
Doet ook buitenlandjournalistiek aan navelstaren?
Terwijl Vice Versa vanuit Arnhem schrijft over het Nederlandse ontwikkelingsbeleid, berichten vele correspondenten en freelancers vanuit ontwikkelingslanden zelf. Er is steeds minder geld beschikbaar voor buitenlandjournalistiek, maar de snelheid van het nieuws wereldwijd neemt alleen maar toe. Hit and run journalistiek tegenover expertise en ervaring. Welke keuzes maak je als journalist wanneer er een hongersnood uitbreekt? Hoe financier je als freelancer je project en hoe rooskleurig is de toekomst van de buitenlandjournalistiek? Vice Versa zocht het uit tijdens De Avond van de buitenlandjournalistiek.
Een prikkelende sigarettenlucht stijgt op in het trappenhuis van het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger. Een opgewonden medewerker komt aansnellen en tikt een kort geknipte vrouw met sigaret tussen de vingers krachtig op de schouder: ‘Binnen roken kan echt niet hoor, mevrouw.’
Verwonderlijk draait Marjon van Royen, NOS correspondent Latijns-Amerika, zich om. Ze geeft de jongen een verontschuldigende knik en loopt al rokend naar buiten. Hoofdschuddend loopt de medewerker weg en mompelt iets over ‘die gekke correspondenten’.
Wellicht was dit niet de enige ‘gekke correspondent’, die zich deze avond in het stampvolle Pakhuis te Zwijger bevond. Jonge freelancers, prominente hoofdredacteuren en ervaren correspondenten, kwamen allen bijeen in Amsterdam om de buitenlandjournalistiek te bediscussiëren. Het initiatief voor deze avond was afkomstig van lokaalmondiaal (de uitgever van Vice Versa), journalist Frénk van der Linden en de stichting Narratieve Journalistiek Nederland. ‘Toen ik twee maanden geleden een uitnodiging kreeg om op deze avond te spreken, verwachtte ik een zaaltje met twintig mensen,’ bekent Marcel Gelauff, hoofdredacteur van de NOS. Het tegendeel is waar. Het programma is vol en uitverkocht. Het staat bol workshops, debatten en binnenlandse en buitenlandse bekendheden zoals onder andere multimedia-goeroe en hoogleraar DJ Clark.
De correspondent versus de freelancer
Gedurende de avond vinden oude, ervaren correspondenten en jonge freelancers elkaar op verschillende momenten. Zo ook tijdens de derde sessie van ‘Oude Meesters, Jonge Honden’ gepresenteerd door Eva Jinek. De presentatrice was onlangs in haar eigen programma op de zondagochtend zelf nog de jonge hond die de les gelezen kreeg door oude meester Mart Smeets over het gebruik van de autocue in de journalistiek. ‘Die is dus wel nodig’, benadrukt Jinek voordat ze haar gasten introduceert.
Onrecht genoeg in de wereld, stelt Jinek, maar hoe ga je er als journalist mee om? Hoe voorkom je dat je te veel betrokken bent en een activistische houding aanneemt. Jacqueline Maris, radiomaakster bij VPRO Bureau Buitenland, ziet dit niet als een probleem. Ze wordt juist gedreven door het onrecht in de wereld: ‘Je moet ergens boos over zijn. Passie is cruciaal.’
Jonge hond Sytske Jellema, radiomaker bij IKON, is het hiermee eens. Onlangs volgde ze enkele weken een Palestijns gezin en deelde haar ervaringen en emoties met haar radioluisteraars. Hoewel ze ‘onbevangen’ naar de Westelijke Jordaanoever afreisde, kwam ze kwaad terug. ‘Het was veel erger dan ik had gedacht’.
Marcel Gelauff zou zijn journalisten in zo’n geval niet nog een keer naar dat gebied sturen. Passie mag, vindt de hoofdredacteur van de NOS, maar wie te veel betrokken is blijft gewoon thuis.
Vervolgens gaat Koert Lindijer (NRC correspondent in Afrika) in gesprek met Olaf Koens (Freelance correspondent in Moskou). Waar Lindijer, al langer in het vak, overtuigd is van ervaring en expertise, ziet Koens meer in het gebruik van multimedia en twitter. De Afrika expert wil ‘zo dicht mogelijk bij de hartslag van de mensen zijn’. Hoe langer je ergens zit, hoe meer je begrijpt. Koens is niet van plan de rest van zijn leven in Moskou te blijven, maar gelooft wel in de toekomst van de buitenland journalistiek. ‘De honger naar buitenlandjournalistiek zal blijven bestaan en dus de crisis ook wel overleven.’
Eigenbelang
Niet alleen binnen de ontwikkelingssector klinkt kritiek op de dominantie van het Nederlandse eigenbelang, ook de buitenlandjournalistiek ligt onder vuur. Journalistiek gaat over mensen, en die wonen overal. De Nederlandse invalshoek moet volgens Marjon van Royen (NOS Latijns-Amerika) dan ook worden afgeschaft. Step Vaessen (Al Jazeera) waarschuwt voor navelstaren: ‘Nederlanders moeten hun ogen open doen, anders verdwijnen we in het museum.’
Zo simpel ligt het niet volgens Harm Taselaar, hoofdredacteur van RTL-Nieuws. ‘De interesse van de Nederlander in buitenlandjournalistiek is nul.’ Ook Frits van Exter (hoofdredacteur Vrij Nederland) beaamt dat een buitenlandcover niet verkoopt, terwijl Marcel Gelauff stelt: ‘Een filmpje over Mongolië kan nog zo interessant en kwalitatief zijn, maar als er slechts twee keer op wordt geklikt zet ik het niet meer op de website’.
Staat de buitenlandjournalistiek in dienst van de wil van het Nederlandse publiek? Er is steeds minder geld beschikbaar, dus een verhaal moet wel verkopen. ‘Onzin’, stelt Linda Polman (Freelancer) ‘een verhaal moet vooral goed verteld zijn. Als het niet aanslaat bij het Nederlandse publiek, moet je kritisch kijken naar je verhaal en niet de buitenlandjournalistiek opgeven.’
Ngo’s en journalistiek
Tijdens één van de acht uitverkochte workshops wordt ook de relatie tussen ngo’s en journalisten bediscussieerd. Buitenlandse rampen bestaan pas in Nederland als ze in onze media worden genoemd, vindt Roeland Muskens. Een reden voor Tineke Ceelen (directeur Stichting Vluchteling) om een journalist mee te nemen tijdens bezoeken aan rampgebieden. Andersom gaan journalisten met ngo’s mee naar conflictgebieden omdat het vaak veiliger is en toegang geeft tot interessante bronnen. Via een ontwikkelingsorganisatie ontmoet je makkelijker lokale contacten en worden onbegaanbare gebieden opeens bereikbaar. Bovendien is het een financieel aantrekkelijk alternatief. Want zoals eerder genoemd blijven ook de buitenlandbudgetten van de Nederlandse media krimpen.
Maar wat betekent een samenwerking met een ngo voor de journalistieke onafhankelijkheid? Marc Broere, hoofdredacteur van lokaalmondiaal en Vice Versa, ziet het niet als een bedreiging. ‘Je bent er zelf altijd bij’, vindt Broere, ‘als goede journalist bewaak je je eigen grenzen.’
Eenvoudig is dit niet, want kun je als gastjournalist negatief berichten over de hulporganisatie? Muskens vindt van wel. Hij bracht kinderarbeid in een fabriek van de ngo met wie hij was meegereisd aan het licht. Wel publiceerde hij ook een positief stuk over diezelfde organisatie om dit wat te nuanceren.
Ceelen laat weten dat een journalist die haar stichting in een negatief daglicht stelt de volgende keer niet op haar steun hoeft te rekenen. ‘Als journalist moet je je werk doen. Maar ik moet ook mijn werk doen en dat is mijn stichting verdedigen’. Financiële ondersteuning biedt stichting Vluchteling sowieso niet.
Het onafhankelijkheidsdilemma is voor René Moerland, chef buitenland van het NRC, reden om liever niet met ontwikkelingsorganisaties samen te werken. ‘Maar het kan vaak niet anders’, meent hij, ‘de uithoeken van de wereld worden soms alleen door het Rode Kruis bevlogen.’ In het geval dat het NRC in zee gaat met een ngo, dan is het wel regel om dit in het verhaal te melden.
Het idee om een dergelijke samenwerking vast te leggen in contractvorm ziet vrijwel niemand zitten. ‘Een journalist heeft maar één afspraak nodig: zijn onafhankelijkheid. De overige afspraken zouden er alleen maar zijn om deze in te perken’, merkt iemand uit het publiek op.
Toekomst
Hoe rooskleurig is de toekomst van de buitenlandjournalistiek? Marcel Gelauff geeft toe dat freelancen vaak lastig is. Maar wie zich multimediaal ontwikkelt, maakt zeker een goede kans. De NOS-hoofdredacteur heeft ook een wijze les voor zowel de jonge als oude buitenlandjournalisten: ‘Ophouden met klagen en zeuren en gaan.’ Marjon van Royen omschrijft de toekomst voor jonge freelancers als ‘fantastisch’. ‘Je moet gewoon gaan, niet bang zijn en niet te veel vasthouden aan de Nederlandse media’, vindt ze. ‘Richt een Europese Al Jazeera op’, voegt ze daar nog aan toe.
De avond eindigt met een groot slotdebat over de toekomst van de buitenlandjournalistiek tussen onder andere de hoofdredacteuren van RTL, NOS en Vrij Nederland. Er komt echter weinig van het smeden van mooie toekomstplannen en het verbeteren van buitenlandverhalen. Het gesprek draait voornamelijk uit op een discussie over geldzaken. Ondanks een poging uit de zaal om tot een concreter debat te leiden, blijven de panelleden wat hangen in het venijnige over en weer slingeren van commentaren. De toekomstplannen van correspondenten blijven misschien nog vaag, maar één ding is zeker: over buitenlandjournalistiek zijn we voorlopig nog niet uitgepraat.