
Promotie Thomas de Hoop: ‘Sociale normen zijn sterk gerelateerd aan de impact van ontwikkelingsprogramma’s’
In Nijmegen ontving PhD student Thomas de Hoop afgelopen dinsdag zijn doctorsgraad uit handen van zijn promotor, hoogleraar Ruerd Ruben. Dit gebeurde nadat hij een kritisch vragenvuur had doorstaan over zijn proefschrift ‘How context matters for development effectiveness: A study into social norms and heterogeneous impacts’. Vice Versa was er bij en doet verslag van zijn bevindingen. Wat heeft hij precies onderzocht en op wat voor manier is zijn onderzoek relevant en vernieuwend voor de ontwikkelingssector?
Uitgangspunt van het proefschrift van Thomas De Hoop is dat er momenteel te weinig kennis bestaat over hoe context de effectiviteit van ontwikkelingsprogramma’s beïnvloedt. Het proefschrift richt zich met name op de relatie tussen sociale normen als contextfactor en de effectiviteit van ontwikkelingsprogramma’s. Om er achter te komen hoe deze relatie precies in elkaar steekt heeft De Hoop veldonderzoek gedaan naar ontwikkelingsprojecten in maar liefst drie verschillende continenten, in de landen Ghana, India en Peru. Aan de hand van zijn onderzoek naar zelfhulpgroepen in Orissa, India een verslag van zijn bevindingen.
Minder gelukkig door deelname aan zelfhulpgroepen
Thomas de Hoop beschrijft dat zelfhulpgroepen tegenwoordig de meest populaire strategie vormen voor empowerment van vrouwen in India. Deze groepen bestaan meestal uit 10 tot 20 vrouwen en worden geïnitieerd door ontwikkelingsorganisaties. Ze behandelen doorgaans thema’s als sparen, kredietprogramma’s en richten zich op het bevorderen van de rechten van vrouwen. Het gros van voorgaande onderzoeken naar deze groepen verklaren dat zelfhulpprogramma’s een positief effect hebben op de autonomie van vrouwen. Kwalitatief onderzoek laat echter zien dat verhoogde autonomie van vrouwen samengaat met het schenden van sociale gendernormen in Orissa, India.
Het overtreden van deze normen door leden van zelfhulpgroepen leidt tot sancties door niet-leden. Thomas de Hoop laat in zijn proefschrift zien dat het lidmaatschap van zelfhulpgroepen daardoor resulteert in een lager geluksniveau voor vrouwen in dorpen met relatief conservatieve gendernormen. In dorpen met meer liberale gendernormen resulteert de deelname aan zelfhulpgroepen wel in een hoger geluksniveau voor de vrouwelijke deelnemers.
Sociale normen beïnvloeden effectiviteit ontwikkelingsprogramma’s
De casestudy over zelfhulpgroepen in India illustreert De Hoop’s centrale punt dat sociale normen sterk gerelateerd zijn aan de effectiviteit van ontwikkelingsprogramma’s. Dit heeft tot gevolg dat resultaten van impact evaluaties niet zomaar gegeneraliseerd kunnen worden naar andere settings. Wel kunnen de resultaten van impact evaluaties in India nog steeds nuttige kennis verschaffen aan beleidsmakers in Ghana indien deze evaluaties ook inzicht bieden in de relatie tussen heterogene effecten van programma’s en contextuele kenmerken, aldus De Hoop.
Zijn proefschrift laat zien dat dezelfde sociale normen van belang zijn voor de effectiviteit van ontwikkelingsprogramma’s in verschillende geografische gebieden. De Hoop verklaart dat het waarschijnlijk is dat ontwikkelingsprogramma’s die streven naar de empowerment van vrouwen effectiever zijn in gebieden met relatief liberale gendernormen, zowel in Ghana als in India.
Invloed van ontwikkelingsprogramma’s op sociale normen
De relatie tussen sociale normen en de effectiviteit van ontwikkelingsprogramma’s betreft geen eenrichtingsverkeer. Het ontwerp van ontwikkelingsprogramma’s lijkt ook invloed te hebben op sociale normen in de gemeenschap, zo betoogt De Hoop. In tegenstelling tot de verwachtingen van hulporganisaties ontdekte hij dat krottenwijkbewoners in Peru aan wie een klein bedrag in cash wordt verstrekt bereid zijn om een groot deel van het ontvangen geld te investeren in een voorlichtingsproject over gezondheid; een publiek goed met vermeende voordelen op de lange termijn.
De Hoop: ‘Coöperatief gedrag is een noodzakelijke voorwaarde voor deze hoge investeringen en lijkt samen te hangen met relatief geringe voordelen uit ontwikkelingsprogramma’s in de vorm van cash en kennis.’ De Hoop concludeert hieruit dat het mogelijk lijkt om sociale normen te transformeren door kleine veranderingen in het ontwerp van ontwikkelingsprogramma’s.
Beleidsimplicaties
Wat zijn nu precies de implicaties van De Hoop’s bevindingen voor het beleid van ngo’s? Thomas de Hoop stelt dat internationale organisaties voorzichtig moeten zijn met conclusies over de opschaling van hun programma’s op basis van gemiddelde effecten uit impact evaluaties. Uitkomsten van impact evaluaties kunnen wel nuttig zijn om te gebruiken voor de selectie van begunstigden van ontwikkelingsprogramma’s wanneer deze evaluaties laten zien dat heterogene effecten van programma’s sterk samenhangen met contextuele karakteristieken en sociale normen in het bijzonder. Beleidsmakers kunnen de effectiviteit van ontwikkelingsprogramma’s vergroten door zich te richten op de gebieden met sociale normen die bevorderlijk zijn voor de doeltreffendheid van deze programma’s, aldus De Hoop.
De vraag blijft wat beleidsmakers zouden moeten doen in gebieden waar sociale normen ongunstig zijn voor de effectiviteit van ontwikkelingsprogramma’s. De Hoop stelt voor dat het wellicht verstandig is om in deze gebieden programma’s op te zetten die sociale normen in de gemeenschap kunnen veranderen.