
Filosoferen met Ellen: Martha Nussbaum en het Tropenmuseum
‘Maatregelen om de economische groei te stimuleren door te bezuinigingen in de kunst- en cultuursector vormen een grote bedreiging van de democratie’, stelt Ellen Mangnus in het nieuwste nummer van Vice Versa. In een filosofisch pleidooi pleit Ellen aan de hand van de ideeën van Martha Nussbaum voor het behoud van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT).
Bibliotheken worden gesloten, orkesten worden opgeheven en nu wordt ook het Tropenmuseum bedreigd. In de Volkskrant van 24 oktober wees kinderboekenschrijver Rindert Kromhout op de ernst van het sluiten van dit museum. Volgens hem leidt kennis van andere culturen immers tot begrip, en leidt begrip tot verdraagzaamheid. Voorstanders van de bezuinigingen vinden echter dat de cultuursector veel minder afhankelijk moet zijn van overheidssubsidies. Wanneer er werkelijk waardering en interesse is voor een bepaald cultureel product zoals een tentoonstelling of een theatervoorstelling, moeten er volgens hen genoeg inkomsten uit de markt te halen zijn.
Ik ben van mening dat de economische winst op korte termijn absoluut niet opweegt tegen de negatieve effecten van deze bezuinigingen op lange termijn. Dit keer houd ik daarom een filosofisch pleidooi voor het voorbestaan van het Tropenmuseum, gebaseerd op het gedachtegoed van Martha Nussbaum.
Cultuurcrisis
Martha Nussbaum (1947) is een bekende Amerikaanse filosofe. Ze studeerde theaterwetenschap, klassieke talen en filosofie. In haar boek Not For Profit laat Martha Nussbaum zien dat we niet alleen een economische crisis doormaken, maar ook een crisis op het gebied van cultuur en educatie. Dorstig als ze zijn naar economische ontwikkelingen, negeren overheden deze twee. En dat terwijl juist op die gebieden vaardigheden worden gestimuleerd die nodig zijn om onze democratie in stand te houden.
Een democratie berust volgens Nussbaum immers op respect en wederzijds medeleven. In elke samenleving zijn er mensen die bereid zijn om respectvol samen te leven, en mensen die uit zijn op dominantie en comfort ten koste van hun medemens. Om ten behoeve van de democratie meer mensen van het eerste type te vormen dan van het tweede type, moeten we eerst begrijpen hoe beide typen ontstaan.
Nussbaum stelt dat mensen hopeloos en afhankelijk geboren worden. Het ene moment bevinden ze zich in volledige tevredenheid, namelijk wanneer ze verzorgd worden. Het volgende moment worden ze geconfronteerd met hun afhankelijkheid van anderen. Voor een kind zijn anderen instrumenten die ervoor kunnen zorgen dat hij zich wel of niet tevreden voelt. Het zit diep in iedere mens om te streven naar dat ‘complete’ gevoel en daarvoor andere mensen te gebruiken. Behalve een neiging tot dominantie over anderen kan een gevoel van onvolmaaktheid ook een gebrek aan respect voor anderen veroorzaken. Al heel snel proberen kinderen hun eigen onvermogen te projecteren op anderen. Zo zijn er in iedere klas wel kinderen die om een of andere reden geplaagd worden. Ook als ze volwassen worden, blijven mensen hun leven lang geneigd om ‘wij’ van ‘zij’ te onderscheiden. Kijk maar, in iedere samenleving is er wel een gestigmatiseerde groep.
De menselijke neiging om te domineren over anderen en om oneerbiedig met anderen om te gaan zijn bedreigend voor een democratie. Nussbaum onderscheidt drie vaardigheden die mensen moeten hebben om deze negatieve neigingen tegen te houden en in staat te zijn om respectvol met anderen samen te leven. Allereerst moeten mensen kritisch kunnen reflecteren. Zonder de kritische reflectie van burgers is het onduidelijk welke doelen een samenleving nastreeft, zijn mensen zeer beïnvloedbaar en wordt er weinig verandering teweeggebracht. Educatie moet ervoor zorgen dat mensen kunnen reflecteren, argumenteren en debatteren.
Ook moeten mensen zich ervan bewust zijn dat zij en hun land onderdeel zijn van een grotere, heterogene wereld. Kennis van de eigen geschiedenis en van andere culturen en religies vergroot begrip en verdraagzaamheid. Musea, muziek, theatervoorstellingen en films kunnen bijdragen aan dergelijke kennis.
De derde noodzakelijke vaardigheid van een burger is inbeeldingsvermogen. Als je je kunt verplaatsten in een ander, wordt je minder geneigd om deze te willen domineren. Literatuur en kunst dragen sterk bij aan het empathisch vermogen van de mens.
Bedreiging van de democratie
Het Tropenmuseum is het grootste antropologische museum in Nederland. In 2010 maakte het museum 197.000 bezoekers, van wie 35.000 kinderen, bewust van de diversiteit aan culturen in de wereld. In de bijbehorende bibliotheek wordt een rijk aanbod van wereldliteratuur en historische kaarten ter beschikking gesteld. En met optredens uit alle hoeken van de wereld worden bezoekers van het Tropentheater gestimuleerd om te reflecteren op onze en andere culturen.
Martha Nussbaum heeft ons uitgelegd dat kunst, cultuur en educatie erg belangrijk zijn voor ons kritisch denken, ons bewustzijn van de diverse wereld om ons heen en voor ons inbeeldingsvermogen – en daarmee dus ook voor onze democratie. Bovendien stelt ze dat ook een florerende economie behoefte heeft aan kritische, creatieve en innovatieve geesten.
Maatregelen om de economische groei te stimuleren door te bezuinigingen in de kunst- en cultuursector vormen een grote bedreiging van de democratie. En onder andere daarom roep ik iedereen op: redt onze democratie en houdt het Tropenmuseum, de bibliotheek en het theater open.
Deze column staat in het laatste nummer van Vice Versa.