
Smoelenboek Knapen: professor Uri Rosenthal
Vice Versa maakt het smoelenboek van staatssecretaris Ben Knapen. Wie zijn belangrijk voor de staatssecretaris achter de schermen? Vice Versa doet elke week onderzoek naar deze mensen en zoekt uit wat hun invloed is op het ontwikkelingsbeleid van Knapen. Met deze week: professor Uri Rosenthal.
Met een zeventiende plaats doet minister Uri Rosenthal het niet slecht in de top 40 van meest invloedrijke mensen uit de ontwikkelingssector. Als minister van Buitenlandse Zaken is hij de baas van het departement waaronder ontwikkelingssamenwerking valt. En staat hij daarmee formeel boven staatssecretaris Ben Knapen. Maar in theorie heeft hij niets met de portefeuille ontwikkelingssamenwerking van Knapen te maken.
Historisch perspectief
De ouders van Uri Rosenthal vluchten naar Zwitersland voor de Duitse bezetting van Nederland. Hij ziet hierdoor het levenslicht in Montreux. Na zijn geboorte keert het gezin weer terug naar Den Haag. De Tweede Wereldoorlog tekent zijn jeugd. Veel familieleden overleven de concentratiekampen niet.
Als kind wil Rosenthal sportjournalist worden. In zijn visie kan hij dan gratis naar voetbalwedstrijden toe. Zijn jongensdroom ten spijt loopt het anders. Rosenthal kiest voor een studie politicologie waar hij zich verzet tegen ‘de tirannie van linkse activisten’. Professor Daudt neemt hem destijds aan als zijn wetenschappelijk medewerker. Het zijn de jaren na de Maagdenhuis Bezetting. De studenten willen de literatuurlijst van de eerstejaars studenten democratisch vaststellen. Daudt wil dat niet en Rosenthal steunt zijn professor hierin.
In 1980 wordt hij hoogleraar politicologie en bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Vier jaar later wordt hij lid van de VVD. In 1999 neemt hij zitting in de Eerste Kamer voor de VVD. Intussen is hij medeoprichter van het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement. Dit levert hem het predicaat ‘rampenprofessor’ op. Ook start hij een emotioneel debat in de media door zijn opvatting dat extreem links een groter gevaar voor de rechtsstaat is dan extreem rechts. Rosenthal ontwikkelt zich tot een doorgewinterd professor.
Weigert
Uri Rosenthal wordt benaderd voor de positie van staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als staatssecretaris Annette Nijs aftreedt in 2004. Maar als gedroomde kandidaat weigert hij de aanbieding.
Een jaar later wordt hij voorzitter van de VVD-fractie in de Eerste Kamer. Vanaf dat moment ontwikkelt hij zich tot één van de belangrijkste steunpilaren van Mark Rutte en tot een belangrijke VVD-ideoloog. In het voorjaar van 2008 herschrijft hij samen met Mark Rutte de beginselverklaring van de partij. Saillant puntje is dat hij met Rutte de verwijzing naar de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens schrapt uit het programma.
Als vertrouweling van partijleider Rutte helpt hij bij het uitstippelen van de VVD-strategie bij de verkiezingen van 2010 die de VVD wint. Rutte laat Rosenthal een ministerspost uitkiezen. Hij kiest voor Buitenlandse Zaken zonder diplomatieke ervaring.
Visie
Kort na zijn aantreden geeft Rosenthal intern aan dat hij niet te veel op reis wil. Ook benadrukt hij openlijk in de media dat hij minder aandacht wil geven aan mensenrechten. De Nederlandse handelsbelangen moeten meer de focus krijgen. Later komt hij hier op terug.
Ook andere dingen veranderen onder Rosenthal op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Afkortingen als PS2, PS en RS behoren tot de verleden tijd. Rosenthal en Ben Knapen willen geen onnavolgbare Buitenlandse Zakenafkortingen meer. Rosenthal gaat zelfs nog verder; hij wil nietjes door de documenten in plaats van paperclips en alle interviews met ambtenaren van zijn departement wil hij voor publicatie persoonlijk zien. Zou hij ook de interviews met Ben Knapen vooraf willen lezen?
Israël
Rosenthal trouwt in 1973 met zijn vrouw in Israël. Zijn oudste zus woont in het Israëlische Ashkelon en moet af en toe in pyjama de schuilkelder in door raketten die vanuit Gaza worden afgevuurd. Zelf komt hij uit een joods gezin. Als Israëlische media hem vragen naar ICCO dat een anti-Israël website financieel zou steunen, ontstaat er een conflict tussen de minister en ICCO. Ontwikkelingsorganisaties mogen de regering niet tegenwerken van Rosenthal en in het regeerakkoord staat duidelijk dat de Nederlandse regering wil ‘investeren in de band met de staat Israël’.
Eind september ligt de minister dwars als het gaat om een gezamenlijk EU-standpunt over de mensenrechten in Israël en de Palestijnse gebieden. De EU-landen zijn het eens over een verklaring voor de VN-Mensenrechtenraad totdat Nederland plots bezwaar maakt. De minister schrapt verwijzingen naar de arrestatie van mensenrechtenactivisten door Israël, de verwoesting van Palestijnse huizen en de twee-statenoplossing. Dat laatste is zeer pikant, want in het regeerakkoord staat een twee-statenoplossing als uitgangspunt voor een vredesakkoord.
Op een conferentie in het Israëlische Herzliya zegt Rosenthal dat hij ‘Israël-bashing niet zou tolereren’. Het geeft een beeld van een minister waarvoor Israël heilig is. Zelf spreekt hij dit tegen. Zijn etnische achtergrond zou geen invloed hebben op zijn standpunt over Israël. Afgelopen jaar verklaart hij in een interview met de Volkskrant: ‘Soms dringen anderen mij daardoor in een positie waar in ik simpelweg moet zeggen dat het niet zo is dat ik 24 uur per dag, zeven dagen in de week bezig ben met mijn achtergrond. Dat ik niet 24 uur per dag, zeven dagen in de week bezig ben met de Holocaust. … ik draag het niet voortdurend met me mee. Ik heb ook geen overgevoeligheid op dat punt.’
Mensenrechten
Het lijkt meer dan toevallig dat onder andere Rosenthal de verwijzing naar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit de beginselverklaring van de VVD schrapt. En dat Rosenthal bij zijn aantreden aangaf minder aandacht aan mensenrechten te zullen besteden. Ingewijden gaan zelfs verder. Zo zou hij een vooringenomen stelling hebben op het gebied van mensenrechten en heeft hij een duidelijke grens in de universaliteit van mensenrechten. Bondgenoten als de Verenigde Staten en Israël zouden belangrijker zijn, die bekritiseert hij niet snel als ze mensenrechten schenden.
Als je kijkt naar het buitenlandbeleid van dit kabinet dan staan de pijlen gericht op de NAVO, de EU en Amerika. Dat is opvallend. Ten tijden van het aantreden van Rosenthal verschijnt er een rapport van de WRR: ‘Aan het buitenland gehecht.’ Het rapport pleit ervoor om Europa centraal te stellen in het buitenland beleid. Rosenthal wil dit niet, want hij wil niet kiezen tussen Europa en Amerika. Pikant detail is dat staatssecretaris Knapen het project voor dit rapport heeft geleid. Naar buiten toe vertellen de twee bewindspersonen van Buitenlandse Zaken één verhaal, maar Knapen lijkt op een andere lijn te zitten dan Rosenthal.
Machtsverhouding
Eerder dit jaar doet Rosenthal een opmerkelijke stap. Hij zet ontwikkelingsorganisatie ICCO onder druk. Hij bemoeit zich met zaken die niet onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Opmerkelijk, maar niet onwettig. Knapen bukt en neemt geen verantwoordelijkheid in de affaire als verantwoordelijk staatssecretaris.
Dit incident staat onder meer symbool voor de machtsverhouding tussen de twee. Rosenthal is duidelijk de eerste minister. Knapen heeft geen duidelijke agenda in tegenstelling tot zijn baas en de bewindspersonen van het CDA vormen een soort eilandjes. Hier vindt hij niet veel steun. Hier tegenover staat de VVD waarvan de bewindspersonen in een kring om Rutte heen staan.
Maar het is niet zo dat Knapen zijn eigen beslissingen niet kan nemen. Integendeel: Rosenthal heeft Pakistan bepleit als partnerland, want hij vindt dat als je Afghanistan hebt dat je dan ook Pakistan moet hebben. Knapen legt de mening van Rosenthal naast zich neer en schrapt Pakistan van de Landenlijst.
Journalist
In de omgang met de twee heren wordt het verschil nog duidelijker. Bezoekers van Ben Knapen verbazen zich over het feit dat de staatssecretaris de regie in gesprekken aan zijn gasten overlaat. Vorige bewindslieden hebben de gesprekken altijd gestuurd. Ze legden hun speerpunten uit en ze hadden altijd een duidelijk beeld van wat ze van de gast wilden. Knapen blijft meer op de achtergrond en speelt eerder de rol van een journalist: hij stelt vooral vragen aan zijn bezoek.
Het contrast met zijn baas Rosenthal is enorm. Als ambtenaren of andere gasten bij hem op de werkkamer worden uitgenodigd, dan vertelt hij ze hoe de wereld in elkaar zit. Hij weet het allemaal en hij weet het beter. Rosenthal doceert zijn kennis als een professor. Ben vraagt, Uri doceert.