
Een schuldenrechtbank voor een zekere toekomst
‘Het kwijtschelden van schulden draagt niet bij aan een structurele oplossing voor de internationale schuldenproblematiek’, stelt Koos de Bruijn van Jubilee Nederland. Dit kenniscentrum op het gebied van de internationale schuldenproblematiek pleit voor een schuldenrechtbank, waarbij neutraal geopereerd wordt en partijen gelijk behandeld worden. ‘Met de crisis in Europa is het van belang lessen te trekken uit eerdere kwijtschelding van schulden in ontwikkelingslanden’, aldus de Bruijn.
Door Koos de Bruijn
De afgelopen decennia waren schuldproblemen hoofdzakelijk een ontwikkelingsthema. Het waren arme landen in Afrika, Zuid Amerika en Azië die te maken hadden met onhoudbare schulden, waardoor hun ontwikkeling in gevaar of niet op gang kwam. De oplossing die de internationale gemeenschap daarop vond, was kwijtschelding onder voorwaarden. Dit gebeurde door middel van het Heavily Indepted Poor Countries-initiative (HIPC), later aangevuld door het Multilateral Debt Relief Initiative (MDRI).
Dicht bij huis
Daarna is de schuldenproblematiek in de publieke opinie wat naar de achtergrond verdwenen, in de veronderstelling dat de problematiek was opgelost. Bijna niemand verwachtte toen dat het probleem zich zo dicht bij huis opnieuw zou manifesteren. Maar met de crisis in Europa (en in de VS en Japan) staat de schuldenproblematiek weer pontificaal en hoog op de agenda. Ook kwijtscheldingen zijn weer onderwerp van gesprek geworden, bijvoorbeeld in het geval van Griekenland. Wat echter nauwelijks gebeurd, is kijken welke lessen getrokken kunnen worden uit de ervaringen van het mondiale Zuiden. Sterker, het lijkt erop dat de fouten van toen herhaald worden.
Net zoals in de jaren ’80 en ’90 in ontwikkelingslanden gebeurde, wordt nu eerst geprobeerd door middel van nieuwe (publieke) leningen de (private) nood te ledigen. In Europa gebeurt dit door middel van het Europese noodfonds, dat er voornamelijk toe dient dat de banken die problematisch schuldpapier in bezit hebben niet in de problemen komen. Het is een goede zaak dat nu gesproken wordt over verplichte afwaardering van die portefeuilles, maar net als met HIPC en MDRI in het verleden zullen deze afwaarderingen/kwijtscheldingen geen structurele oplossing bieden.
Geen structurele oplossing
Dit komt omdat kwijtschelden van schuld geen structurele oplossing biedt maar slechts een tijdelijke. Met de oorzaak van het probleem wordt namelijk niets gedaan. Zo is het ook gegaan bij ontwikkelingslanden. De landen die in aanmerking kwamen voor HIPC en MDRI zagen weliswaar hun schuldendruk aanzienlijk verlicht, maar er werd niet voorkomen dat landen opnieuw in een schuldencrisis zouden belanden. Uit recent onderzoek van Jubilee Nederland, een kenniscentrum op het gebied van internationale schuldenproblematiek, blijkt dat een nieuwe schuldencrisis in ontwikkelingslanden niet denkbeeldig is. Ondanks aanzienlijke vooruitgang, lopen Ghana en Mozambique opnieuw risico in de problemen te komen.
Daarom pleit Jubilee Nederland, samen met een netwerk van internationale ontwikkelingsorganisaties,voor de oprichting van een onafhankelijke schuldenrechtbank, die kan oordelen over de houdbaarheid en rechtmatigheid van schulden. Dit zou een structurele oplossing bieden. Een dergelijk pleidooi is niet nieuw. De Amerikaanse econoom Joseph Stiglitz schreef in zijn advies aan de VN uit 2009 bijvoorbeeld:
“In those countries where the crisis is seriously threatening debt sustainability, consideration could be given to debt moratoria and, where appropriate, partial debt cancellation within the framework of a permanent international debt regime (…) This entails the creation of an International Debt Restructuring Court, similar to national bankruptcy courts (…)” [1]
En in de achttiende eeuw schreef de filosoof Adam Smith in zijn bekende boek ‘The wealth of Nations’ het volgende:
“When it becomes necessary for a state to declare itself bankrupt, in the same manner as when it becomes necessary for an individual to do so, a fair, open, and avowed bankruptcy is always the measure which is both least dishonourable to the debtor, and least hurtful to the creditor.”
Schuldenrechtbank
De rechtbank moet neutraal opereren en onafhankelijk zijn van zowel geldverstrekkers als leners. Zij dient bevoegd te zijn te oordelen over de houdbaarheid en rechtmatigheid van alle uitstaande schulden, zoals dat ook op nationaal niveau gebeurd. De vonnissen van de schuldenrechtbank moeten internationaal ten uitvoer gelegd worden, mogen geen ruimte laten voor free-riders en moeten juridisch bindend zijn.
Een belangrijk voordeel van zo’n onafhankelijke schuldenrechtbank zou zijn dat het een einde zou maken aan de huidige realiteit dat schuldeisers (zoals het IMF en de Wereldbank) bepalen hoe met een onhoudbare schuld wordt omgegaan. Door een schuldenrechtbank worden beide partijen gelijk behandeld. De belangen van de schuldenaar en haar bevolking kunnen daardoor eerlijker worden meegewogen evenals de risico’s voor geldverstrekkers.
Daarnaast zorgt een schuldenrechtbank voor een structurele oplossing omdat het verantwoord leengedrag in de hand werkt. Er kleven dan immers concrete risico’s aan onverantwoorde leningen; het oordeel van de schuldenrechtbank. Hadden geldverstrekkers net zo makkelijk leningen aan Griekenland verstrekt, als ze wisten dat ze erop hadden kunnen worden afgerekend?
Koos de Bruijn is coördinator van Jubilee Nederland. Op 16 december organiseert Jubilee Nederland samen met Both Ends en Oxfam Novib een Politiek Café met o.a. René Grotenhuis (Cordaid) over de lessen die het noorden kan leren van de schuldenervaring van het Zuiden.
[1] Report of the Commission of Experts of the president of the UN General Assembly on reforms of the international monetary and Financial Sistem (Stiglitz commission, September 2009). p. 123