
Retoriek met gezag, op naar uitvoering in de praktijk
In september is het World Development Report 2012 uitgekomen van de Wereldbank over gender, gelijkheid en ontwikkeling. Volgens Ireen Dubel, beleidsadviseur gendergelijkheid en vrouwenrechten van Hivos, biedt het rapport een uitgelezen kans om gender gelijkheid als ‘smart economics’ op de agenda te zetten.
Het onlangs verschenen World Development Report 2012 gaat dit keer over ‘Gender, Gelijkheid en Ontwikkeling’. Dit is voor het eerst sinds de verschijning van deze jaarlijkse Wereldbank publicatie vanaf 1978. Het rapport is nadrukkelijk geschreven voor de brede gemeenschap van ontwikkelingsactoren. Een campagne in de sociale media met de titel Think Equal vergezelt het rapport.
Op 25 en 26 oktober vonden verschillende presentaties en discussies over het rapport plaats in Nederland, op het Institute of Social Studies, tijdens een denkdiner georganiseerd door het Nederlandse Gender platform WO=MEN en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, met leden van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken en bij de lancering van het UNFPA (United Nations Population Funds) jaarrapport georganiseerd door Rutgers WPF.
Smart economics
Voor organisaties en individuen die gelijke rechten en kansen voor vrouwen en mannen hoog in het vaandel hebben staan, is dit rapport een opsteker. Het bevat een schat aan informatie, kwantitatief en kwalitatief, waarmee bepleit wordt dat investeren in de rechten en kansen van vrouwen en meisjes cruciaal is – als doel op zich en als noodzakelijke voorwaarde voor ontwikkeling en economische groei. Volgens de Wereldbank is gender gelijkheid “the Right and Smart Thing to Do”, oftewel “Smart Economics”. Het rapport toont aan dat voor de hardnekkig voortdurende gender ongelijkheid een hoge prijs wordt betaald. Ongelijkheid resulteert in een verlies aan productiviteit, minder economische groei, ongezondere en lager geschoolde volgende generaties, en inefficiënt beleid.
Door bijvoorbeeld boerinnen gelijke toegang tot land en zaaigoed te bieden, stijgt de productiviteit en groeit de economie. Gezonde en goed geschoolde vrouwen dragen bij aan betere kansen en uitkomsten voor hun kinderen. Deelname van vrouwen aan politieke besluitvorming leidt tot beleid ten gunste van publieke zaken die juist voor vrouwen van groot belang zijn, zoals toegang tot water en sanitaire voorzieningen, en dit draagt bij aan de ontwikkeling van de hele gemeenschap.
Het rapport gaat nadrukkelijk over de economie van gender ongelijkheid en ontwikkeling, maar beperkt zich niet tot economische resultaten alleen en kijkt ook naar sociale en politieke dimensies van welzijn. Voor het benoemen en analyseren van de problemen en in de bewijsvoering voor het belang van gender gelijkheid, wordt met name gebruikt gemaakt van economische literatuur en empirisch onderzoek over gender.
Gelijkheid
Het rapport biedt een interessant analytisch model, dat voortborduurt op de eerdere Wereldbank publicatie Engendering Development uit 2001. Van groot belang is dat het nieuwe rapport onderschrijft, met bewijs, dat stijging van inkomen en economische groei niet tot grotere gelijkheid op alle fronten leidt. Zo wordt de hardnekkige ongelijkheid wat betreft inkomen en productiviteit veroorzaakt door diep gewortelde normen ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor en verdeling van zorgtaken, eigendomsrechten en zeggenschap over land en hulpbronnen. Volgens de Wereldbank dienen beleidsmakers in ontwikkelingslanden zich vooral te richten op die vormen van ongelijkheid die de grootste obstakels zijn voor verdere ontwikkeling, te weten:
- bestrijding van de onevenredige sterfte van vrouwen en meisjes, zo’n vier miljoen per jaar;
- het uitbannen van gender ongelijkheid binnen het onderwijs;
- inperking van ongelijke economische kansen, verschillen in inkomen en productiviteit;
- het bevorderen van gelijke zeggenschap en participatie in het huishouden en de maatschappij, en
- het beperken van de ongelijke kansen en uitkomsten voor de volgende generaties.
Nationaal beleid en actie is hiervoor cruciaal. De internationale gemeenschap heeft echter ook een verantwoordelijkheid door aanvullend op het nationale beleid te investeren in boven genoemde prioriteiten. Daarnaast zou moeten ingezet worden op betere data verzameling en systematische evaluatie, innovatie en kennisontwikkeling die de toegang tot markten, diensten en gerechtigheid voor vrouwen vergroot.
Het gezamenlijke Ministeriële Comité van de raden van bestuur van de Wereldbank en het IMF stellen in hun advies over de implicaties van het rapport (WDR2012 Implications Note for World Bank Operations) van 1 september 2011, dat de Wereldbank en het IMF meer kunnen en moeten doen, en vooral ook dingen anders moeten doen.
UItgelezen kans
Dit lijkt mij een logische conclusie, want tussen het retorische bewijs op papier en de realiteit van ontwikkelingshulp in de praktijk bestaat nog steeds een gigantische kloof. Hier ligt een schone taak voor de Nederlandse regering als toezichthouder en financier van de Wereldbank. De regering kan daarbij het advies van het Ministeriële Comité ter harte nemen en toepassen op de eigen beleidsdialoog met de Wereldbank: “Versterking van de beleidsdialoog over gender gelijkheid, schaalvergroting van het leningen beleid volgens de prioriteiten in het WDR 2012 en het bevorderen van partnerschappen, wereldwijd en op landenniveau, om de prioriteiten van het rapport uit te voeren.”
Voor Kamerleden biedt het rapport een goed handvat om de toezegging van de staatssecretaris over het ontwikkelen van een overkoepelend genderbeleid binnenkort te toetsen. Het rapport biedt ook een uitgelezen kans om het gender debat uit de meer beperkte focus op mensenrechten te verbreden naar die van de Ministeries van Financiën, en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Gender gelijkheid als “Smart Finance, Trade, Economics, Agriculture”: dat is pas innovatief en ook nog eens ”Smart Politics”.
Ireen Dubel, Senior Beleidsadviseur Gendergelijkheid & Vrouwenrechten, Hivos