen om de supermarkten en drogisterijen in hun woonplaats aan te spreken op hun chocoladeverkoopbeleid. En de pi’s die actief zijn in een cacao-producerend land als Ghana hadden met hun projecten kunnen illustreren hoe noodzakelijk het is dat cacaoboeren én andere producenten in Ghana onder fatsoenlijke omstandigheden kunnen werken, dat zij een eerlijke prijs krijgen voor hun producten en dat hun kinderen naar school kunnen gaan.

Andere aanpak
Dat het grote potentieel van particuliere initiatieven voor mondiaal burgerschap vooralsnog vrijwel onbenut blijft, vraagt om een andere aanpak; om het creëren van veel meer synergie tussen de verschillende  financieringsstromen. Denk hierbij aan subsidies voor projecten en mondiaal burgerschap en bijdragen uit particuliere middelen. Ik roep particuliere initiatieven op om blijvend veel aandacht aan hun projecten te besteden (de staatssecretaris heeft gelijk toen hij zei bij het NCDO dat goed ook kwaad kan doen), maar ook om bij hun lokale achterban middels diezelfde projecten veel meer aandacht te vragen voor de mondiale consequenties van ons handelen. Ik roep de Oxfam Novibs van ons land op om met inzet van alle middelen te trachten particuliere initiatieven bij hun campagnes rond thema’s van mondiaal burgerschap te betrekken en hen in samenwerking met NCDO en Wilde Ganzen ook op dat vlak te versterken.

Laat dan de overheid de nieuwe allianties middels SBOS en anderszins faciliteren. Dit in de rol van makelaar in internationale verantwoordelijkheid die staatssecretaris Knapen graag ziet.

 

Robbert Wiggers (1956) is Adjunct directeur van Wilde Ganzen. Historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van Afrika. Werkt aan een proefschrift over Nederland en Congo. Werkzaam geweest bij NUFFIC, CESO, Vrije Universiteit, Rijksuniversiteit Leiden en ICCO. Heeft in de periode 1995-2001 de Nederlandse NGO’s vertegenwoordigd bij de Europese Commissie in Brussel.

Auteur
Robert Wiggers

Datum:
24 februari 2012
Categorieën: