
Oxfam Novib kiest voor ‘demanding justice’
Farah Karimi, directeur van Oxfam Novib, kan woensdag niet aanwezig zijn bij het slotdebat van De Knaak van Knapen. Omdat ze toch haar input wil geven, maakte ze speciaal voor Vice Versa dit opiniestuk. Karimi verbaast zich over het gebrek aan zelfbewustzijn van de ontwikkelingssamenwerking: alsof je je alleen op basis van een subsidiestelsel kunt bezinnen op je eigen positie. Verder is Demanding Justice de titel van het strategisch plan van Oxfam International. ‘Die twee woorden geven voor mij de essentie weer van wat de rol van een organisatie als Oxfam Novib is.’
Hoewel ik nu al bijna vier jaar in ‘de sector’ werk, voel ik me soms nog steeds als een Alice in de Wondere wereld van Ontwikkelingssamenwerking. In de terugkerende discussie over de rol van particuliere organisaties, lijkt het alsof zij alleen in staat zijn om zichzelf in relatie tot de overheid te definiëren. Gezien de jarenlange financiële relatie tussen de organisaties en de overheid, is dat misschien niet verwonderlijk. Toch verbaas ik me over het gebrek aan zelfbewustzijn. Alsof je je alleen op basis van een subsidiestelsel van de overheid kunt bezinnen op je eigen positie.
Te veel navelstaren
Alsof het niet genoeg was dat MFSII al sinds 2008 de agenda beheerste, met een beleidsdialoog en twee uitgebreide rondes van subsidieaanvragen, lijkt nu de discussie over de volgende subsidieronde alweer los te barsten. Let wel, een ronde die pas na 2015 ingaat. Mijn vrees is dat we te veel navelstaren, hoe paradoxaal dit ook mag klinken. Er zijn zoveel fundamentele veranderingen gaande en zoveel kwesties die een debat in de sector waard zijn, dat wij geen tijd te verliezen hebben. De subsidierelatie met de overheid houdt nu te vaak de gemoederen bezig, terwijl andere uitdagingen voor ons liggen.
Ik bezocht vorige week Mogadishu. Een stad geteisterd door jaren van conflict, armoede en wetteloosheid. De droogte en hongersnood van de afgelopen maanden heeft de stad veranderd in een groot kamp voor ontheemden. Om die mensen te kunnen bezoeken, moest ik een kogelvrij vest dragen en mij laten escorteren door twee Pick-ups vol gewapende mannen; zeg maar een particuliere beveiligingsdienst op z’n Somalisch.
Met grote tegenzin heb ik deze beperkingen ondergaan. De keuze was, of op deze manier toch enig contact krijgen met de ontheemden, of geen toegang tot Mogadishu. Dat is de realiteit van ons werk anno 2011. Wat ook opviel zijn de nieuwe donoren die naar voren traden. In Mogadishu wappert een grote Turkse vlag op de nieuw geopende ambassade van Turkije. Turkse hulp, hulp van lidstaten van de OIC (organisatie van Islamitische Conferentie) en de Arabische Liga hebben in de afgelopen maanden enorm bijgedragen aan het verzachten van de noodsituatie in Somalië. Zij krijgen van alle conflictpartijen toegang tot de door hen gecontroleerde gebieden.
Urgente vraagstukken
Probleem is wel dat deze nieuwe donoren hun hulp met niemand coördineren en er vragen zijn gerezen bij de kwaliteit van hun hulp. In de afgelopen jaren zijn we er moeizaam in geslaagd op coördinatie en kwaliteit van noodhulp een aantal substantiële verbeteringen te bereiken. Met de komst van nieuwe donoren staat deze vooruitgang weer onder druk. Ook hier hebben we met een nieuwe realiteit in ons werk te maken. Ik kan nog langer doorgaan met de voorbeelden van urgente vraagstukken die de hele sector aangaat en ons bezig zouden moeten houden.
Op het moment dat in Den Haag op 14 december kopstukken uit de OS-sector bij elkaar zullen komen om over de toekomst van de relatie tussen de overheid en maatschappelijke organisaties te praten, zit ik in Ankara. Daar voer ik gesprekken met de vertegenwoordigers van de Turkse overheid en de Turkse humanitaire organisaties. Wij zullen ons beter met deze nieuwe spelers moeten verstaan. Ik denk dat dit voorbeeld het beste illustreert hoe ik in ieder geval de toekomst van het werk van Oxfam Novib zie. Hieronder zal ik wat meer gedachten met jullie delen. Misschien toch behulpzaam voor de gedachtewisseling in Den Haag.
Wereld van schaarste
Het klinkt haast als een cliché, maar de wereld verandert in een rap tempo en ons werkterrein ook.
Het is niet de ‘wereld van verschil’, niet ‘de wereld in geschil’, nee: onze toekomst is de ‘wereld van schaarste’. Uiteraard zal deze wereld van schaarste wel door verschil en geschil beheerst worden, want meer dan ooit zal het verdelingsvraagstuk de politieke en ontwikkelingsagenda domineren.
Dat is een logisch gevolg van veranderde machtsverhoudingen, de enorme behoefte van opkomende machten en traditionele industrielanden aan alsmaar schaarser wordende grondstoffen, de toename van de wereldbevolking en de voelbare impact van klimaatverandering. Zowel in landen zelf als tussen landen zal de strijd om grond, water en voedsel scherp toenemen. Daarmee stijgt het politieke karakter van ontwikkelingsvraagstukken en het werkterrein van Oxfam Novib. Voor een goed begrip; ik heb het niet over partijpolitiek, maar over de noodzaak de verdeling van macht, kennis en productiemiddelen actief te beïnvloeden. Niet dat het voor ons ooit anders is geweest, maar de schaarste die nu de mensheid bedreigt, is van een geheel andere orde.
Terugduwen in a-politieke taakopvatting
Dat de strijd om schaarse middelen wereldwijd toeneemt, verklaart volgens mij ook waarom sommige krachten in de samenleving ontwikkelingssamenwerking willen terugduwen in een heel bescheiden en a-politieke taakopvatting. Criticasters van ontwikkelingssamenwerking, die bij uitstek een politieke bezuinigingsagenda hadden, hebben met de simpele leus ‘hulp helpt niet’ de hele sector in het defensief geduwd.
De reactie hierop was veelal te angstig. Naarstig werd er nog meer gemeten en geëvalueerd, om vooral maar de resultaten aan te tonen. Te gemakkelijk is geaccepteerd dat het machtsvraagstuk in het ontwikkelingswerk van de agenda dreigt te verdwijnen.
Ook de nieuwe hype rondom leren en kennis, gaat als een mantra de sector rond. Ik vraag mij echter af of daarmee de depolitisering van de strijd tegen armoede en onrecht niet doorzet. Want er bestaat in ons werk geen echt neutrale kennis. We weten heel goed dat de permanente belangenstrijd rond de toegang tot schaarse goederen niet met een simpele ‘silver bullet’ is op te lossen.
Ik vind het bijvoorbeeld ontluisterend hoe gerenommeerde landbouwdeskundigen van mening blijven verschillen over de rol van kleine boeren en boerinnen in het versterken van voedselzekerheid. Zij voeden nu al een derde van de wereld. We hebben hun bijdrage keihard nodig om de stijgende wereldbevolking te kunnen voeden. Begrijp me niet verkeerd, natuurlijk is het van belang om lessen te leren uit het werk dat wordt gedaan. Onderzoeken en evaluaties leveren waardevolle bouwstenen op voor het bepalen van nieuw beleid en implementatie in de praktijk. Maar er bestaat geen telefoonboek vol magische oplossingen! Het is vooral dagelijks buffelen om mensen bij te staan zichzelf te helpen, door hen in staat te stellen hun rechten op te eisen en een bestaan op te bouwen.
Ruimte om voor rechten op te komen steeds kleiner
Schaarste van land, water, grondstoffen, voedsel en energie definieert niet alleen de economische en politieke strijd. Het veilig stellen van strategische belangen leidt ook op een ander terrein tot schaarste. Op veel plaatsen in de wereld wordt de ruimte voor mensen, hun bewegingen en organisaties om voor hun rechten op te komen kleiner en kleiner. Wie opkomt voor een eerlijker en rechtvaardiger wereld kan keihard worden aangepakt. Dit is niet alleen voorbehouden aan China, Syrië of een ontwikkelingsland als Zimbabwe. We zien het ook in eigen land.
Het is tekenend hoe sommige politieke partijen in Nederland, als reactie op een actie van Greenpeace, proberen de ruimte voor actievoeren in te beperken. Hen te criminaliseren! Om vervolgens de ANBI status af te kunnen pakken. Of hoe organisaties die zich al jaren met de bezette Palestijnse gebieden bezig houden, kunnen rekenen op een stortvloed aan Kamervragen. Het doel lijkt te zijn de organisaties te intimideren; kennelijk in de hoop dat zij zich niet langer zullen inzetten voor de mensenrechten van de Palestijnen.
De Arabische Lente laat overduidelijk zien dat er een nieuwe fase is aangebroken in de mondiale strijd om de verdeling van economische welvaart en politieke ruimte. Het is allerminst zeker dat de Arabische Lente zal slagen en een einde zal maken aan onrecht en armoede in die landen. Maar het is wel duidelijk dat het velen zal inspireren om die strijd ook in andere delen van de wereld voort te zetten.
Demanding Justice
Demanding Justice is de titel van het strategisch plan van Oxfam International. Die twee woorden geven voor mij de essentie weer van wat de rol van een organisatie als Oxfam Novib is. ‘Demanding’ benadrukt de actie die nodig is, de beweging die voorwaarde is voor het realiseren van meer rechtvaardigheid. ‘Justice’ staat zowel voor rechtvaardigheid als gerechtigheid, en weerspiegelt wat mij betreft de kern van het verdelingsvraagstuk. Wie heeft er toegang tot de schaarse middelen? Wie heeft er zeggenschap over? En wie profiteert er daadwerkelijk van? Dat zijn de vragen waarop Oxfam Novib zich richt. Daarbij zullen wij altijd partij kiezen voor rechtelozen, gemarginaliseerden en armen, en blijvend de machtigen en rijken uitdagen.
Om dit in deze dynamische tijden ook succesvol te kunnen doen, zijn wij ons rigoureus aan het internationaliseren. En wel op twee manieren. Ten eerste trekken wij in mondiale campagnes nog sterker op met de andere 14 Oxfam leden in effectieve allianties, zoals nu in de GROW campagne gebeurt. Ten tweede decentraliseren wij al het werk dat wij met onze partners doen naar de ontwikkelingslanden zelf.
Oxfam Novib heeft anno 2011 kantoren in negen landen (Afghanistan, Pakistan, Vietnam, Jeruzalem, Mali, Burundi, Nairobi (voor ons werk in Somalië), DRCongo en Niger). We delen deze kantoren met andere Oxfam leden en in zes ervan leiden wij de gezamenlijke inzet van heel Oxfam. In 2012 decentraliseren wij ons werk in nog eens twaalf landen en in 2013 volgen de laatste vier. Aan het eind van deze transitieperiode is het Oxfam Novib kantoor in Den Haag één van de locaties van een sterk, internationaal netwerk van organisaties en kantoren.
Een mondiale platformorganisatie
Een mondiale platformorganisatie, die sterk verbonden is met haar partners en met talloze mensen in arme en rijke landen voor rechtvaardigheid strijdt. Onze financiële basis zal sterk gediversifieerd zijn; nu al is meer dan de helft van ons budget afkomstig uit andere bronnen dan de Nederlandse overheid. Ons werk zal zich onderscheiden door de sterke combinatie van programmawerk in landen met lobby- en campagne activiteiten op lokaal, regionaal en mondiaal niveau. Met innovatief en sociaal ondernemerschap dragen we ook bij aan een duurzaam en eerlijk gebruik van schaarse middelen.
Praten over maatschappelijke organisaties in het Noorden versus maatschappelijke organisaties in het Zuiden raakt wat mij betreft compleet achterhaald. Onze identiteit is die van een organisatie die deel uitmaakt van een internationaal netwerk van mensen en organisaties die zich inzetten voor een rechtvaardige wereld. Die een betekenisvolle actor in change is in die strijd.
Aardverschuiving
Zeker de keuze voor decentralisatie – waaronder het overdragen van bevoegdheden voor landen programma’s naar het lokale niveau – betekent een aardverschuiving binnen onze organisatie. Daardoor klinkt de stem van Afrikaanse en Aziatische vrouwen en mannen, onze collega’s, op verschillende niveaus veel krachtiger door.
Daarmee raakt Oxfam Novib razendsnel geworteld in het netwerk van lokale civil society organisaties in de landen waar we werken. Deze stap is de grootste verandering die Oxfam Novib sinds haar bestaan doormaakt. Het is ons antwoord op de veranderingen in de wereld, op de opkomst van nieuwe actoren als de G20 en de BRICSAM landen. Op deze manier zal de stem van Oxfam Novib met een grotere legitimiteit en autoriteit kunnen doorklinken in het aanspreken van overheden en bedrijven.
De relatie met de Nederlandse overheid
In een ‘wereld van schaarste’ en veranderende machtsverhoudingen bezinnen niet alleen wij ons op onze positie. Nederland en Europa moeten dat eveneens doen. We zien grote bedrijven als Unilever ook volop in beweging komen. Schaarste – maar ook de toenemende maatschappelijke druk – dwingt bedrijven te erkennen dat duurzaamheid een pure noodzaak is om te overleven en op lange termijn geld kunnen blijven verdienen.
In deze wereld van groeiende schaarste is Nederland als een open economie nog meer dan ooit gebaat bij sterke en multilaterale instituties. Bij een goed functionerend internationaal rechtsstelsel en bij sociaal stabiele en vrije samenlevingen en markten.
Nederland heeft haar sporen verdiend in de internationale samenwerking. Als Nederland in de ‘wereld van schaarste’ een rol van betekenis wil blijven spelen en zich in de voorhoede van internationale samenwerking wil handhaven, moet ook de overheid investeren in de rechtvaardige strijd voor een betere verdeling van schaarse middelen. En in die strijd spelen de maatschappelijke organisaties een bijzondere rol, die door niemand anders en zeker door geen bedrijf overgenomen kan worden.
Van groot belang
De tanende macht en invloed van Nederland enerzijds, de toegenomen economische en politieke verwevenheid in een wereld van schaarste anderzijds, maakt dat organisaties en netwerken als Oxfam Novib ook van groot belang zijn voor Nederland. Nederland zelf zit niet meer bij de G20 aan tafel, maar Oxfam, met haar aanwezigheid in 17 van de G20 landen, kan haar stem daar wel laten horen. Ook daarom is het van groot belang voor Nederland om maatschappelijke organisaties te blijven steunen.
Oxfam Novib heeft haar positie en koers bepaald en zal dat blijven doen, ongeacht het financieringsmodel dat het Ministerie straks voor Nederland kiest. Wij verhouden ons tot de Nederlandse overheid vanuit eigen kracht, gesterkt door de kwaliteit van ons werk en onze strategische positie op mondiaal niveau.
Graag geef ik mee dat het voor een toekomstige financieringsrelatie van groot belang is dat Nederland een gedifferentieerde aanpak kiest. Daarbij dient recht te worden gedaan aan de ‘toekomst van schaarste’ en dus aan het verdelingsvraagstuk. Let ook op de strategische betekenis van organisaties en internationale netwerken en houdt er rekening mee dat het onderscheid tussen maatschappelijke organisatie uit het ‘Noorden’ en uit het ‘Zuiden’ zal verdwijnen.