
Smoelenboek Knapen: geestesvader Peter van Lieshout
Vice Versa maakt het smoelenboek van staatssecretaris Ben Knapen. Wie zijn belangrijk voor de staatssecretaris achter de schermen? Vice Versa doet elke week onderzoek naar deze mensen en zoekt uit wat hun invloed is op het ontwikkelingsbeleid van Knapen. Met deze week: aartsvader Peter van Lieshout.
In 2008 heeft hij nog niets met ontwikkelingssamenwerking gedaan. Peter van Lieshout presenteert begin 2010 het rapport “Minder pretentie, meer ambitie”, de leidraad voor het nieuwe ontwikkelingsbeleid van de overheid dat staatssecretaris Ben Knapen uitvoert. Anno 2011 benoemen experts uit de sector hem in Vice Versa en IS tot de machtigste persoon in de ontwikkelingssector.
Peter van Lieshout ziet het levenslicht in ‘s-Hertogenbosch op dertig kilometer van de geboorteplaats van Ben Knapen. Hij studeert psychologie en filosofie in Utrecht en in Parijs. Sinds begin jaren negentig is hij parttime hoogleraar ‘Theorie van de zorg’ aan de Universiteit van Utrecht. De zorgsector heeft altijd een centrale rol ingenomen in zijn carrière. In de jaren negentig werkt hij onder meer als onderzoeker bij het Nederlands Centrum Geestelijke Volksgezondheid en is hij directeur van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn.
Hijgend bestaan
Voor de verkiezingen van 1998 benadert GroenLinks-voorzitter Ab Harrewijn Van Lieshout of hij geen Kamerlid wil worden. Ook staat hij op het lijstje van de PvdA. Hij legt het verzoek naast zich neer. De zorgspecialist is van mening dat hij vanuit zijn functie een even grote invloed, dan wel grotere invloed heeft, op het debat over de zorg. Destijds zegt hij tegen de Groene Amsterdammer: ‘Zeker als lid van een kleine partij leid je natuurlijk een vrij hijgend bestaan.’
In oktober 1999 begint Van Lieshout bij de overheid. Hij wordt directeur-generaal Zorg bij het ministerie van Volksgezondheid onder minister Els Borst van D66. LPF-minister Eduard Bomhoff volgt Borst op. De samenwerking tussen Bomhoff en Van Lieshout is geen succes. Bomhoff wil na een paar maanden niet meer verder met Van Lieshout. De directeur-generaal begint daarom aan een project over terugdringing van ziekteverzuim op het ministerie van Sociale Zaken.
In 2004 gaat hij aan de slag bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Bij zijn aantreden geeft hij aan dat hij zich gaat bezighouden met de toekomst van de verzorgingsstaat. Een mooi en urgent thema noemt hij het.
Minder pretentie, meer ambitie
In 2008 begint hij aan het WRR-rapport over ontwikkelingssamenwerking dat twee jaar later een enorme stempel drukt op het ontwikkelingsbeleid. Voor het rapport “Minder pretentie, meer ambitie. Ontwikkelingshulp die het verschil maakt”, interviewt hij vijfhonderd mensen en doet hij een uitgebreide literatuurstudie. Van onbekende maakt hij van zichzelf een expert.
Staatssecretaris Ben Knapen treedt toe tot de WRR wanneer Van Lieshout erin zit. Maar hij zit niet in de groep die zich intensief bezighoudt met het rapport bij de WRR.
Op maandag 18 januari 2010 wordt het rapport gepresenteerd in Nieuwspoort. Knapen opent de presentatie en minister voor Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders neemt het eerste exemplaar in ontvangst. Binnen zijn departement is Koenders het meest negatief over het rapport. Maar het kabinet valt een maand later en minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen neemt de post van Koenders op. De zes maanden na de presentatie van het rapport gaat Van Lieshout zeventig bijeenkomsten af waar hij presentaties geeft over het rapport. Dit is niet gebruikelijk voor de WRR, maar hierdoor wortelt het rapport maximaal. Negen maanden na de presentatie in Nieuwspoort staat er in het regeerakkoord van VVD en CDA: ‘Het ontwikkelingsbeleid wordt fundamenteel herzien en gemoderniseerd, waarbij het rapport “Minder pretentie, meer ambitie” van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid als leidraad dient.’
Maximale landing
Van Lieshout zegt over zijn benoeming tot meest invloedrijke persoon dat het rapport op één staat, niet hij. Hij staat bekend als een goede onderzoeker die aan de slag gaat met een helder doel voor ogen.
Het is opvallend hoeveel bijeenkomsten Van Lieshout is afgegaan. Hij heeft zich ingezet voor een maximale landing van het rapport. Hij heeft zelfs een internationale versie gemaakt. Zijn hart ligt nu ook bij dit onderwerp en ook al is hij nu bezig met een ander project, hij schrijft nog steeds columns over ontwikkelingssamenwerking voor IS Magazine. Ook wil hij nog wel eens een internationale presentatie geven over het boekwerk.
Band
Van Lieshout en Knapen zijn collega’s geweest bij de WRR. Leden van de WRR worden benoemd door het kabinet. Soms is er overleg tussen de voorzitter van de WRR en het kabinet hierover. Ten tijden van de benoeming van Knapen is Wim van de Donk de voorzitter. Van Lieshout heeft dus weinig te maken gehad met de benoeming van Knapen.
Als collega’s is de band goed tussen de twee. Knapen kent het rapport als Rutte en Verhagen hem benoemen tot staatssecretaris. Van Lieshout ziet hierin een bewijs dat het nieuwe kabinet het rapport als uitgangspunt voor het beleid ook echt inhoud willen geven.
Maar Knapen volgt Van Lieshout niet op alle punten. Waar Van Lieshout liever over ontwikkelingshulp spreekt, houdt Knapen het op ontwikkelingssamenwerking. Het rapport beveelt tien partnerlanden aan, Knapen kiest voor vijftien landen. Ook het pleidooi voor een NL Aid naar het model van US Aid wordt onder meer niet uitgevoerd.
Boven de partijen
Van Lieshout blijft zich opstellen als een wetenschapper die boven de partijen staat en geeft nooit echt zijn mening over het kabinetsbeleid. Hij heeft het rapport aan de samenleving gegeven en nu is het de taak van de samenleving om er iets mee te doen. Hij vindt niet dat het zijn taak is om te lobbyen voor dit beleid en te evalueren of het rapport goed is opgepakt.
Toch is het opvallend dat Van Lieshout zoveel moeite heeft gedaan om het rapport te laten landen. Hierdoor heeft hij het maximale gedaan aan beleidsbeïnvloeding, want bij die zeventig bijeenkomsten zijn mensen geweest die later invloed hebben gehad op de vormgeving van het beleid.
De invloed van de WRR-wetenschapper is er daarom eentje van indirecte aard. Hij heeft de hoeksteen van het ontwikkelingsbeleid gecreëerd. Weliswaar zijn niet al zijn aanbevelingen overgenomen. Maar hij heeft wel de grootste invloed gehad op het beleid van het kabinet: daarom geestesvader Peter van Lieshout.