
Wetgevingsoverleg deel 2: Toezeggingen Knapen over noodhulp en beurzenprogramma
Na een schorsing van ruim veertig minuten is het de beurt aan staatssecretaris Knapen om de vele vragen van de Kamerleden te beantwoorden. De bewindspersoon heeft een aantal toezeggingen in petto. Zoals vanouds is Knapen lang van stof en krijgt hij de Kamerleden stil met zijn uitgebreide argumentatie.
Door Mieke Olde Engberink, Eva Huson en Nite Schellens
Voordat de staatssecretaris ingaat op de vragen van de Kamerleden wil hij nog even de plaats bepalen van het ontwikkelingsbeleid. Vanuit zijn perspectief zitten we midden in een belangrijk proces om het beleid vorm te geven. Dit doet hij door een reductie van het aantal partnerlanden en speerpunten door te voeren met de achterliggende gedachte de effectiviteit te vergroten. Knapen: ‘We wonen in het ene huis, maar we klussen al volop in het andere. Hierbij voer ik de opdracht uit die me gegeven is.’ Hij geeft aan naar vermogen te zullen antwoorden op alle vragen.
Bedrijfsleven: zorgen om de invulling
Het lijkt wel of de eerste tweeënhalf uur van het debat voor Knapen niet gemakkelijk waren om zijn mond te moeten houden, want de staatssecretaris is nog tot elf uur ’s avonds aan het woord.
Hij begint met een uitgebreide uitleg over de inzet van de private sector. ‘Laten we niet telkens dezelfde discussie gaan voeren, ik zal het nu in één keer goed uitleggen’, aldus Knapen. De Kamerleden mogen pas na zijn uitleg interrumperen.
Knapen benadrukt daarbij dat het bedrijfsleven een middel is en geen doel. Als de Tweede Kamerleden eindelijk na een stuk of drie keer “tenslotte” van Knapen mogen interrumperen, vraagt Arjan el Fassed (GL) naar de toetsing van de criteria voor de subsidieverstrekking en of bedrijven en maatschappelijke organisaties hierbij gelijk worden behandeld. Knapen laat weten dat dat inderdaad het geval is.
In deze fase van het debat zijn de woordvoerders nog goed wakker, want ze dragen er zorg voor dat de staatssecretaris al hun vragen netjes beantwoord. Zo benadrukt Knapen verder dat Agentschap NL het idee van een ‘dating platform’ voor vraag en aanbod gaat oppakken, dat hij zich gaat buigen over de papierwinkel waar maatschappelijke organisaties mee te maken krijgen en dat hij werkt aan Joël Voordewinds (CU) inzet om supermarkten te verduurzamen.
Bordjes verhangen bij SRGR en gender
Een tweede belangrijk thema is SRGR. Knapen heeft het moeilijk op dit punt, omdat dit onderwerp op de begroting nogal een ingewikkelde constructie blijkt te zijn vanwege de samenvoeging met HIV/Aids. Verschillende Kamerleden betichtten de staatssecretaris ervan SRGR wel te prioriteren, maar dit niet te vertalen naar de begroting. Knapen: ‘Ik heb naar vermogen geprobeerd een onderscheid aan te brengen tussen HIV/Aids en SRGR. Als we de ‘bordjes terug hangen’ komen we uit op een uitgave van 110 miljoen ten opzichte van 113 miljoen volgend jaar. HIV/Aids lijkt minder te krijgen omdat de uitgave aan het Health Insurance Fund is verplaatst naar gezondheid algemeen. D66 Kamerlid Wassila Hachchi is er niet tevreden mee en wijst op de inhoud van de SRGR projecten, die volgens haar ondanks de nieuwe verdeling gekort worden. Knapen laat weten hier nog op terug te komen. Tevens zegt hij toe niet te bezuinigen op genderbeleid. Net als dit jaar zal hij hier 42 miljoen euro aan uitgeven.
Coherentie en noodhulp
Op het gebied van coherentie staat El Fassed meteen vooraan. Hij ziet graag dat de staatssecretaris communiceert met zijn collega’s in het kabinet, maar is er niet van overtuigd dat dit ook gebeurt. Knapen antwoordt hierop: ‘Ik heb vaak commissieoverleg en overleg met de ministerraad, daar komen dit soort onderwerpen wel degelijk aan de orde. Het is alleen een heel breed onderwerp, waarbij belangen moeten worden gewogen. Dat gaat nou eenmaal langzaam.’
Tegelijkertijd geeft de bewindspersoon aan dat hij zijn best doet om te voorkomen dat de Europese Unie als 28ste donor gezien wordt. Volgens hem komt de EU in januari met een voortgangsreportage over experimenten met coherentie in 2 à 3 partnerlanden. ‘Dan kunnen we de discussie voeren over coherentie binnen de EU.’
Ook gaat Knapen in op de vraag van Arjan El Fassed om onderzoek te doen naar de public bads van Nederland. Hij vindt het een goed idee, maar stelt dat het nog ontbreekt aan een betrouwbare methodiek. Wel wordt er volgens de staatssecretaris als op kleine schaal geëxperimenteerd met cohererentierapportages aan een aantal partnerlanden. Hij hoopt dat deze experimenten samen met de EU kunnen worden uitgebouwd. ‘Dan heb je ook echt iets intrigerends bij de hand’, aldus Knapen.
Inmiddels wordt het steeds later in de Groen van Prinstererzaal en de Kamerleden zijn steeds minder geneigd om te interrumperen. Knapen houdt zijn verhaal over noodhulp dan ook lekker kort. ‘Noodhulp is geen prioriteit en geen posterioriteit. De bezuinigingen op noodhulp zijn een gemiddelde bezuiniging omdat het budget voor noodhulp meedeint met het Bruto Nationaal Product (BNP)’ Uit de eerste paar uur van het debat maakte de staatssecretaris echter op dat de bezuinigingen op de wereldvluchtelingenorganisatie UNHCR rauw op het dak van de Kamerleden was gevallen. Daarom besluit Knapen hier nog eens naar te kijken.
Maatschappelijke organisaties
Knapen kwalificeert maatschappelijke organisaties als een cruciaal element voor internationale samenwerking. Hij wil echter niet nadenken over het verder ontzien van de medefinancieringsorganisaties (MFO’s) als het om bezuinigen gaat. Knapen geeft aan dat de MFO’s al een bijzondere positie bekleden, omdat zij niet gekort zijn aan de hand van de daling van het BNP. Volgens de staatssecretaris zou er twintig miljoen euro bezuinigd worden op MFO’s als dit wel het geval was.
Ook het Koninklijke Instituut voor de Tropen (KIT) komt aan bod tijdens het debat. Kamerleden Ferrier en Irrgang willen graag meer duidelijkheid als het gaat om de bezuiniging op dit instituut. Knapen zet uiteen dat het KIT bestaat uit een uitgeverij, bibliotheek, laboratorium, consultancy bureau, museum, theater en zelfs een hotelbedrijf. Sommige van deze componenten staan volgens Knapen te ver af van het ontwikkelingsbeleid. ‘Een instellingssubsidie aan dit conglomeraat verstrekken we dan ook niet meer’, aldus de bewindsman.
Tweede termijn
In de tweede termijn komen de Tweede Kamerleden weer enigszins in actie. Zij krijgen allen van voorzitter Nebahat Albayrak zes minuten de tijd om hun punt te maken en eventuele moties voor te lezen. De meeste Kamerleden willen graag weten of ook de staatssecretaris afziet van extra bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking, nadat hij hier vaag over was tijdens zijn spreektijd. Knapen antwoordt hierop: ‘Ik herhaal nogmaals, we hebben een Regeerakkoord en het CDA is een betrouwbare partner. Wij houden ons aan deze afspraken en volgen het Regeerakkoord ook voor het komende begrotingsjaar.’
In de laatste termijn van het debat is Knapen al enigszins specifieker wat de toezeggingen betreft zoals ‘ik zal er naar kijken’ en ‘ik kom hier nog op terug’ eerder tijdens zijn spreektijd. Knapen zegt vijf miljoen euro extra toe aan de UNHCR en geeft verder aan de volgende dag een schriftelijke reactie op te stellen om duidelijkheid te scheppen over SRGR. Knapen ‘kijkt ook nog graag’ of hij ruimte kan bieden om de SBOS subsidies (Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en Ontwikkelingssamenwerking, red.) ook in 2013 voort te zetten. Tot slot krijgt ook partijgenoot Kathleen Ferrier eindelijk eens boter bij de vis. Haar motie om de bezuinigingen op het beurzenprogramma terug te draaien, wordt door Knapen ondersteund.
Zie de lijst met moties en amendementen op de website van de Tweede Kamer voor een volledig overzicht van de afgeraden moties en de moties die Knapen als ondersteuning van zijn beleid zag.