
Het vogelhuis
Het duurt nog eventjes voordat het ministerie van Buitenlandse Zaken met haar non paper komt, waar de ontwikkelingssector in spanning op lijkt te wachten. Dit inspireerde Ron van Huizen, oud-directeur van Greenpeace en Terre des Hommes, tot een mijmering over de discussie ‘De N van NGO’.
Door Ron van Huizen
Vooral vroeg in de ochtend en op een gure winterdag is het aan te raden om eens naar Artis te gaan. Er is dan weinig publiek en in het vogelhuis is het tropisch warm.Het is niet nodig een vogelaar te zijn om in extase te geraken door de kakofonie van geluiden die je hoort. Bescheiden en mooie zang worden afgewisseld of doorbroken door hard geschetter en daar tussendoor monotone klanken, die bij nader luisteren minder monotoon blijken te zijn. Hier moet sprake zijn van actie en reactie. Soms valt er even een stilte en breekt het weer los. Nog harder lijkt het dan.
Het moet ergens in 1985 zijn geweest, toen ik een afspraak had met Frits Muller, de tekenaar en enige jaren geleden overleden, en Henk Hofland, journalist, essayist en gelukkig nog steeds onder ons.
Greenpeace zou een actie voeren met de Sirius tegen het regelmatig dumpen van gipsafval buiten de monding van de Seine, maar wel op volle zee. Frits en Henk zouden meegaan als bemanningsleden en actievoerders en daarvan een geïllustreerd verslag maken voor de NRC. Want een actie op zee bestaat niet zonder de media. Het gesprek over aanmonstering zou op een prettige, maar rustige locatie moeten plaatsvinden, vonden de heren. Daarvoor had ik mijn stamcafé Kalkhoven uitgekozen op de hoek van de Prinsengracht, Westermarkt recht tegenover de Westertoren. Een historisch Amsterdams café op een historische plek en zonder muziek.
Helaas had ik geen rekening gehouden met de Jordanese damesclub, die juist op die avond hun maandelijkse klaverjas competitie hielden.
Ik had voor ons drieën nog net een tafeltje weten te bemachtigen midden in het strijdgewoel, maar een rustig gesprek werd het niet. Het leek het vogelhuis in Artis wel. Aangemoedigd door mooie te winnen prijzen en de aanwezigheid van drie vreemde eenden in de bijt, voltrok zich een show die indruk maakte. Dansende vrouwen op de tafels met gewonnen leverworsten in de hand, brekende glazen en meubilair. De kastelein maakte een mooie omzet.
Een week na de actie op zee verscheen het verslag in de NRC. Hoe de beide heren de test moesten doorstaan om als bemanningslid te worden geaccepteerd door onderweg de wc’s schoon te maken en veel poetswerk te verrichten. Hoe Frits de actiebanieren beschilderde en hoe Henk voor het eerst in zijn leven een schip mocht enteren. Dat zijn weinigen gegeven.
En natuurlijk was een sfeervolle beschrijving opgenomen van de aanmonstering in Kalkhoven. Zo moet het zijn gegaan ten tijde van de VOC toen handel en piraterij nog hand in hand gingen.
Aan dit alles moet ik denken bij de levendige discussie in Vice Versa. Maar hierbij ben ik wel een ervaren vogelaar. Nu hoor ik de nuances van de geluiden en onderscheid ik de bronnen. Het wachten is op een nieuwe gevederde vriend en haar geluid, de non-paper.