Marinus Verweij (deel 1): ‘De overheid is steeds meer de spelregels gaan bepalen.’

Waar blijft ICCO in de discussie over de toekomst van ngo’s in de OS-sector? Tijd om polshoogte te nemen in Utrecht. Vice Versa ging op bezoek bij de voorzitter van de Raad van Bestuur van ICCO, Marinus Verweij, om naar zijn visie op de toekomstige rol van ICCO en andere ngo’s te vragen. Verweij blijkt de discussie aardig te volgen en schreef zelf ook een visiedocument. ‘Ook ICCO heeft duidelijke statements rondom het maatschappelijk middenveld. Het is tijd voor een herijking, want de sector is te verstatelijkt geworden.’

Het is redelijk stil geweest rondom ICCO in de discussie over de toekomst van het maatschappelijk middenveld in de ontwikkelingssector. Waarom trad u niet meteen in de voetsporen van René Grotenhuis (Cordaid) en Jan Gruiters (IKV Pax Christi) en bracht u pas kortgeleden uw visiedocument uit?

‘Wij wilden niet voor de troepen uitlopen, maar ook niet wachten op het non-paper van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De visie van ICCO is onafhankelijk van het non- paper en geeft ons eigen standpunt weer. Ook ICCO heeft duidelijke statements rondom het maatschappelijk middenveld. Al in 2005 was er een duidelijk besef dat decentralisatie en vernieuwing nodig was. Dit alles stond nog los van het debat over de bezuinigingen in de sector. ICCO wilde meer programmatisch werken, tweederde van de medewerkers in regiokantoren op locatie plaatsen en zo dichter op de partners zitten om hun stem en de veranderende rollen te accommoderen. Dat is het begin geweest van een duidelijke investering in onze toekomst.’

U komt zelf uit de zorgsector. Ziet u gelijkenissen tussen bezuinigingen daar en binnen de ontwikkelingssector?

‘Ook in de zorgsector zijn er altijd debatten over gesubsidieerde clubs. Het debat over de herijking van het medefinancieringskanaal in de OS-sector, dat zie je overal. In de zorgsector waren er clubs waarvan ik vijf tot tien jaar geleden dacht; die zijn voor eeuwig en gaan nóóit meer weg. Toch zijn ook deze organisaties verdwenen. De huidige periode in de OS-sector is een periode van herijking. De samenwerking tussen het maatschappelijk middenveld en de overheid is ontzettend succesvol geweest. Nederlandse organisaties hebben een enorm track record opgebouwd. Er is echter steeds meer discussie en spanning rondom het tweede medefinancieringsstelsel (MFS), dat nogal algemeen is en de MFS organisaties veel regeldruk bezorgt. Als je dat gaat vernieuwen is het een uitdaging om niet het kind met het badwater weg te gooien.’

Heeft onder meer de regeldruk van MFS eraan bijgedragen dat het managementdenken dat PhD student Willem Elbers constateert, steeds verder zijn intrede deed in de OS-sector?

‘Je zou er twee dingen over kunnen zeggen. Aan de ene kant is de intrede van de managementlogica een verklaarbare ontwikkeling. Je moet betrouwbaar zijn en kunnen uitleggen aan de burger dat wat je doet effect heeft. Dat vind ik prima, professionalisering is nooit verkeerd. Aan de andere kant is de manier waarop de overheid probeert de resultaten van ons werk te meten onrealistisch, en dat is ook waar Elbers opduikt. De overheid kiest duidelijk voor de cijfers, men wil meten op een vrij korte tijdshorizon. Dat kan je doen als je gaat meten hoeveel muskietennetten je uitgedeeld hebt, maar als je het hebt over ingewikkelde politieke processen, zoals conflicttransformatie of democratisering, dan moet je zo realistisch zijn om te zeggen dat we dat niet op een termijn van drie of vier jaar kunnen meten. Er is een steeds grotere druk op de programma’s om meer kwantitatieve methoden te gebruiken. Als we twintig jaar verder zijn en de geschiedenisboeken schrijven, denk ik dat we over de evaluaties toch constateren dat die evaluatieconclusies niet het hele verhaal vertellen.’

Denkt u dat er daarom een verschuiving plaatsvindt naar makkelijk meetbare en oppervlakkige thema’s?

‘Ja, dat is het risico dat je loopt. Korte termijn projecten zijn meestal goed meetbaar en hebben grotere kans op succes. Als dat betekent dat je dan de structurele problemen maar laat zitten, dan ben je wel kort door de bocht bezig.’

Is dit een reden om meer afstand te nemen van de overheid?

‘Je zou in algemene zin kunnen zeggen dat ik vind dat de sector te verstatelijkt is geworden. Dit heeft te maken met het effect van het financieringskanaal en wat er allemaal bij is komen kijken. We zijn heel erg close met de overheid. De discussie rondom MFS, de evaluaties en de verschillende thema’s zijn heel erg bepalend geworden voor wat ngo’s doen. Dat vind ik verkeerd. De rol van de overheid en de rol van het maatschappelijk middenveld verschillen. Dat je samenwerkt is prima, maar we zijn niet hetzelfde. Overheidsfinanciering heeft ertoe geleid dat de overheid steeds meer bepaalt wat de spelregels zijn. Dit is allemaal verklaarbaar, maar voor ICCO leidde dit naar twee vragen. Ten eerste: willen we financieel zo afhankelijk zijn van een enkele partij, de overheid? Zeventig procent van onze financiering komt uit MFS. Dat is al minder dan het aanvankelijk was, maar nog een groot deel natuurlijk. Deze vraag speelde al langer, maar is nu in turbostand gekomen vanwege de enorme klap van de bezuinigingen. Ten tweede wil ICCO een herijking van de eigen positie. Wat  betekenen wij als maatschappelijke organisatie? Het is de komende jaren erg belangrijk om aansluiting te vinden bij de Nederlandse maatschappij en het Zuiden.’

Bent u het wat dat betreft eens met IKV Pax Christi directeur Jan Gruiters die zegt dat organisaties terug moeten gaan naar hun eigen waardeoriëntatie?

‘Ja. Dat heeft ook te maken met dat kwantificeerbare waar we het net over hadden. We zijn teveel terecht gekomen in de hoek van de ‘probleemoplossers’. Daar is niets verkeerds aan. Je moet ook transparant zijn in wat je doet en bereikt, maar ik denk dat het debat daar teveel in gevangen is. Het is een soort fuik waar je op een gegeven moment in terecht komt. Een waardeoriëntatie moet weer deel van het debat worden, door vragen te stellen als ‘Waarom doet het maatschappelijk middenveld wat het doet? Waarom vinden wij het onverdraaglijk dat mensen niet tot hun recht komen? Waarom vinden we  dat onrecht en armoede bestreden moet worden?’

 

Lees morgen deel 2 van het interview met ICCO directeur Marinus Verweij over onder meer de opkomst van zuidelijke ngo’s en de toekomstige rol van ICCO. Doe zelf mee aan de discussie en reageer op de nieuwsblog ’N van NGO’.

Auteur
Mieke Olde Engberink

Datum:
24 januari 2012