Serie identiteit: Terre des Hommes: ‘Je moet de achterdeur goed dicht houden’

Door het nieuwe ontwikkelingsbeleid worden ontwikkelingsorganisaties steeds verder teruggeworpen op de markt. ‘Identiteit’ lijkt hierbij het toverwoord te zijn. Hoe gaan verschillende organisaties hier mee om en investeren ze steeds meer in hun roots? Deze discussie zal de komende jaren een belangrijke rol binnen de NGO-sector spelen en Vice Versa wil actief bijdragen aan dit debat. Om warm te draaien maakte Vice Versa alvast een rondje langs acht medefinancieringsorganisaties. Met vandaag: Terre des Hommes.

De bakermat van Terre des Hommes ligt in Zwitserland: daar werd in 1960, onder de naam Terre des Hommes, een hulporganisatie opgericht voor kinderen in nood. Het idee waaide in rap tempo over naar andere Europese landen en bereikte in 1965 ook Nederlandse vrijwilligers. Zij legden de basis voor Terre des Hommes Nederland en anno 2011 is dit uitgegroeid tot een organisatie met 28 winkels en verschillende kantoren in het veld. Van oorsprong is Terre des Hommes een vrijwilligershulpgroep, maar tegenwoordig positioneert ze zich als de expert in het bestrijden van kinderuitbuiting. ‘En dat doen we op een zo’n direct mogelijke manier, op een zo’n snel mogelijke manier en op zo’n resultaatgerichte manier’, aldus Patrick Krens, marketing-en communicatiemanager van Terre des Hommes.

Sinds 2002 heeft Terre des Hommes mee mogen dingen voor subsidies uit het MFS. Afgelopen november leek het erop dat Terre des Hommes haar positie binnen de MFS kwijt zou raken, maar na een herziening heeft ze toch nog een deel gekregen. Hoewel Terre des Hommes het merendeel van haar inkomsten haalt uit de achterban, is ze wel op scherp gezet.

Passie & Resultaat

Door het nieuwe ontwikkelingsbeleid wordt het belang van een achterban urgenter en is er volgens Krens ‘heel veel te doen in het behouden wat je al hebt’.

‘Subsidies worden teruggeschroefd. Iedereen wordt kritischer. Niet alleen de overheid, maar ook de donateurs. Op zich is het een goede ontwikkeling dat mensen kritischer worden, maar dan is het vooral belangrijk dat de mensen die je overtuigd hebt, overtuigd te houden.’

Het goed blijven informeren van mensen en ze daarnaast bij de organisatie weten te betrekken zijn volgens Krens manieren om die achterban overtuigd te houden. Het versterken van de identiteit speelt hierin een rol: ‘Zo kan de achterban ook zien wat de meerwaarde van de organisatie is. Daarom moet Terre des Hommes de meerwaarde op het gebied van expert tegen kinderuitbuiting blijven aantonen en daarvoor ook bewijzen en resultaten laten zien. Op deze manier zal de doelgroep die binnen is gekomen op een bepaald onderwerp, zich ook erkend voelen. Je moet de achterdeur goed dicht houden en vooral je winst gaan zoeken bij de bestaande achterban in plaats van dat je deze groep gaat verwaarlozen en je geld zet op het binnenhalen van nieuwe mensen. Dan staat de achterdeur te ver open en loopt het leeg.’

Om de meerwaarde te realiseren, gaat de organisatie haar identiteit verdiepen, verbreden en versterken. Terre des Hommes heeft haar kernwaarden inmiddels aangescherpt tot twee waarden: passie en resultaat. Voornamelijk resultaat vindt Krens erg belangrijk: ‘De achterban moet zien wat er met de donatie gebeurd. Dit betekent dat je als organisatie concreet en transparant moet zijn en dat je op de juiste manier verantwoording af moet leggen. Dus de kernwaarde resultaat vinden we superbelangrijk en tegelijkertijd de passie die we hebben om dit resultaat te bereiken. Door veel passie te hebben kun je ook resultaat bereiken. Dat is zowel als medewerker, als projectpartner, maar ook als donateur. Als je een bepaalde passie hebt voor de club en als je begaan bent met het onderwerp waar wij ons hard voor maken, dan levert dat ook resultaat op. Dat kan een interessant project zijn, maar ook het opzetten van een goede fondsenwervende actie.’

Krens noemt het dan ook een ‘gezonde ontwikkeling’ dat organisaties minder afhankelijk worden van de overheid: ‘NGO’s moeten hun meerwaarde en onderscheidend vermogen kunnen aantonen. En daarbij moeten ze zo breed mogelijk worden ondersteund.’

Single malt whisky-drinker?

Deze brede ondersteuning wordt vooral gevonden in de achterban en Terre des Hommes investeert hier dan ook intensief in. Voornamelijk de vrijwilligers beslaan nog steeds een groot deel van de achterban. Om passie voor de ‘club’ te realiseren wil Terre des Hommes nog sterker de dialoog met de achterban aangaan, om zo haar activiteiten beter te laten aansluiten op de wensen en behoeften van deze groep. Om een goed beeld te krijgen van wat deze wensen en behoeften zijn, worden er regelmatig profielanalyses gehouden. Deze analyses gaan zover dat er een herkenbare donateur uit is gerold: hij rijdt in een Citroën, leest de National Geographic en drinkt single malt whisky. Interessante conclusies, maar misschien interessanter is dat het grootste gedeelte van de achterban van middelbare of hogere leeftijd is, een hogere opleiding heeft genoten en een boven modaal inkomen heeft. En daar liggen volgens Krens kansen.

In de 40/50+ groep ziet Krens de meeste mogelijkheden. ‘In de doelgroep 40/50+ zitten mensen met geld, tijd, motivatie, kennis en wellicht de levenswijsheid. Allemaal ingrediënten waardoor ze gepassioneerd kunnen raken om zich in te zetten voor Terre des Hommes, zodat wij weer resultaten kunnen behalen.’

De rol van de achterban moet hierbij groter zijn dan doneren alleen. Krens: ‘Dat kan zijn als vrijwilliger, bijvoorbeeld in een van die winkels van ons. Het zou ook iets anders kunnen zijn. Dat ze bijvoorbeeld fondsen voor ons gaan werven met hun eigen initiatief. Dat ze daar tools voor krijgen, zelf een actie opzetten en dat ze dat dan heel concreet aan een door hun gekozen project kunnen doneren ,waarbij ze zelf in de meest extreme gevallen zelfs de mogelijkheid hebben om het project te bezoeken en te kijken hoe dat geld is besteed. Dan creëer je dus een stukje passie en dat leidt op den duur weer tot resultaat. En zo proberen we dat aan alle kanten te versterken.’

In de aflevering aanstaande woensdag staat ZOA Vluchtelingenzorg centraal

Krista Russchen volgt momenteel de master Religie in de Moderne Wereld aan de Rijksuniversiteit te Groningen. De tour langs de verschillende ontwikkelingsorganisaties is onderdeel van haar afstudeerproject en de stage die ze bij Vice Versa heeft gelopen. Op dit moment werkt ze aan haar afstudeerscriptie waarin ze dit onderwerp verder zal uitdiepen en waarin ze zich voornamelijk zal bezighouden met organisaties die een religieuze achtergrond hebben. Tips en suggesties zijn van harte welkom op kristahrusschen@hotmail.com

Auteur
Krista Russchen

Datum:
31 oktober 2011
Categorieën: