
Mariken Gaanderse: ‘Wat een fantastische kans biedt Ben Knapen ons’
Ben Knapen hield de sector afgelopen zaterdag op de Afrikadag voor dat ze verder moet kijken naar de traditionele ontwikkelingssamenwerking en dat er ruimte moet komen voor nieuwe spelers. Hoe kan het dan dat ons eigenbelang en onze eigen angsten zo de overhand hebben in het ‘vernieuwde’ beleid van Knapen, stelt Mariken Gaanderse in deze opiniebijdrage. Ze reikt de staatssecretaris de helpende hand.
Door: Mariken Gaanderse
Wat een fantastische kans biedt Ben Knapen ons! Op de Afrika dag afgelopen zaterdag heeft hij aangegeven dat we verder moeten kijken dan de traditionele ontwikkelingssamenwerking. Er moet ruimte komen voor nieuwe spelers. Ja!
Natuurlijk weet ik dondersgoed dat Knapen met nieuwe partners vooral doelt op het bedrijfsleven en dat ons Nederlands eigen belang daar leidend in is. Kijk, dat vind ik persoonlijk nou wel weer jammer en eigenlijk ook best traditioneel en al helemaal niet zo creatief.
Dat er nu zoveel meer subsidie vanuit ODA naar het bedrijfsleven gaat vind ik echt bijzonder. NGO’s worden neergezet als subsidie slurpers met veel te weinig ondernemerszin. Tegelijkertijd zie je dat bedrijven en ondernemers nu meer subsidie gaan krijgen? Hmm. Betekent dat dat deze bedrijven niet zonder subsidie in staat zijn om die hardnodige verandering tot stand te brengen? En als ze wel zonder die subsidie kunnen, waarom hebben ze dat dan niet al lang gedaan?
Van alles gaande
Anyway, in ieder geval is er van alles gaande in Ontwikkelingsland. Bestaande belangen zijn niet meer zeker. Maatschappelijke organisaties zoeken naar hun meerwaarde, naar hun achterban en legitimiteit. Het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking bestaat niet meer en wat er van over is, zit klem tussen EL&I en BuZa: Nederlandse economische belangen enerzijds en Nederlandse politieke belangen anderzijds. Bedrijven staan te trappelen om nieuw beschikbare subsidies binnen te halen vanuit het ODA potje. Ondertussen worden we ingehaald door Brazilië, China en India als nieuwe internationale partners en wordt de kloof ook in die landen tussen rijk en arm, tussen de ‘Haves and Have nots’ alleen maar groter. Interessante tijden!
Een aantal ambassadeurs gestationeerd in Nederland gaven afgelopen zaterdag in de NRC aan dat ze zien dat Nederland zich steeds verder naar binnen keert en dat het ‘provinciaals’ bezig is. Ik deel dat gevoel (voor wat dat waard is). Ik begrijp het ook echt niet. Juist nu zie je dat de problemen waar onze samenleving mee kampt veel verder gaan dan onze grenzen en zelfs die van de EU. Het is glashelder dat we ons daar niet voor kunnen afsluiten en dat we die problemen ook zeker niet in ons eentje kunnen oplossen. Hoe kan het dan, dat ons eigen belang (en onze eigen angsten?) zo dominant de overhand hebben? Juist ook in dit ‘vernieuwde’ beleid van Ben Knapen?
Wereldwijde samenwerking
Wereldwijde (maar ook lokale) participatie, interactie en samenwerking is door alle technologische ontwikkelingen nog nooit zo makkelijk geweest. Juist die samenwerking en zoektocht naar gedeelde belangen lijkt me nu zo enorm belangrijk: Samenwerking door de traditionele sectoren heen, tussen bedrijven, NGO’s, ZZP-ers, kennisinstellingen, overheden, tussen generaties, tussen Noord, Zuid, Oost en West, maar vooral ook samen met de mensen in ontwikkelingslanden op wie je je richt!
Met een focus op economische ontwikkeling, bedacht en bestuurd vanuit Nederland (ons eigen belang staat immers voorop), kom je er toch niet? Juist in opkomende economieën als in India en Brazilië zie je dat de kloof tussen rijk en arm groter wordt. Het gaat toch ook in deze landen, correct me if I am wrong, vaak om participatie, deel kunnen nemen aan het economische proces. Mee kunnen bepalen, mee kunnen doen en mee kunnen creëren. Daarnaast: you can’t build a healthy business in a failing society. Dat weten bedrijven zelf ook maar al te goed.
Nieuwe kansen
Waar zit dan de vernieuwing volgens Ben Knapen? Ik zie het (nog) niet terug in zijn beleid, voor zover hij zijn beleid al heeft gedeeld. Maar goed, misschien moet ik ook niet op de overheid rekenen of op de leiders van het overgrote deel van het bedrijfsleven en bestaande instellingen en organisaties. Leiders van oude paradigma’s hebben vaak moeite om het nieuwe te omarmen. En gevestigde belangen vechten nu eenmaal graag tegen verandering. Zoals een Afrikaanse boer ooit tegen mij zij: ‘The golden rule is, those with the gold make the rules!’ Kortom: We zullen het zelf moeten doen. Zelf een nieuwe ruimte moeten creëren en invullen.
No worries, ik pretendeer geen ‘Silver Bullet’ te hebben. Daar ben ik ook echt niet naar op zoek (al zou het stiekem best fijn zijn natuurlijk). Ik zie vooral een landschap vol veranderingen en ontwikkelingen. Veranderingen die nieuwe kansen bieden, maar net zo goed nieuwe uitdagingen met zich mee zullen brengen. Ontwikkelingen waarbij we ons niet meer kunnen afvragen wat ‘the return of investment’ is, maar vooral the ‘risk of not investing’.
Denk daarbij aan ontwikkelingen als social media, open data, apps beyond mobile, open source 3D printers. Dit zijn grotendeels technologische ontwikkelingen, die alomtegenwoordig zijn, super interactief, die het vandaag de dag mogelijk maken om participatieve systemen te maken op schaal.
De technologie is niet het doel op zich. Deze technologie is mensgericht en maakt het mogelijk om op een andere manier met elkaar te werken. Mij gaat het juist ook om die nieuwe samenwerkingsverbanden die je nu op allerlei terreinen ziet ontstaan. Volgens mij kan de ontwikkelingssector daar nog best een boel van leren en liefst ook zelf meer mee aan de slag.
Innovatieve initiatieven
Innovatieve initiatieven als ‘The People’s Supermarket’, ‘IMC weekendschool’, ‘Broodfondsen’, ‘Architecture00’, ‘Buurtzorg’, ‘Patients know Best’, ‘Kickstarter’, maar ook ‘Pune’s university’ in India en allerlei mobiele markt informatie systemen voor boeren in Afrika, draaien allemaal om actieve participatie, samenwerking en ownership van, met, voor en door haar leden. Ze leveren niet zo zeer diensten aan mensen, maar faciliteren en versterken onderlinge samenwerking. Daarbij stimuleren ze zelf-organisatie en bouwen ze voort op bestaande kennis uit hun netwerk. Kennis die over het algemeen vanuit heel verschillende disciplines komt en zich niet beperkt tot een economische invalshoek.
Begrijp me niet verkeerd. Ik geloof echt ook in de kracht van bedrijven, van ondernemers (ik ben er sinds kort zelf een) en in hun rol in armoedebestrijding. Ik geloof alleen wel dat er meer nodig is dan een focus op de belangen van de Nederlandse bedrijven in ontwikkelingslanden. Vooral de koppeling met lokale potentie vind ik belangrijk, die daarbij wat mij betreft leidend zou moeten zijn. Ontwikkelingen op het gebied van de base of the pyramid vind ik in dat opzicht super interessant en veelbelovend. Maar naast de bestaande modellen, organisaties en bedrijven vind ik de nieuwe manieren van samenwerken van de bedrijven en netwerken hierboven beschreven erg verfrissend.
Mazzel gehad
Ik heb de mazzel gehad de afgelopen tijd met een aantal bedenkers en uitvoerders van dit soort participatieve initiatieven te spreken. Adviezen die ik van hen kreeg zijn echt niet allemaal wereldschokkend, niet altijd ultiem vernieuwend, maar wel hartstikke waar en zeker ook op de ontwikkelingssector van toepassing.
Een van de meest gehoorde adviezen was: breng verschillende perspectieven, belangen en disciplines samen (dus ook die van bedrijven!) en probeer met elkaar aan de slag te gaan met de complexe uitdagingen waar we allemaal tegen aan lopen, of het nu is in een ontwikkelingsland in Afrika, een booming economie in Latijns Amerika of in een angstig land in Europa. Zoek de grenzen van je eigen netwerk op.
Dit soort participatieve initiatieven gaan bijna stuk voor stuk uit van een menselijk perspectief, vanuit de persoonlijke drives en ‘het waarom’ van mensen, hun relaties en connectiviteit en hun verlangens en cultuur. En niet zo zeer van top down geformuleerde corporate (economische eigen) belangen van grote instituties en bedrijven. ‘Be authentic’ als persoon, als bedrijf en als organisatie, kreeg ik maar al te vaak te horen.
Simpel en flexibel
Een andere succesfactor is dat deze initiatieven proberen simpel en flexibel te blijven. Ze omarmen als het ware de huidige onzekerheden en veranderingen. Het in kunnen spelen op veranderingen is belangrijker dan overal zelf een antwoord op hebben. Dat geldt voor organisaties, bedrijven, overheden, maar eigenlijk ook voor de individuen die in deze sector werken. Veel van dit soort initiatieven hebben een platte structuur en geen logge bureaucratische structuren en processen. Ze doen aan prototyping met korte cycli en hebben de flexibiliteit zich aan te passen waar nodig.
En last but not least: ‘Kopieer, gebruik, hergebruik, recycle en deel je kennis en ervaring met anderen’, zoals Zach Smith van Makerbot onlangs tegen me zei. ‘Delen is het nieuwe hebben’, zoals zo mooi in de Trendrede van afgelopen jaar werd geformuleerd.
Net als Ben Knapen, zal ook ik me blijven inzetten om verder te kijken dan de traditionele kaders van ontwikkelingssamenwerking en ruimte proberen te creëren voor nieuwe spelers. Wellicht heb ik iets minder slagkracht dan Ben Knapen, maar wellicht kan ik hem wel helpen nieuwe kansen te ontdekken. Waarom ik dat doe? Een vriend zei het laatst heel mooi: because it matters!
Mariken Gaanderse (1975) is sociaal ondernemer en actief bij diverse
NGO’s en bedrijven (strategie ontwikkeling, interim manager en lobby
en advocacy) en daarnaast co-creator van UZ (www.jijbent.uz), Open
for Change (www.openforchange.info) en Tedxyouth. Hiervoor was ze
hoofd van de Lobby-unit van ICCO.